La Gazzetta dello Sport had spectaculair nieuws te melden. Zij beweren dat de sjeiks uit de Emiraten een afkoopsom van 100 miljoen euro met Pogačar hebben afgesproken als hij naar een ander team wil. Is het godenkind uit Slovenië dit waard ? En is hij op weg om beter te worden dan Eddy Merckx?
Bijna het niveau van onze eigen Kevin de Bruyne
La Gazzetta dello Sport, misschien wel de meest betrouwbare bron als het om wielernieuws gaat, beweerde deze week dat Tadej Pogacar zo maar eventjes 100 miljoen euro moet kosten als een concurrerende wielerploeg hem wil afkopen.
We zijn gewend deze bedragen te zien voor de allerbeste voetballers van de wereld, maar nog niet voor wielrenners. Het is zo dat de Sloveen vandaag de best verdienende wielrenner is met een basisloon zonder bonussen van 6 miljoen euro – als hij de Tour wint krijgt hij er nog 1 miljoen euro bovenop – maar de wielrennerij is die bedragen niet gewend. Nochtans zit hij er dicht bij. Erling Haaland zou een afkoopsom van 200 miljoen euro hebben en onze eigen Kevin De Bruyne één van 250 miljoen euro.
Ook Remco Evenepoel heeft een afkoopsom
Er bestaat ook een afkoopsom voor Remco Evenepoel die tot 2026 onder contract ligt bij Soudal-Quickstep, maar dit moet voor een topteam als Ineos of Bora te betalen zijn. Soudal zelf gaat daar ook relatief licht mee om. “Over contracten mag ik niet spreken.” Er is een contract waarin staat dat Evenepoel vijf jaar bij ons blijft, maar welk contract is waterdicht? Alles is te koop”, zegt Marko Heijl, verantwoordelijke voor sportsponsoring bij Soudal, in Sport/Voetbalmagazine.
De Sloveen wil beter worden dan Merckx
In tegenstelling tot wat soms wordt verteld, kent Pogačar zijn geschiedenis en heeft hij de filmpjes van Merckx bekeken. Hij is er zich van bewust dat hij in staat is om de nieuwe Merckx te worden. Dat kan je alleen worden als je excelleert op de wegen van de Tour én van de Monumenten. Dit is dan ook zijn doel. Een mooi voorbeeld zagen we hoe hij zich voorbereidde om voor de eerste keer de Ronde Van Lombardije binnen te halen.
Om dat te bereiken, baande hij zich gedurende enkele weken een weg door een heel aantal koersen, beginnend met de tijdrit op de Europese kampioenschappen en de wegrit waarin hij in een figurantenrol werd gedwongen. Wie herinnert zich niet hoe Evenepoel, Colbrelli en co hem in een sprint bergop degradeerden tijdens dat Europees kampioenschap?
Vervolgens verscheen hij aan de start in Leuven voor het WK tijdrijden en wegrijden, waar hij ook weer naar huis werd gereden. Er waren al journalisten die suggereerden dat hij niet meer dezelfde was. Vervolgens haspelde hij een aantal Italiaanse najaarskoersen af, waarin hij keer op keer werd afgetroefd door zijn voornaamste tegenstanders. Deze koersen waren echter allemaal trainingskoersen voor dat éne grote doel op het einde van het seizoen, met winst in een tweede monument dat jaar.
En dan was het de grote dag. De Ronde van Lombardije 2021 ging van start, de best bezette koers in de laatste twintig jaar na Luik- Bastenaken-Luik van datzelfde jaar, die hij ook had gewonnen. Hier kwam de Sloveen zegevierend uit de veldslag. De hele maand had hij keer op keer klappen gekregen, wel in de wetenschap dat dit voor hem allemaal trainingskoersen waren, en dat de hoofdvogel in Bergamo op hem wachtte.
De Sloveen zal beter worden dan Eddy Merckx
Het lijdt ook geen twijfel dat hij eigenlijk gewoon straffer zal worden dan Eddy Merckx. Die zegt zelf dat hij voor de eerste keer een waardig opvolger heeft, al was het maar in de stijl dat hij fietst. Hij is de Roger Federer van de koers, terwijl Merckx eerder een Nadal was, ploeterend en vechtend zonder dezelfde gratie.
Dat hij beter zal worden mag natuurlijk niet puur worden afgewogen in aantallen, want dat kan niet. Als Pogiboy beter zou doen dan Sean Kelly is het al spectaculair, gemeten op de 6 belangrijkste ééndagskoersen van het jaar .
Op het vlak van de grote rondes is het verschil ook nog zeer groot.
Maar de vergelijking is oneerlijk. Merckx fietste tegen een kransje renners uit een handvol landen. De sport heeft vooral de jongste tien jaar een hoge vlucht genomen en wordt nu beoefend in heel wat meer landen en continenten.
Volgens de statistieken van PCS – een organisatie die alle naoorlogse resultaten over het wielrennen verzamelt – waren er in de tijd van Merckx slechts 18 landen actief in het wielrennen. Dat is vandaag gegroeid tot 79 landen die Worldtourrenners afvaardigen en een rol spelen in het peloton. Dat maakt dat de concurrentie nu kan komen uit meer dan 2 miljard andere bewoners van onze planeet.
Pogačar is een uniek specimen. Het wielrennen is alvast nog nooit zo mooi geweest. Of dat dan 100 miljoen euro waard is, is dan weer wat anders.
Xavier Verellen is auteur en ondernemer ( www.qelviq.com)