De coronacrisis brengt de Europese luchtvaartmaatschappijen veel schade toe. Om de financiële kater wat te verlichten, eisen ze nu een verlichting van de milieubelastingen. Op die manier willen de maatschappijen hun overlevingskansen vergroten.
Momenteel voert de luchtvaartsector een verloren strijd tegen belastingen in Europa. Regeringen leggen nieuwe heffingen op om de groei van verkeer en emissies te vertragen. Ondertussen wil de Europese Unie een belasting invoeren op vliegtuigbrandstof. Dat behoort onder de Green Deal.
Maar dat is niet naar de zin van de luchtvaartsector. ‘Na de crisis hopen we dat regeringen zullen begrijpen dat de kwetsbaarheid van deze sector te wijten is aan lage marges en hoge kapitaalkosten’, aldus het hoofd van de International Air Transport Association (IATA). ‘En dat het economisch en financieel niet verstandig is om de belastingen te verhogen op een sector die structureel kwetsbaar en financieel zwak is’, vertelde Alexandre de Juniac volgens Reuters.
Eerste rij
De luchtvaartsector is een van de meest getroffen sectoren door de pandemie. De crisis kan de luchtvaart tot 250 miljard dollar kosten. Daarom staat de sector dus ook als eerste in de rij om geld te ontvangen om te overleven. Daar komt kritiek op. ‘Luchtvaartmaatschappijen die in slechte tijden om openbare steun vragen, moeten accepteren dat ze in goede tijden belasting moeten gaan betalen’, zegt Andrew Murphy van Transport & Environment.
Daarbovenop eisen de luchtvaartmaatschappijen dus ook een verlichting van de milieubelastingen. Andere experten zien in de crisis juist een opportuniteit. Het kan dienen als kantelpunt om de vervuiling door de luchtvaart tegen te gaan. In de Verenigde Staten komen democratische wetgevers met een concreet voorstel: de uitstoot binnen 15 jaar met 25 procent verminderen en tegen 2050 met 50 procent. In ruil krijgen de maatschappijen 40 miljard dollar aan subsidies.