Net zoals in ons land stijgt de inflatie (op jaarbasis) in de eurozone verder. Voor september komt het inflatiecijfer uit op 10 procent. Het is de eerste keer in de geschiedenis van de euro dat er sprake is van een dubbelcijferige geldontwaarding. De Europese Centrale Bank (ECB) komt dus opnieuw onder druk te staan om de rente fors te verhogen.
Het leven in de eurozone wordt almaar duurder, leert het inflatierapport van Eurostat, het Europese statistiekbureau. Daaruit blijkt dat de geldontwaarding in de eurozone deze maand uitkwam op 10 procent. Vorige maand bedroeg de inflatie (op jaarbasis) 9,1 procent. Het inflatiecijfer ligt ook hoger dan wat de analisten voor ogen hadden. Zij hadden een inflatie van 9,7 procent voorspeld. Het is de vijfde maand op rij dat de geldontwaarding de verwachtingen overtreft.
Het zal niemand verbazen dat de energieprijzen de grootste aandrijver van de inflatie blijven. Eurostat tekende een stijging met 40 procent op in vergelijking met vorig jaar. Ook deze maand stellen we vast dat de prijsstijgingen doorsijpelen naar andere producten. Zo is de inflatie zonder energie en voedsel gestegen met 4,8 procent.
De prijs van voeding, alcohol en tabak is in een jaar tijd gestegen met 11,8 procent. Diensten zijn 4,3 procent duurder geworden.
Uiteenlopende inflatiecijfers
Dankzij de geharmoniseerde cijfers in het rapport van Eurostat kunnen we ook de inflatie van de lidstaten vergelijken. Het verschil kan daarbij enorm oplopen. In Estland is de inflatie met 24,5 procent het hoogst. Frankrijk heeft dan weer het laagste inflatiecijfer van de monetaire unie. Het leven bij onze zuiderburen is deze maand “slechts” 6,2 procent duurder geworden.
Het opmerkelijke verschil tussen de lidstaten is ook Bert Colijn, econoom bij ING, niet ontgaan. “De inflatieverschillen tussen de landen worden groter door de maatregelen die de nationale regeringen nemen”, merkt hij op. “Frankrijk kon bijvooorbeeld dankzij de overheidsmaatregelen ter verbetering van de koopkracht de inflatie ietwat binnen de perken houden.”
Hij verwacht dat de overheidsingrepen nog zullen toenemen naarmate de inflatie verder stijgt. “Zolang dat alles niet in Brussel wordt gecoördineerd, zal het algemene beeld in de eurozone vertroebeld blijven, wat het voor de ECB niet eenvoudig maakt om een geldbeleid uit te stippelen”, voegt de econoom er nog aan toe.
Wat doet de ECB?
Door de ongezien hoge inflatie in de eurozone komt de ECB opnieuw onder druk te staan om de rente fors op te trekken. Tijdens de rentevergadering eerder deze maand hadden Christine Lagarde, de voorzitter van de monetaire instelling, samen met de andere bestuursleden beslist om de rente met 75 basispunten te verhogen.
Kans is groot dat dat volgende maand opnieuw gebeurt. Verschillende bestuursleden hebben al aangegeven dat ze voorstander zijn van meer forse renteverhoging. Gediminas Simkus, voorzitter van de centrale bank van Litouwen, zei eerder deze week dat een verhoging met minstens 50 basispunten noodzakelijk is om de inflatie naar beneden te krijgen. Litouwen is niet toevallig een van de lidstaten met een van de hoogste inflatiecijfers van de eurozone, zijnde 22,5 procent.
De haviken binnen de ECB zullen hoe dan ook de galopperende inflatie aanhalen als argument om de handrem nog niet te lossen. De Amerikaanse bank Goldman Sachs verwacht dit jaar nog twee Europese renteverhogingen met 75 basispunten.
(lb)