In heel Europa stijgen de brandstofprijzen naar maximumrecords. Aangevuld met de verhoging van gas- en elektriciteitsprijzen wordt dit voor veel Europeanen (en dus ook Belgen) stilaan onhoudbaar. Maar is er een oplossing voor de stijgende brandstofprijzen?
Om de brandstofprijzen te begrijpen moeten die eerst uit elkaar gehaald worden. Wat u betaalt aan de pomp is niet het bedrag wat rechtstreeks bij de oliemaatschappijen op de rekening komt. Iedereen krijgt een stukje van de taart. De maximumprijs van brandstof (tankstations en raffinaderijen kunnen korting geven, wat het verschil tussen verschillende tankstations verklaart), wordt als volgt berekend.
Prijs ex-raffinaderij
De ‘prijs ex-raffinaderij’, ook wel ‘de kostprijs van het petroleumproduct’ genoemd, is de prijs van de benzine of diesel die op de markt van Rotterdam werd afgesproken. Die prijs is afhankelijk van heel wat factoren, zoals de waarde van de dollar t.o.v. de euro, de beschikbaarheid van de producten en het marktmechanisme van vraag en aanbod. Deze heeft dus het meeste impact op de stijging van de maximumprijs van olieproducten. Anno december 2020 maakte deze ongeveer 25 procent van de maximumprijs uit.
De maximale bruto distributiemarge
Hiermee worden de kosten om olieproducten van bij de raffinaderij tot bij jou te krijgen bedoeld: transport, opslag, verdeling in tankstations en marketing- en promotiekosten. Die worden elk jaar op 1 oktober en 1 april geïndexeerd en was in december 2020 ongeveer 13 procent van de totaalprijs.
APERTA-bijdrage
APERTA is het nationaal Petroleum Agentschap dat de strategische aardolievoorraden in België beheert. Hierdoor nemen zij ook een percentage op de prijs van brandstof aan de pomp, ongeveer 0,5 procent .
Belastingen
Belastingen neemt verreweg de grootste taartpunt weg van jouw brandstofkost. In 2019 waren accijnzen alleen goed voor 39 procent van de totaalkost. En dat is dan nog zonder BTW gerekend (nog eens 21 procent extra). De accijns zelf is een vast afgesproken bedrag, € 0,6002/liter. Of de olieprijs nu crasht of pijlsnel stijgt, accijnzen blijven hetzelfde. BTW is echter een ander verhaal: die wordt berekend als percentage op alle bovenstaande bedragen. Dit wil zeggen dat de BTW op olie stijgt als de prijs van de olie ook stijgt. Daardoor passeert de Belgische overheid zelf langs de kassa als petroleumraffinaderijen de olieprijzen moeten verhogen.
Oplossing
In Frankrijk begint supermarktketen E. Leclerc (die ook tankstations beheert) brandstof te verkopen aan de inkoopprijs. E. Leclerc-topman Michel-Édouard Leclerc reageert hiermee op de oproep van de overheid om winstmarges te verlagen. Hiermee wil hij tonen hoeveel de marge voor exploitanten maar is, in tegenstelling tot wat de overheid eraan verdient. De sleutel voor haalbare brandstofprijzen ligt bij de overheid, die een tijdelijke belastingsverlaging overweegt. Ook in ons land gaat dat debat ondertussen op.
Uit een studie van PVDA/PTB blijkt dat de overheid 500 miljoen euro verdient als de prijzen 25 procent stijgen (tussen 20 oktober 2020 en 19 oktober 2021 stegen die effectief 25 procent). De oppositiepartij hekelt dit beleid, waarbij de overheid geld verdient op kap van haar bevolking. “Het openbaar vervoer is te duur en er is veel te weinig aanbod. Voor veel mensen, die deze winter al met gepeperde energierekeningen worden geconfronteerd, zijn de stijgende brandstofprijzen gewoonweg onhoudbaar”, zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens.
De partij komt ook met een oplossing: het wil de afgesproken accijnsprijs halveren, zodat de prijs voor benzine en diesel in ons land terug onder €1,40/ liter komt. De hogere BTW-inkomsten voorzien genoeg extra geld in het laatje van de regering om die accijnsverlaging te kunnen doorvoeren.
(bzg)