Wie vandaag een woning in Vlaanderen of Brussel koopt, kan niet langer genieten van een fiscaal voordeel. Dat is wel nog het geval voor wie in ons land een tweede woning koopt. Vooruit, Groen en CD&V pleiten voor een afschaffing van dat fiscaal voordeel. Dat meldt De Standaard.
Verschillende partijen, waaronder CD&V en Groen, willen de afschaffing van de woonbonus op de agenda plaatsen bij de volgende begrotingsbesprekingen. Mensen die een tweede woning kopen, genieten tot op vandaag van een fiscaal voordeel. Dat terwijl de gewesten, die bevoegd zijn voor het belastingvoordeel voor de gezinswoning, gesleuteld hebben aan het belastingvoordeel voor wie zijn eigen woning koopt.
De Vlaamse regering heeft op 1 januari 2020 de woonbonus afgeschaft. Dat betekent dat huizenjagers sindsdien niet meer in aanmerking komen voor een belastingvoordeel voor de eigen en enige woning wanneer ze een hypothecair krediet afsluiten. Om die afschaffing ietwat te compenseren heeft de Vlaamse regering de registratierechten verlaagd van 7 naar 6 procent voor wie een eigen woning koopt in het Vlaamse gewest. Zij die reeds genoten van een belastingvoordeel, blijven er recht op hebben. Het is weliswaar niet mogelijk om het voordeel te verlengen door bijvoorbeeld een deel van je woonkrediet opnieuw op te nemen. Het fiscaal voordeel wordt op die manier met mondjesmaat uitgedoofd.
Enkel nog een voordeel voor de enige en eigen woning in Wallonië
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was Vlaanderen in 2017 al voorgegaan. De woonbonus werd daar toen vervangen door een hogere korting op de registratierechten.
Enkel in Wallonië bestaat er nog een belastingvoordeel voor een eigen en enige woning. Dat voordeel draagt de naam de Chèque Habitat en is afhankelijk van het belastbaar inkomen van de belastingplichtige.
De afschaffingen van de woonbonus in Vlaanderen heeft al voor tumult gezorgd omdat de verlaging van de registratierechten met 1 procentpunt ruimschoots tekort schiet om het verlies van de woonbonus te compenseren. Daarenboven komt nog eens het feit dat mensen die lenen voor een tweede woning tot op vandaag genieten van een belastingvoordeel. Dat is namelijk een federale bevoegdheid.
Intrestaftrek en belastingvermindering langetermijnsparen
Wie de aankoop van zijn tweede woning financiert met een hypothecair krediet kan de interesten afhouden van het belastbaar onroerend inkomen (gebaseerd op de huurinkomsten of het kadastraal inkomen) in de personenbelasting.
Voorts kunnen de kapitaalaflossingen en eventuele premies voor de schuldsaldoverzekering recht geven op de federale belastingvermindering voor het langetermijnsparen van 30 procent. Hoe groot het effectieve voordeel is, is afhankelijk van het belastbaar inkomen van de belastingplichtige. Het plafond bedraagt 2.350 euro. Het maximale voordeel bedraagt dus 705 euro (exclusief gemeentebelastingen).
Vraag is of de federale regering in navolging van Vlaanderen en Brussel dat voordeel gaat afschaffen. Het lijkt immers oneerlijk dat wie een tweede woning koopt wel nog kan genieten van een belastingvoordeel terwijl dat niet zo is voor wie een eerste woning koopt.
Brede fiscale hervorming op komst
In een reactie aan onze redactie begin dit jaar liet het kabinet van Vincent Van Peteghem (CD&V), de minister van Financiën, weten dat er in het regeerakkoord een brede fiscale hervorming is afgesproken. In dat akkoord wordt het belastingvoordeel voor een tweede woning weliswaar niet expliciet vermeld.
‘Daarnaast heeft de Hoge Raad voor Financiën ook al aangegeven om dit te herbekijken, wat dus ook zal gebeuren in functie van de fiscale hervorming’, liet het kabinet ons ook weten.
Ook de Hoge Raad van Financiën, een adviesorgaan dat de regering bijstaat bij de grote fiscale hervorming is voorstander van een afschaffing. In het jongste rapport van dat orgaan staat een voorstel om “deze belastingvermindering af te schaffen voor contracten afgesloten vanaf 1 januari 2022.”
De liberalen geve, momenteel geen commentaar op een eventuele afschaffing van het fiscaal voordeel voor een tweede woning. “We gaan de begrotingsbesprekingen echt niet in de krant voeren”, aldus Egbert Lacheart, voorzitter van Open VLD.
De impact van die afschaffing op de federale begroting zal weliswaar beperkt blijven. Cijfers die het kabinet ons heeft bezorgd tonen aan dat de budgettaire kosten voor het langetermijnsparen in het kader van de kapitaalaflossingen in 2018 77,7 miljoen euro bedroeg.
Lees ook: