Een interessante studie, waar de Nationale Bank mee uitpakt, brengt eigenlijk geen prettig nieuws.
- Men ging aan de slag om alle 242 Europese regio’s die vergelijkbaar zijn met een Belgische provincie te evalueren, en te focussen op de zogenaamde ‘transitieregio’s’, zeg maar gerust de zwakke broertjes van Europa, waar de welvaart maar tussen de 75 en 100 procent van het Europese gemiddelde ligt.
- Meteen vergeleek men twee zaken: de groei per regio en finaal de welvaart per regio tussen 1997 en 2019. Daarbij stelt de Nationale Bank dat Wallonië eigenlijk start vanuit een pak troeven, ten opzichte van andere zwakkere regio’s, vooral in Zuid- en Oost-Europa.
- Want de bevolking is gemiddeld jonger en groeit goed.
- De infrastructuur is meer dan deftig.
- Er is toegang tot rijke afzetmarkten vlakbij,
- Er zijn wel wat technologische spelers al aanwezig onder de bedrijven.
- En er zijn genoeg terreinen.
- “Het regionale concurrentievermogen ligt in Wallonië hoger dan het gemiddelde in de Europese Unie. Dat vertaalt zich echter niet in betere economische prestaties en een hoger welzijn”, staat letterlijk in het rapport. Het ligt dus aan iets anders.
- Want feit blijft: Henegouwen, Luik, Namen en Luxemburg gingen er niet significant op vooruit. Ze blijven allen in de categorie van lage economische groei en lage welvaart. Wel is het zo dat binnen Europa die klim uit het dal maar moeilijk te maken is: enkel regio’s in Oost-Europa en met name in Oost-Duitsland maakten wél die sprong. Waals-Brabant is overigens de uitzondering in Franstalig België: het zit zowel qua groei als welvaart op de Vlaamse niveaus.
- “De transitieregio’s, waar het grootste deel van Wallonië onder valt, zitten al twee decennia vast in een regionale ontwikkelingsval”, zo staat in het rapport. “De Waalse provincies hebben, met uitzondering van Waals-Brabant, hun relatieve positie qua economische activiteit niet kunnen verbeteren.”
- Niet toevallig wijst men op de lage werkzaamheidsgraad in de Waalse provincies. Bovendien werkt een bovengemiddeld aantal mensen in de publieke sector, in vergelijking met de rest van Europa: de provincie Namen is de Europese kampioen op dat vlak.
- Het is daar dat de Nationale Bank oplossingen ziet:
- Er moet een hogere werkzaamheidsgraad komen.
- Beter onderwijs ook: te veel mensen raken niet verder dan lager secundair.
- En een hogere productiviteitsgroei.