De Nederlandse politie heeft dinsdag in de vroege ochtend een verdachte aangehouden voor de diefstal van twee schilderijen van Vincent van Gogh en Frans Hals vorig jaar.
De 58-jarige verdachte werd in zijn woning in Baarn aangehouden in verband met de diefstal van ‘Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar’ van van Gogh en ‘Twee lachende jongens’ van Hals.
‘Maandenlang werd onder leiding van het Openbaar Ministerie intensief onderzoek gedaan naar de roof van beide schilderijen’, aldus de politie.
Het schilderij dat van Gogh in 1884 maakte, werd in de nacht van 29 op 30 maart 2020 gestolen uit het Singer-museum in Laren en wordt geschat op 6 miljoen euro. Singer had het doek in bruikleen van het Groninger Museum toen het werd gestolen.
Het topstuk van Frans Hals werd in augustus gestolen uit een museum in Leerdam. Het schilderij komt uit 1626-1627 en is zo’n 15 miljoen euro waard. Volgens de politie gingen de kunstrovers ervandoor op een scooter.
Nog niet boven water
Beide schilderijen zijn echter nog niet boven water gekomen. De politie laat weten dat de zoektocht onverminderd doorgaat en roept mensen op zich te melden wanneer ze informatie denken te hebben.
‘Het is fantastisch nieuws en fijn dat de politie die man op het spoor is gekomen. Maar het werk is nog niet terecht’, reageert een woordvoerster van het Singer Museum. ‘Ik hoop dat de aanhouding de politie naar het schilderij kan leiden en dat mensen er weer in het Groninger Museum van kunnen gaan genieten.’
In juni vorig jaar doken foto’s op van de geroofde van Gogh naast een voorpagina van The New York Times van 30 mei, na de diefstal dus. De Nederlandse kunstdetective Arthur Brand liet toen op Twitter weten dat de foto’s circuleerden in maffiakringen.
(lb)