Zullen de nieuwe EU-regels de begroting van de volgende zittingsperiode onder druk zetten?

Zullen de nieuwe EU-regels de begroting van de volgende zittingsperiode onder druk zetten?
Georges-Louis Bouchez (MR) Paul Magnette (PS) & Alexander De Croo (Open Vld) – Getty Images

Ondanks de recente begrotingsinspanning van Vivaldi blijft het overheidstekort een enorme uitdaging voor België. Het terugdringen ervan zou opnieuw een echte verplichting kunnen worden als Europa de duimschroeven opnieuw begint aan te draaien.

Waarom is dit belangrijk?

Internationale en nationale rapporten zijn talrijk en unaniem: ons land heeft een probleem met zijn begrotingstekort, meer in het algemeen, met de schuld, die tegen 2028 120 procent van het bbp zou kunnen benaderen. Na de gezondheids- en energiecrisis is Europa echter bezig om de beroemde criteria van Maastricht weer op de agenda te zetten of zelfs aan te scherpen.

In het nieuws: een nieuw rapport van de Hoge Raad van Financiën.

  • In dit verslag worden drie trajecten vastgesteld om onze overheidsfinanciën te consolideren, van het minst strenge tot het meest strenge, maar ook van het meest risicovolle tot het minst risicovolle.
  • Drie trajecten om twee doelstellingen te halen: het tekort onder de drie procent brengen en een beginnen aan de vermindering van de overheidsschuld, zoals vereist door het Europees Stabiliteitspact na twee jaar afwijking.
  • Deze drie trajecten hangen af van het meer (Monitoringcomité) of minder (Federaal Planbureau) optimistische uitgangspunt en van de zwaarte van het volgende stabiliteitsprogramma 2023-2026 (we komen hierop terug).
  • Kortom, in het minst risicovolle scenario zou de volgende regering tussen 2024 en 2026 een begrotingsinspanning van 2,8 procent moeten leveren om het tekort terug te brengen tot ongeveer 3 procent en de schuld te stabiliseren. Afhankelijk van het scenario bedraagt de te leveren begrotingsinspanning tussen 10 en 20 miljard euro.

Huidige en toekomstige cijfers.

  • Het duurde weken voordat Vivaldi het eens werd over een extra begrotingsinspanning van 0,3 procent, ofwel ongeveer 1,8 miljard euro. Dan nog kon het laatste begrotingsconclaaf enkel worden afgesloten dankzij de onverwachte bijdrage van de monsterlijke inkomsten van Euroclear, waardoor 625 miljoen euro extra vennootschapsbelasting op tafel kwam. Echte bezuinigingen en structurele hervormingen bleven uit.
  • In afwachting van hypothetische pensioen- en belastinghervormingen zou het tekort in 2023 ongeveer 4,8 procent of 27 miljard euro bedragen, wat iets beter is dan verwacht dankzij een betere economische situatie. Bij een ongewijzigd traject zou het tekort de komende jaren evenwel stijgen tot 5 à 6 procent. De schuld zou volgens het Federaal Planbureau in 2028 119 procent van het BBP bedragen (het Monitoringcomité is iets positiever).
  • De volgende regering staat dus voor een zware taak, zeker als er niet al in 2024 inspanningen worden geleverd, waarschuwt de Hoge Raad van Financiën. Maar 2024 is een verkiezingsjaar in België. En iedereen weet dat het lang duurt om in ons land een coalitie te vormen.

Eén kamer, twee sferen

  • Om een tekort aan te pakken moet men ofwel de inkomsten verhogen ofwel de uitgaven verlagen. Links Vivaldi, geleid door de PS, heeft al duidelijk gemaakt dat begrotingsconsolidatie geen absolute prioriteit is. Paul Magnette heeft gewaarschuwd dat hij zich niet laat “gijzelen” door de Europese autoriteiten, terwijl de staatssecretaris voor economisch herstel, Thomas Dermine, een fervent verdediger blijft van de moderne monetaire theorie. Deze laatste ziet overheidsschuld als een investering en niet als een gebrek. Dit moet nog blijken in een omgeving waar de rentevoeten de pan uit rijzen. In ieder geval stelt de socialist dat de energietransitie en de ecologische uitdaging enorme middelen zullen vergen en dat daarmee in de schuld rekening moet worden gehouden. Hij wordt op dit punt gesteund door Ecolo.
  • Maar in ieder geval heeft vice-premier Pierre-Yves Dermagne (PS) onlangs betoogd dat als er een begrotingsinspanning moet worden geleverd, deze moet worden gezocht aan de inkomstenkant, en dus in belastingen, met name op vermogen.
  • Rechts, aan de kant van de MR, gaf voorzitter Georges-Louis Bouchez meermaals aan dat er een inspanning moet worden geleverd op het niveau van de uitgaven, aangezien België een van de EU-landen is waar het percentage van het BBP aan overheidsuitgaven het hoogst is en waar de belastingdruk het hoogst is. “Ja, maar waarin?” antwoordde Pierre-Yves Dermagne (PS), die zijn partner uitdaagde. “Gezondheid, justitie? Iemand moet het ons vertellen…”.
  • De volgende regering kan een belastinghervorming erven die minder op arbeid en meer op vermogen belast. De initiatiefnemer ervan, minister van Financiën Vincent Van Peteghem, heeft echter van meet af aan aangegeven dat het om een begrotingsneutrale hervorming gaat. Het is dus eerder een belastingverschuiving dan een belastingverlaging.
  • Ten slotte zal de volgende regering niet kunnen rekenen op een werkgelegenheidsgraad van 80 procent, zelfs als de vooruitzichten op dit gebied enigszins verbeteren. Dit zou het wondermiddel zijn om de inkomsten te verhogen.

Wat zal Europa beslissen?

  • De besprekingen zijn nog gaande, maar het lijkt nu al zeker dat het gaat om een terugkeer naar begrotingsdiscipline en de criteria van Maastricht (3 procent tekort en 60 procent overheidsschuld). Het schuldplafond lijkt voor een groot aantal Europese landen niet meer erg realistisch, maar er liggen drie opties op tafel.
    • Optie 1: Landen met een begrotingstekort boven de huidige 3 procent moeten hun overtollige schuld met 0,5 procentpunt per jaar verminderen. Dit zou een “garantie” moeten zijn voor het geval landen te veel uitgeven. Sommige bronnen spreken van het dubbele, met een inspanning van 1 procent per jaar.
    • Optie 2: Het wordt onmogelijk het grootste deel van de schuld over te dragen aan volgende regeringen. De Commissie wil dit beginsel afdwingen door een “no backloading”-clausule in te voeren. Deze clausule houdt in dat de meeste schuldaanpassingen binnen de eerste vier jaar van het plan moeten plaatsvinden.
    • Optie 3: Landen met een schuld van meer dan 60% van het BBP moeten deze binnen vier jaar afbouwen.
  • Er wordt verwacht dat de Europese Commissie haar wetgevingsvoorstel in “de komende weken” zal indienen. Gezien de vele budgettaire uitdagingen die voor ons liggen, lijdt het geen twijfel dat de druk op de volgende regering enorm zal zijn.

(nd)

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.