Enkele van ‘s werelds grootste mijnbouwbedrijven hebben hun aanvragen ingetrokken om onderzoek te mogen doen naar mineralen op inheems land in het Braziliaanse Amazonewoud. Dat blijkt uit een enquête van de Braziliaanse mijnbouwvereniging Ibram.
Ibram vertegenwoordigt ongeveer 130 bedrijven in de Braziliaanse mijnbouwsector. De organisatie heeft eerder dit jaar een enquête gehouden onder haar leden, zegt voorzitter Raul Jungmann. Daaruit blijkt dat geen van de aangesloten bedrijven momenteel lopende onderzoeksprojecten heeft voor goud, tin, nikkel en andere ertsen in inheemse gebieden in Brazilië.
Tot de leden van deze vereniging behoren de mijnbouwgiganten Rio Tinto, Anglo American en Vale. Na onderzoek van AP blijkt dat alle drie de bedrijven sinds 2019 hun onderzoek naar mijnbouw in inheemse gebieden hebben stopgezet.
“Mijnbouwbedrijven hebben steeds meer aandacht voor de beginselen van sociaal en milieubeheer. Aandeelhouders en de samenleving eisen dat”, aldus Jungmann. Daarnaast speelt ook de rol van de Braziliaanse rechtbanken mee, die steeds vaker in het voordeel van de inheemse gemeenschappen rechtspreken.
Belo Sun Mining
Vorige maand oordeelde een Braziliaanse rechtbank dat het Canadese mijnbouwbedrijf, Belo Sun Minig Corp., geen nieuwe goudmijn kon openen in de Amazone. Het bedrijf zou volgens de rechtbank de inheemse bevolking niet voldoende hebben geraadpleegd over de sociale- en milieueffecten van het mijnbouwproject in de regio.
“Mijn gemeenschap is niet geraadpleegd over het project”, vertelt Lorena Curuaia, een leider van een lokaal dorp uit de regio. “Belo Monte (de dam red.) heeft al een grote impact op ons volk. Een mijnbouwproject zou de dood van de lokale bevolking kunnen betekenen”.
Het Volta Grande-project van Belo Sun Mining – dat de nieuwe goudmijn moest verzorgen – bevindt zich aan de oever van de rivier de Xingu en ligt op zo’n 20 kilometer van de Belo Monte-dam. Door de dam is de afvoer van de Xingu-rivier flink verminderd, met als gevolg dat vispopulatie afneemt.
Bolsonaro
De Braziliaanse grondwet stelt dat mijnbouw alleen kan plaatsvinden op inheemse grond, na het verkrijgen van specifieke toestemming van de overheid. President Bolsonaro streeft ernaar om dit te veranderen. Tijdens zijn presidentscampagne van 2018 zei hij dat afzettingen van het metaal niobium – gebruikt als legering voor staal – het land in een mijnbouwgrootmacht kunnen veranderen. Zijn voorstel viel destijds echter in het water.
Bolsonaro heeft daarnaast herhaaldelijk gezegd dat de inheemse gebieden in het land buitensporig groot zijn. Buitenlandse regeringen zouden daar handig gebruik van maken, door de inheemse bevolking te ondersteunen en het argument van milieubehoud te gebruiken om de mijnbouwsector in het land te vertragen, zegt de president.
In maart van dit jaar, zette Bolsonaro het parlement nogmaals onder druk om de mijnbouw op inheems grondgebied te reguleren. Dit was nodig vanwege de oorlog in Oekraïne, die een bedreiging vormde voor de cruciale aanvoer van meststof. De president hoopte het aandeel van de mijnbouwsector te vergroten in het land, om zo de druk op de landbouwsector te compenseren.
Zijn voorstel kreeg afgelopen donderdag kritiek van ecoloog Philip Fearnside en vijf andere wetenschappers. Die waarschuwden voor het feit dat de oorlog in Oekraïne dient als “excuus voor de vernietiging van de Amazone”. Ze wezen ook op het behoud van de ecologische voordelen die het Braziliaanse regenwoud ons biedt. Uit satellietgegevens blijkt dat er in 2020 al meer 11.000 vierkante kilometer van het Amazonewoud is verdwenen, een record sinds 2008, toen de Braziliaans president werd verkozen.
(am)