Italiaans premier Mario Draghi (onafhankelijk) doet afstand van zijn jaarloon van 115.000 euro. Stelt de voormalige president van de Europese Centrale Bank hiermee een daad van zedelijkheid, of is dit naïviteit met mogelijk destructieve gevolgen? In een editoriaal van de Financial Times neigt men naar het laatste.
‘Italiaanse politici hebben weinig werkzekerheid: sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er 69 Italiaanse premiers geweest’, merkt de Times fijntjes op.
Draghi is overigens niet de eerste premier die vrijwillig afziet van (een deel van zijn) bezoldiging. De voorganger van Draghi, Giuseppe Conte, verkoos in 2019 om te werken voor 80 procent van de 115.000 euro waar hij als premier recht op had.
Terug naar de vermaarde financiële krant: ‘Weinigen zullen beweren dat de rol van Italiaanse premier gemakkelijk is. Een grote economie draaiende houden is moeilijk werk, geen daad van liefdadigheid.’
En een grote economie is Italië, als achtste in de wereldrangschikking volgens bbp, nog steeds. Dit ondanks de wurgende armoede die sinds de pandemie -vooral- in het zuiden van het land (eeuwenoud zorgenkind) nog meer lijkt toe te nemen. Maar ook die kwestie valt ook onder het takenpakket van de premier, en draagt bij aan zijn zorgen.
Populistische partijen
Daarom klinkt het: ‘Ministers-presidenten leveren een waardevolle dienst aan hun land. Beloning moet niet worden gezien als profijt trekken uit het ambt, maar als een eerlijke vergoeding voor dit werk. Een land besturen is geen liefdadigheid, maar een moeilijke taak die een fatsoenlijke beloning verdient.’
De Times erkent wel de strategische meerwaarde van de afwijzing van het ministerieel salaris, vooral bij een verbaal treffen met populistische partijen. Maar …
Hoewel deze symbolische daad ‘populistische aanvallen kan helpen afweren, is zij op lange termijn corrosief en kan zij de idee versterken dat een politieke carrière iets onwettigs heeft – een gevaarlijk idee in een democratische samenleving.’
Essentieel
‘Aspirant-politici bereiden zich voor op een leven vol publieke ontering en op het feit dat hun eigen privéleven en dat van hun dierbaren stelselmatig aan het publiek wordt blootgesteld. Dat velen het nog steeds een aantrekkelijke carrière vinden, toont aan dat het uitoefenen van politieke macht nog steeds aantrekkelijk is.’
De verleiding van de macht is geen onbelangrijke factor, maar is evenmin allesbepalend, betoogt het dagblad.
Dus: ‘Politici betalen is essentieel. Na vele jaren in overheidsdienst en als centraal bankier – en een periode als directeur bij Goldman Sachs – heeft Draghi behoorlijk wat rijkdom vergaard. (…)’
Concluderend: ‘Hij mag dan (misschien) weinig behoefte aan het salaris hebben (…). Zijn opvolger kan veel jonger en veel minder rijk zijn. Ervoor zorgen dat politici gecompenseerd worden voor hun tijd is van vitaal belang om de hoogste ambten open te houden voor iedereen en niet alleen voor de rijksten.’
Lees ook: Sparen: Mario Draghi, de eerste rentevrije ECB-voorzitter is de nachtmerrie van elke spaarder
(jvdh)