Ondoordachte loonstijgingen zijn geen antwoord op de crisis, maar een bijkomend risico voor het herstel

In de nasleep van de zwaarste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog is er vandaag weinig of geen ruimte voor loonstijging. Mochten we toch opnieuw de in het verleden al meermaals gemaakte fout van ondoordachte loonstijgingen in crisistijden herhalen, dan ondermijnen we nu al het komende economische herstel.

Met de publicatie van het rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) over de loonkosten in België en de buurlanden werden deze week de onderhandelingen over een interprofessioneel loonakkoord voor 2021-2022 echt afgetrapt. Weinig verrassend in de nasleep van de zwaarste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog is er op korte termijn weinig of geen ruimte voor hogere lonen. Op basis van een vergelijking met de loonstijgingen die de komende twee jaar verwacht worden in de buurlanden, veruit onze belangrijkste handelspartners, zou er maximaal 0,4% ruimte zijn voor loonstijging bovenop de indexering. Die indexering wordt in België sowieso gegarandeerd, wat in onze buurlanden niet het geval is, en wordt door de Nationale Bank geraamd om zo’n 2,8% in 2021-2022. De totale loonstijging in die periode zou dus uitkomen op 3,2%, wat gezien de aanhoudende crisissituatie voor heel wat bedrijven een zware dobber zou kunnen worden.

Vakbonden komen met vreemde argumenten

De vakbonden reageerden al negatief op het rapport en eisen hogere loonstijgingen. Daarbij verwijzen ze naar de sectoren die niet geraakt zijn door de crisis en naar de noodzaak om de koopkracht op te krikken. Dat zijn evenwel vreemde argumenten. Uit de enquêtes van de ERMG bij de bedrijven blijkt dat alle sectoren geraakt zijn door de crisis. Zo lag bijvoorbeeld ook de activiteit in de farma en chemie in december nog altijd 10% onder het normale niveau. Daarnaast blijkt uit enquêtes van de Nationale Bank dat er geen sprake is van een algemeen koopkrachtprobleem in deze crisis. Zo ervaarde 74% van de gezinnen geen inkomensverlies. In die zin vormen ondoordachte loonstijgingen geen antwoord op deze crisis, maar eerder een bijkomend risico voor het herstel. 

Met te sterke loonstijgingen in de huidige context zouden we nog maar eens een terugkerende fout uit het verleden herhalen. Ook na eerdere economische crisissen werden we geconfronteerd met sterkere loonstijgingen dan bij onze belangrijkste handelspartners. Daardoor wordt onze concurrentiepositie aangetast, wat nefast is voor een kleine open economie. Volgens analyses van het Planbureau is zowat een derde van onze economische activiteit en van onze jobs direct of indirect gelinkt aan de buitenlandse handel. Elk herstel uit deze crisis zal in belangrijke mate bepaald worden door het herstel van die buitenlandse handel. Tegen die achtergrond kunnen we het ons niet veroorloven om vandaag onze concurrentiepositie te ondergraven met te sterke loonstijgingen.  

Licht aan het einde van de coronatunnel?

Met de vaccins komt er stilaan licht aan het einde van de coronatunnel. Niettemin gaan er in deze crisis naar raming netto zo’n 100.000 jobs verloren en na het aflopen van het moratorium zitten er onvermijdelijk nog heel wat faillissementen aan te komen. Ook internationaal zal het economische herstel in de loop van 2021 meer dan waarschijnlijk aarzelend verlopen. In die context zouden ondoordachte loonstijgingen het economische herstel, heel wat bedrijven en uiteindelijk ook heel wat jobs in het gedrang brengen. 

De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek ‘Terug naar de feiten’ 

Meer