Nieuwe brandstofregels voor de scheepvaart hebben grote gevolgen voor de consument

Op 1 januari worden nieuwe, door de International Maritime Organization (IMO) opgelegde, regels van kracht voor de internationale scheepvaart. Die hebben betrekking op de kwaliteit van de brandstof die vrachtschepen gebruiken. De maatregelen zijn zo significant dat ze onvermijdelijk gevolgen zullen hebben voor de prijzen die consumenten aan de kassa betalen voor de goederen die deze vrachtschepen vervoeren.

Per 1 januari wordt de maximum hoeveelheid sulfide die in brandstof mag zitten door de IMO verlaagd van 3,5% tot 0,5%. Hoewel schepen volgens berekeningen van Goldman Sachs globaal slechts 5% tot 7% van alle brandstof verbruiken, stoten ze de helft van alle sulfide uit. Dat is omdat ze de allerslechtste kwaliteit olie gebruiken: wat zich op de bodem van het olievat bevindt. De IMO citeert uit een studie die zegt dat de maatregel een half miljoen vroegtijdige overlijdens door milieuverontreiniging zal voorkomen. Sulfide veroorzaakt aandoeningen aan de luchtwegen en is een component van ‘zure regen’, een verzamelnaam voor fenomenen die nefast zijn voor het milieu.

Photo: EyeEm

Brandstof-factuur: + 50% tot 75%

Voor de scheepvaartindustrie dreigen de kosten die door deze nieuwe maxima worden veroorzaakt gigantisch te zijn. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste zijn raffinaderijen vandaag onvoldoende voorbereid om meer sulfide uit hun olie weg te zuiveren. Vervolgens beschikken ruim 62.000 vrachtschepen (90% van de wereldvloot) volgens sectorkenners niet over de benodigde apparatuur – de zogenaamde scrubbers – om zelf de olie van sulfide te ontdoen. Zo’n scrubber kost al gauw 1 tot 6 miljoen euro per stuk.

De maatregelen werden al in 2016 aangekondigd, maar rederijen hoopten dat de scheepvaartlobby zijn werk zou doen en er in zou slagen om de IMO-limietdatum op te schuiven, maar dat gebeurde niet.

Als gevolg daarvan zullen vrachtschepen kwalitatievere brandstof moeten tanken – het equivalent van de diesel die vrachtwagens en treinen vandaag gebruiken. Maar die betere kwaliteit kost al gauw zo’n 320 euro meer per kubieke ton dan wat schepen vandaag inslaan. De toegenomen vraag naar betere olie dreigt die prijskloof verder uit te breiden met een factor twee tot drie. Wat zich op zijn beurt dreigt te vertalen in een factuur van tientallen miljarden dollar voor de ganse industrie.

EPA-EFE/FOCKE STRANGMANN

Investeringen zullen worden verhaald op de eindgebruiker

Ook de raffinaderijen zullen zware investeringen moeten doen om aan de nieuwe regelgeving te voldoen. Goldman Sachs schat de bijkomende uitgaven op 180 miljard euro in het eerste jaar. Investeringen die zullen worden verhaald op de eindgebruiker en die mogelijk worden gecompenseerd door de prijs van andere brandstofproducten te verhogen.

Verwacht wordt dat een reeks reders de nieuwe regels in de beginfase niet zal naleven. Het concurrentieel voordeel tegenover wie dat wel doet zal enorm zijn. Toch verwachten sectoranalisten een compliance van zo’n 85%. Want wie de regels overtreedt riskeert de inbeslagname van zijn schip.

Y2K?

Sommigen minimaliseren de switch en denken dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. Ze vergelijken de impact van de nieuwe maatregelen met wat de Y2K-switch betekende voor de computerindustrie. Veel geblaat, maar weinig wol…

Toch zullen rederijen die wel in de nodige apparatuur investeerden om sulfide te zuiveren en raffinaderijen die de gepaste brandstoftypes kunnen leveren snel een aanzienlijk voordeel opbouwen. Maar de eindfactuur zal uiteindelijk door de bestemmeling en eindgebruiker van de vervoerde goederen worden betaald. U en ik dus. 

Meer