We sturen steeds meer spraakberichten in plaats van te bellen: “Inhoud wordt afgestemd op de eigen tijdsindeling”

Spraakberichten, het opnemen van korte berichten die dan worden verzonden via WhatsApp, Messenger en andere diensten, winnen aan populariteit. Er wordt minder gebeld of ge-sms’t. Business AM vroeg aan Mariek Vanden Abeele, professor digitale communicatie aan de UGent, hoe dit komt.


Beluister hier het volledige gesprek met Mariek Vanden Abeele:


Waarom is dit belangrijk?

Jongeren nemen steeds minder de telefoon ter hand om te bellen, tot ergernis van de oudere generaties en zelfs werkgevers. Tegelijk verandert ook de maatschappij naar een individualistischere beleving.
  • Vanden Abeele legt uit waarom spraakberichten zo in opmars zijn: “Spraakberichten combineren de voordelen van spraak en die van chatten. Als je belt, dan dan breek je in in iemands tijd. Die persoon moet onmiddellijk opnemen en jou aandacht geven. Als je een spraakbericht inspreekt, dan kan de ander nog altijd op een moment dat het hem of haar uitkomt naar dat bericht luisteren.”
  • “Een tekstbericht duurt lang om te tikken. Of je kan er misschien niet zoveel emoties inleggen. Of je bent misschien bezig met een activiteit zoals autorijden, waardoor het moeilijk is om berichten te tikken. Dan kunnen spraakberichten net een meerwaarde gaan vormen.”

Individualisering

  • “We hebben een heel geïndividualiseerde mediaomgeving waarin iedereen inhoud volledig kan afstemmen op de eigen voorkeuren en op de eigen tijdsindeling. Spraakberichten sluiten daar perfect bij aan. Jongeren geven daar vanuit die verwachting ook een voorkeur aan, omdat bellen bijna als onbeleefd wordt gezien, om in te breken in iemands dag.”
  • Door de coronapandemie zijn meer werknemers hun eigen tijd gaan indelen. Of dat ook bijdraagt aan een groter bewustzijn van andermans tijd en dus de toename aan spraakberichten, weet Vanden Abeele niet, “maar het is wel zo dat we ook op het gebied van werkactiviteiten die individualisering zien. Het zelf beslissen over waar en wanneer je werkt en hoe je je tijd indeelt. In die zin zou het mij niet verbazen als het past in die bredere trend.”
Meer