Een jaar nadat Aleksej Navalny, de grootste politieke tegenstander van Russisch president Vladimir Poetin, tot een celstraf werd veroordeeld, is de politieke oppositie in het land zo goed als dood. Dat zeggen verschillende Kremlincritici tegen het persagentschap Associated Press.
Duimklemmen strakker aangeschroefd
Op 2 februari 2021 werd Kremlincriticus Aleksej Navalny door een Russische rechtbank officieel veroordeeld tot een gevangenisstraf van tweeënhalf jaar. Sindsdien heeft de Russische overheid de duimklemmen extra hard aangeschroefd bij oppositiefiguren.
Volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch is het aantal arrestaties en politieraids op activisten er de laatste maanden zorgwekkend sterk toegenomen. “Legale politieke oppositie is in Rusland bijna compleet stilgevallen”, zegt Irina Fatyanova, voormalig kopstuk van Navalny’s campagne, aan Associated Press.
Ook politiek analist, en voormalig speechschrijver van Poetin, Abbas Gallyamov zegt dat de repressieve acties de laatste maanden in een stroomversnelling kwamen. Volgens Gallyamov voerde het Kremlin de druk op naar aanleiding van de parlementsverkiezingen afgelopen september. Maar zelfs nadat Poetin zijn macht in het parlement kon veiligstellen, bleven de autoriteiten hun restrictief beleid voortzetten.
Reeks organisaties opgedoekt
In mei 2021 werd het netwerk van Navalny op een zwarte lijst gezet, waarmee de leden gelijkgesteld werden met terroristische organisaties zoals Al Qaeda, IS en de taliban. Hierdoor werden alle bankrekeningen bevroren die aan Navalny’s campagne gelinkt waren en riskeren alle medewerkers een celstraf. Sindsdien zijn tal van Navalny’s vertrouwelingen naar het buitenland gevlucht, gearresteerd of onder huisarrest geplaatst.
Ook andere organisaties buiten Navalny’s netwerk werden het afgelopen jaar opgedoekt. In mei legde Open Russia, een prodemocratische organisatie gefinancierd door de Russische oligarch en Kremlincriticus Mikhail Khodorkovsky, zijn activiteiten stil uit bescherming van zijn medewerkers. Het kopstuk van Open Russia, Andrei Pivovarov, werd gearresteerd en riskeert tot zes jaar cel.
Een andere noemenswaardige ngo die zijn activiteiten moest neerleggen was Memorial. Die burgerrechtenorganisatie doet voornamelijk onderzoek naar de misdaden onder het Sovjetregime, en herdenkt de slachtoffers van het communistische bewind. In december bestempelde Moskou Memorial als een “buitenlandse agent”, wat de organisatie dwong om de boeken toe te doen.
Ondanks de opgedreven acties van het Kremlin om alle dissidente stemmen het zwijgen op te leggen, weigeren de aanhangers van Navalny naar eigen zeggen zich over te geven. “We publiceren onderzoeken, we leveren organisatorisch werk en we merken dat we nog steeds veel steun genieten binnen de Russische samenleving”, zegt Lyubov Sobol, voormalige advocate bij Navanly’s Anti-Corruption Foundation, een organisatie die ook in 2021 opgedoekt werd door de Russische overheid.
(mah)