Onderzeese mijnbouw dreigt een nieuw ecologische probleem te worden.
De activiteit is grotendeels in handen van particuliere mijnbouwconcern en wapenbedrijven die zonder veel controle de mogelijkheid krijgen om op de bodem van de oceanen zeldzame grondstoffen te winnen, waarbij echter vaak grote schade wordt veroorzaakt. Dat is de boodschap van een studie van milieuvereniging Greenpeace, die op een strikte controle op de sector aanstuurt.
‘We stellen vaast dat grote bedrijven, zoals de Amerikaanse wapenfabrikant Lockheed Martin, steeds vaker op de oceaanbodem op zoek gaan naar zeldzame metalen en mineralen,’ aldus Greenpeace. ‘Een kleine selecte groep ondernemingen – die vaak met complexe en ondoorzichtige structuren van onderaannemers en partnerships opereren – ontving inmiddels al een dertigtal vergunningen om dergelijke activiteiten op te zetten.’
Vergunningen
Die vergunningen werden uitgereikt door de International Seabed Authority (ISA), een consortium dat over de toewijzing van mijnbouwcontracten op de zeebodem moet waken. Het consortium heeft echter nog nooit een aanvraag voor een vergunning geweigerd. ‘Voor elke vergunning die wordt toegekend, ontvangt de ISA een vergoeding van 500.000 dollar,’ merkt Greenpeace op. ‘Dit wijst duidelijk op een potentieel belangenconflict dat de milieuregelgeving ondermijnt.’
Bovendien blijkt volgens de milieugroep een onrechtvaardige distributie van de natuurlijke grondstoffen van de oceaan. ‘Een aantal bedrijven werkt voor de ontginning samen met kleine eilandstaten,’ luidt het. ‘Maar op het einde van de productie plukken de ondernemingen de vruchten van de ontginning, terwijl de regeringen alle aansprakelijkheid dragen.’
Greenpeace wijst daarbij naar het bedrijf Nautilus, dat vorig jaar failliet ging, maar partner-staat Papoea-Nieuw-Guinea met de opruimkosten achterliet. Papoea-Nieuw-Guinea is momenteel een van de vele landen die tot een moratorium op diepzeemijnbouw hebben opgeroepen.
‘Diepzeemijnbouw zal ernstige en onomkeerbare schade aan de oceaanbiotoop toebrengen en een verlies van biodiversiteit veroorzaken,’ waarschuwt Greenpeace. ‘Deze problemen kan potentieel zware gevolgen hebben, want de oceanen vormen ook een belangrijke opslagplaats van koolstofdioxide.’
Smartphones
In een aantal gebieden op de oceaanbodem kunnen aanzienlijke voorraden polymetalen worden aangetroffen. Greenpeace maakt daarbij onder meer gewag van mangaanperoxide, een stof die in bleekpoeder wordt gebruikt. Daarnaast is er ook sprake van producten zoals kobalt, nikkel, koper en titanium. Dat zijn metalen die vaak in smartphones worden gebruikt.
‘Net zoals in een rotstuin kennen ook deze locaties een overvloedig leven,’ aldus Greenpeace. ‘De ontginning van de oceaanbodem laat echter sporen na die tientallen jaren later nog altijd littekens vormen en de natuurlijke processen van de biotopen verstoren.’ Vaak gebeurt de ontginning met gigantische graafmachines, die de zeebodem helemaal open rijten.
DeepGreen Metals, één van de bedrijven die over een vergunning voor de ontginning van de oceaanbodem beschikt, wijst er echter op dat de activiteit diverse voordelen te bieden heeft. ‘Diepzeemijnbouw kan cruciale mineralen leveren voor de overgang naar een duurzame economie,’ aldus het bedrijf. ‘Die activiteit veroorzaakt daarbij echter slechts een fractie van de ecologische en sociale kosten die met de traditionele metaalproductie op het vasteland gepaard gaan.’
Verbod
Greenpeace roept echter op tot een internationaal oceaanverdrag, waarbij landen hun bestaande voorraden mineralen en metalen hergebruiken en recycleren, zodat kan vermeden worden dat de oceaanbodem voor ontginning wordt opengesteld.
‘De oceaanbodem zou verboden terrein moeten blijven,’ benadrukt Louisa Cannon, hoofdonderzoeker van Greenpeace. ‘Het is niet mogelijk om in die omgeving een efficiënte milieuregelgeving toe te passen. Wetenschappers waarschuwen voor onomkeerbare schade en benadrukken dat vele soorten dreigen uit te sterven. De ISA zou de oceanen moeten beschermen, maar doet zijn werk niet.’