New York heeft het voorbije jaar heel gemakkelijk zijn positie als belangrijkste financiële centrum van de wereld kunnen behouden. Ook Londen is erin gelukt de tweede plaats vast te houden. Dat is de conclusie van een rapport van analist Z/Yen Group en het China Development Institute.

De onderzoekers merken op dat de versterkte posities van de twee westerse metropolen in sterke mate te danken is aan de achteruitgang van een aantal Chinese financiële centra, die de negatieve impact ervaren van de politieke en economische keuzes die de Chinese overheid de jongste maanden heeft gemaakt.

Hongkong bezet de derde positie, gevolgd door Singapore. Beide Aziatische metropolen zagen hun score echter met 25 punten terugvallen. De rest van de top tien bestaat uit San Francisco, Shanghai, Los Angeles, Peking, Tokio en Parijs.

Brexit

“De index zal vooral voor Londen een opluchting zijn, nadat de Britse hoofdstad door de brexit eind vorig jaar de toegang tot de financiële markt van de Europese Unie verloor”, benadrukt het persbureau Reuters.

“Londen bekleedt in West-Europa trouwens nog altijd de koppositie. De Britse metropool moest tegenover de vorige metingen, in maart van dit jaar, slechts 3 punten prijsgeven. Dit weerspiegelt het vertrouwen dat de financiële wereld in de vooruitzichten voor Londen op langere termijn behoudt.”

“De relatief sterke prestaties van New York en Londen suggereren dat de financiële dienstverleners in deze steden hun prestaties hebben weten vast te houden, ondanks radicale veranderingen in de werkpraktijken die het voorbije anderhalf jaar moesten worden vastgesteld”, benadrukken de analisten.

“Het rapport leidt tot twee conclusies”, zegt Michael Mainelli, topman van de Z/Yen Group. “Ten eerste kan een vertrouwen worden opgemerkt in het herstel van de Noord-Amerikaanse en West-Europese economieën, na de zware coronaschok.”

“Anderzijds moet worden vastgesteld dat de Aziatische centra, na hun snelle opkomst de voorbije jaren, met een afvlakking worden geconfronteerd. Hierdoor zakte Shanghai in de rangschikking van de derde naar de zesde plaats. Bij Shenzhen was er zelfs sprake van een terugval van de achtste naar de zestiende plaats.”

Concurrentie

“De concurrentie blijft echter bijzonder intens”, waarschuwt Mainelli. “New York en Londen hebben een sterke voorsprong, maar de volgende zes centra worden door amper vijf punten – op een score van duizend – van elkaar gescheiden.”

Ook wanneer specifiek naar de fintech-centra wordt gekeken, blijft New York eveneens wereldwijd lijstaanvoerder. Shanghai blijft status-quo op een tweede plek. “Londen liet zelfs een stijging van een vijfde naar een derde plaats noteren”, merken de onderzoekers op.

“Dat heeft vooral te maken met het feit dat het Verenigd Koninkrijk van een fintech-vriendelijk beleid een prioriteit maakt.”

(evb)