Duitsland sluit zijn kerncentrales en wil dat andere Europese landen zijn voorbeeld volgen. Weinigen luisteren.
Kan Europa groen worden zonder kernenergie?
Waarom is dit belangrijk?
Kerncentrales zullen wellicht een belangrijke rol spelen in de race naar klimaatneutraliteit. Europa moet nog beslissen of ze kernenergie een groen label geven of niet.Tien jaar geleden, nadat een tsunami de reactor van Fukushima in het noorden van Japan had getroffen en een kernramp veroorzaakte, besloot Duitsland zijn 12 kerncentrales geleidelijk te sluiten. Binnen enkele maanden werden de eerste centrales gesloten. Eind 2022 zullen de laatste drie voorgoed de deuren sluiten.
Duitsland wil tegen 2045 koolstofneutraal zijn. De Europese Unie streeft naar een broeikasgasuitstoot van nul in 2050. Maar kan Europa die doelstellingen wel halen als de grootste Europese economie kernenergie heeft afgeschaft? Europese landen die kernenergie produceren, stoten consequent minder koolstofdioxide uit dan landen die dat niet doen. Frankrijk heeft een lagere CO2-uitstoot per inwoner, en ook een hogere productie in kernenergie.
Andere landen, zoals Zweden, zijn erin geslaagd hun uitstoot te verminderen zonder gebruik te maken van kernenergie. Het grootste deel van de Zweedse stroomvoorziening is afkomstig van hernieuwbare bronnen, zoals waterkracht en windenergie. Het land heeft winderige kusten waar windturbines krachtiger waaien. Samen met kernenergie voorzien ze meer dan 60 procent van alle energie.
Hongarije, dat ook een lage CO2-uitstoot per inwoner heeft, volgt dan weer een nieuwe energiestrategie sinds 2012. Het rapport dat “Nationale Energiestrategie naar 2030” heette, zorgde voor een aanzienlijke toename in energie-efficiëntie.
De meeste Duitsers steunden het besluit in 2011 en velen doen dat nog steeds. In haar verkiezingsprogramma voor de parlementsverkiezingen in september heeft de Groene partij, die volgens The Economist waarschijnlijk minstens 14,5 procent van de zetels in de Bundestag zal behalen, zich ertoe verbonden te lobbyen bij andere Europese landen om kernenergie af te schaffen.
In juli werd gemeld dat Duitsland steun had gekregen van Oostenrijk, Denemarken, Luxemburg en Spanje in hun verzet tegen de plannen van de EU om kernenergie als “groen” te classificeren voor investeringsdoeleinden. De EU heeft tot op de dag van vandaag nog geen officieel standpunt ingenomen.
Kerncentrales hebben een imagoprobleem
De meeste buurlanden van Duitsland luisteren niet. Van de 17 Europese landen die kernenergie produceren, heeft alleen Groot-Brittannië plannen om binnenkort centrales te sluiten. Toch bouwen de Britten nog steeds nieuwe centrales. Zwitserland heeft de bouw van nieuwe centrales verboden, maar zal bestaande centrales in bedrijf laten “zolang ze veilig zijn”.
Polen, dat sterk afhankelijk is van steenkool, zal in 2026 beginnen met de bouw van zijn eerste kerncentrale. In maart hebben de leiders van Tsjechië, Frankrijk, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en Slovenië de Europese Commissie aangeschreven om aan te kaarten dat de ontwikkeling van kernenergie in hun landen “door een aantal lidstaten wordt betwist”.
Met de Duitse verkiezingen in het verschiet en de gevolgen van de recente catastrofale overstromingen in beschouwing genomen, zal de opwarming van de aarde hoog op de publieke agenda staan. Goed gereguleerde kernenergie is volgens experts veilig en vormt een stabiele bron van emissievrije elektriciteit. Toch zijn sommige politici terughoudend om erover te praten.
Armin Laschet, de leider van de regerende Christen-Democratische Unie (CDU), die wel eens de volgende kanselier zou kunnen worden, heeft hooguit gezegd dat het land eerst steenkool en dan pas kernenergie had moeten dumpen. De extreemrechtse Alternative für Deutschland is de enige partij die voorstelt kernenergie weer in te voeren. Het idee van een nucleaire ommekeer blijft te riskant voor de meeste Duitse politici.
(jvdh)