Na het dodelijk grensconflict tussen India en China: stoere taal, onredelijke claims en economische boycots

Drie dagen na het dodelijk incident in het betwiste grensgebied tussen India en China hebben beide grootmachten publiek gereageerd. Het ziet er niet naar uit dat de storm snel zal gaan liggen.

Maandag gingen Indiase en Chinese troepen elkaar te lijf met stenen en stokken in de  desolate Galwan-vallei in het Himalaya-gebergte. Het draaide uit op het dodelijkste conflict tussen de twee Aziatische kernmachten in bijna vijftig jaar. Een twintigtal Indiase soldaten sneuvelden. In de internationale pers circuleren onbevestigde geruchten dat er langs Chinese kant 43 doden vielen, Peking bevestigt noch ontkent. 

Spierballengerol

De Indiase president Narendra Modi heeft gisteren tijdens een televisiespeech voor het eerst gereageerd op het incident. ‘Het martelaarschap van de dappere Indiase soldaten zal niet voor niets geweest zijn’, benadrukte hij. De toespraak stond bol van oraal spierballengerol: ‘India zal een passend antwoord geven aan iedereen die probeert zijn soevereiniteit en territoriale integriteit te schenden. We zijn een vredelievende natie, maar in geval van provocatie zijn we klaar om een passend antwoord te geven. India zal elke centimeter van zijn grond en zelfrespect stevig beschermen.’

Een tweet van een belangrijk Indiaas oppositielid. Premier Modi stond voor zijn speech zwaar onder druk om China hard aan te pakken.

De Chinese autoriteiten onthielden zich zoals gewoonlijk van stoere taal, maar reageerden op hun manier dreigend: ‘De soevereiniteit over het Galwan Valley-gebied is altijd van China geweest’, zei kolonel Zhang Shiuli, de Chinese militaire woordvoerder. Daarmee gooit Peking een serieuze klets olie op het vuur. De Galwan-vallei was namelijk een van de weinige gebieden in de grensregio waarover het verschil in perceptie minimaal was, het hoorde ‘min of meer’ bij India. 

Dat was ook de reden dat het Indiase leger op zijn hoede was toen begin mei de Chinese troepen binnendruppelden in de vallei. India bouwt daar namelijk een strategisch belangrijke weg die leidt naar een militaire landingsbaan, dichtbij China. Toen begon een reeks van aanvaringen die culmineerden in het dodelijk incident van maandag. 

We zijn een vredelievende natie, maar in geval van provocatie zijn we klaar om een passend antwoord te geven.

Indiase premier Narendra Modi

Boycot China?

Het conflict tussen de twee nucleaire grootmachten bezorgt de internationale gemeenschap kopzorgen. De Verenigde Naties dringt er bij beide partijen op aan om ‘maximale terughoudendheid uit te oefenen’. De twee Aziatische landen voerden in 1962 al een korte maar bloedige oorlog over de afbakening van de grens in dat gebied. 

Een clash tussen de tweede en de vijfde grootste economie ter wereld kan niet zonder economische gevolgen blijven. De roep om een totale boycot van Chinese producten klinkt luid in India. Premier Modi heeft zich daar nog niet openlijk over uitgesproken, maar volgens het Britse zakenmagazine The Economist hebben verschillende Indiase ministeries al contracten opgezegd met Chinese firma’s. Peking is de grootste handelspartner van India, met een jaarlijkse bilaterale handel ter waarde van 81 miljard dollar.

Maar New Delhi kan het zich simpelweg niet permitteren om Chinese producten volledig te bannen. India rekent op zijn machtige buurland voor heel wat essentiële goederen, waar niet zomaar lokale alternatieven kunnen voor gevonden worden. Dat gaat van elektronica tot nucleaire reactors en medische apparatuur.

Het is wel waarschijnlijk dat de handel afneemt. Veel Chinese producten komen het land binnen langs belangrijke verkeersaders die door de Himalaya lopen, door vergelijkbare grensregio’s zoals die waar het conflict van maandag plaatsvond.