Het was een bewogen weekend voor de markten. Aandelen deden het niet goed, de goudprijs is op haar hoogste punt in zes jaar en de olieprijs is sinds vrijdag blijven stijgen. Dit alles is de terugslag van de dodelijke Amerikaanse raketaanval op een Iraanse militaire commandant voor het weekend.

De Japanse, Hongkongse en Zuid-Koreaanse eindigden in het rood op zondagavond. De termijnmarkten in de VS en Europa gingen achteruit. Chinese en Australische aandelen volgden die trend. De Amerikaanse beursindex S&P500 noteerde zijn grootste verlies in een maand in de nasleep van de moord op de Iraanse topgeneraal en nummer twee van het regime, Qassem Soleimani. De markten vrezen een escalatie van geweld in het Midden-Oosten.

Door de onrust op de volatiele beurzen grijpen beleggers terug naar het stabielere goud, waardoor die prijs omhoog schoot. Vrees voor een tekort aan olie deed ook die prijs de hoogte inschieten, naar meer dan 70 dollar voor een vat ruwe olie.

Weg met het optimisme

De spanningen fnuiken het optimisme van beleggers voor het komende jaar. De handelsoorlog tussen China en de VS bekoelde door de aankondiging van een beperkt handelsakkoord dat later deze maand getekend wordt. Er waren tekenen dat de Chinese industrie zich zou herpakken, en de Chinese overheid nam maatregelen om de economische groei terug aan te wakkeren.

Toen gooide Donald Trump met een precisiebombardement een geopolitieke stok in het hoenderhok. Sindsdien kondigde Iran aan dat het zich volledig terugtrekt uit het nucleair akkoord. De ayatollahs zullen dus opnieuw uranium verrijken en een nucleair programma opstarten. De Amerikaanse president op zijn beurt liet weten dat de VS al 52 Iraanse sites in het vizier heeft indien het regime besluit zijn gevierde generaal te wreken.

In de vuurlinie

Opvallend is dat de beurzen in de regio ook hard geraakt werden door de raketaanval van vrijdag. De beurskoers van Saoedische oliegigant Aramco eindigde zondag op het laagste niveau sinds de beursgang op de Riyad Stock Exchange begin december.

De zeven effectenbeurzen van de zes lidstaten van de Gulf Cooperation Council (GCC) – Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten – eindigden zondag in het rood.

De zes Golflanden hebben namelijk stuk voor stuk Amerikaanse militaire bases op hun grondgebied. Als het tot een conflict komt, liggen zij midden in de vuurlinie tussen Teheran en diens grote regionale rivaal, Saoedi-Arabië.