De woningprijzen in Nederland stijgen met 20 procent tegenover een jaar geleden, doordat er veel meer kandidaat-kopers zijn dan aangeboden woningen. Op gemiddeld 24 dagen wisselt een pand van eigenaar, dat is wel drie keer sneller dan normaal.

Gekke prijzen

• De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning in Nederland steeg in het tweede kwartaal van 2021 naar 410.000 euro. Dit is bijna 20 procent hoger tegenover een jaar eerder en de grootste stijging sinds de start van de metingen in 1995, meldt de makelaarsvereniging NVM. “Op de woningmarkt is het gekte alom.”
• Op sommige plaatsen in Noord-Nederland gaat het nog harder en worden prijsstijgingen tot 30 procent genoteerd.
• Ook volgens de studiedienst van ABN Amro wordt het almaar heter op de Nederlandse woningmarkt. De bank trekt de vooruitzichten voor de gemiddelde prijsstijgingen op naar 12,5 procent in 2021 en 5 procent in 2022, tegenover een eerdere raming van respectievelijk ‘slechts’ 7,5 procent en 2,5 procent.
• De Nederlandse vastgoedprijzen zitten daarmee beduidend sneller in de lift dan de Belgische.

Grote vraag, weinig aanbod

• De prijzenklim is volgens de experts het logische gevolg van de wet van vraag en aanbod: de sterk toegenomen vraag naar woningen botst op een beperkt aanbod.
• “Het aanbod droogt nog steeds verder op en kopers doen er werkelijk alles aan om een woning te kunnen bemachtigen”, zegt NVM. Volgens de makelaarskoepel kende Nederland nooit een krappere markt voor koopwoningen dan vandaag.
• De grotere vraag heeft te maken met een fiscaal gunstregime voor kopers onder 35 jaar, de lage hypotheekrente en mogelijk soepele leenvoorwaarden bij de bank.
• Het beperkte aanbod verklaart waarom de prijzen fors stijgen en tegelijkertijd het aantal transacties daalt. ABN Amro verwacht dat het aantal transacties dit jaar met 10 procent zal afnemen.

Corona-effect

• De vraag naar een koopwoning wordt nog eens extra gestimuleerd door de coronacrisis, die waarschijnlijk zal leiden tot een structureel groter belang van thuiswerk.
• “Nooit eerder werd, als gevolg van de beperkingen van Covid, de waarde van woongenot voor het welzijn van onze samenleving zo nadrukkelijk zichtbaar als nu. Dat uit zich in de stijgende belangstelling voor het landelijke gebied en de toegenomen mobiliteit in de totale woonmarkt”, zegt NVM.
• “Dat de woningmarkt tijdens de coronacrisis zo’n vlucht heeft genomen, komt waarschijnlijk ook door de verschuiving van woonvoorkeuren”, bevestigt econoom Philip Bokeloh van ABN Amro. “Het belang van een comfortabele woning is toegenomen doordat mensen meer tijd thuis doorbrengen.”
• Ook de grotere spaarbuffers spelen een rol, schrijft Bokeloh. “Veel huishoudens hebben tijdens de coronacrisis kunnen sparen. Bij gebrek aan mogelijkheden om geld uit te geven, namen hun spaarbuffers toe. Wij houden er rekening mee dat het grootste deel van de extra besparingen naar vermogensopbouw zal vloeien en onder andere in woningen zal worden gestopt.”

Feest voor de verkopers, ‘FOMO-stress’ bij de kopers

• De verkopers op de Nederlandse vastgoedmarkt zitten in een zetel: ze kunnen hun pand in een mum van tijd verkopen en vaak aan een hogere prijs dan gedacht. Van de recent verkochte woningen werd 78 procent boven de vraagprijs verkocht, meldt NVM. “Daarmee is het feest voor verkopers, want kopers gaan steeds verder om met succes te kunnen kopen.”
• Het duurt gemiddeld 24 dagen voor een woning is verkocht. Dat is de kortste periode ooit. In normale tijden is de gemiddelde transactietijd drie keer langer, circa 11 weken.
• Bij de kandidaat-kopers speelt het FOMO-effect (fear of missing out). Velen vrezen dat een eigen woning straks onbetaalbaar wordt en zijn bereid meer risico’s te nemen.
• Bokeloh: “Onder de huidige marktomstandigheden hebben kopers weinig tijd om na te denken over de mogelijk grootste financiële beslissing van hun leven. Kopers vrezen met de aanhoudend stijgende prijzen definitief buiten de boot te vallen op de woningmarkt en hebben haast met de aanschaf van hun woning.”

Lees ook: Grootste stijging vastgoedprijs in 20 jaar heeft 4 redenen

(bzg)