Inflatie, en dus verhogen de lonen én dotaties voor Parlementsleden en partijen weer heel stevig. Pakken ze een ‘sprong’?

Inflatie, en dus verhogen de lonen én dotaties voor Parlementsleden en partijen weer heel stevig. Pakken ze een ‘sprong’?
Parlement – foto: Isopix

De cijfers die gisterenmiddag binnenkwamen doen duizelen: een inflatie van liefst 11,27 procent, voor september. Dat zijn cijfers die sinds 1975 niet meer zijn voorgekomen, en die elk bedrijf, maar ook de overheid, doen rekenen en naar adem snakken.

Want dat betekent concreet voor België dat de spilindex in totaal vermoedelijk liefst 9 keer zal overschreden worden, op minder dan twee jaar tijd. Dat indexmechanisme, wat België als enige heeft in de EU, naast Malta en Luxemburg (en die laatste schortte het op), beschermt relatief goed de koopkracht.

Maar het heeft ook gevaarlijke effecten: de lonen stijgen veel sneller dan in de buurlanden, wat de concurrentiekracht fors hypotekeert. Een discussie over de index wordt zo vroeg of laat politiek onvermijdelijk, ook al is ze absoluut taboe voor Vivaldi.

Tegelijk is er ook een wat pervers effect van de index: wie veel verdient, loopt dankzij die index verder weg in reëel loon of andere inkomsten van de laagste inkomens: het is een percentage dat wordt toegekend, geen vast bedrag.

Dat hebben ze in de Wetstraat uiteraard ook opgemerkt. Met meteen een politieke strijd daarrond, met name over de partijdotaties. Die werden na het Agusta-schandaal aangepast, om partijen niet meer te dwingen bij iedereen, laat staan Italiaanse wapenboeren, te gaan bedelen om geld. Maar het is een systeem dat doorgeslagen is in de andere richting: alle partijen bulken van het geld, beleggen ondertussen in vastgoed of spenderen zich te pletter op Facebook en Instagram in de hoop hun voorzitter populair te krijgen.

Per jaar krijgen de partijen samen nu 44 miljoen euro uit te staatskoffers. Er zijn al langer plannen om dat bedrag te beperken, maar daarbij hervalt de politiek telkens in voorstellen en systemen waarbij één of meerdere partijen meer zouden moeten afgeven dan anderen: zo stokt de boel.

N-VA, die het meeste krijgt omdat ze de grootste is, wil al langer de dotaties naar beneden. Zij grijpen nu de index aan om een nieuw voorstel te doen: brevries ten minste de indexeringen, pak een zogenaamde ‘indexsprong’. Kamerleden Wim van der Donckt (N-VA) en fractieleider Peter De Roover (N-VA) rekenden voor Het Nieuwsblad dat die index 373.000 euro zou bedragen, bovenop de 44 miljoen, voor dit jaar. De N-VA stelt voor de bedragen van 2019 te bevriezen, en zo 2 miljoen te besparen.

Meteen komt Open Vld met een tegenvoorstel, bij de Tafel van Vier, een dag later: “Waarom niet de lonen van de ministers én de Parlementsleden bevriezen?”. Er zit een snuifje populisme en zelfkastijding aan dat plan, maar is meteen een antwoord op de N-VA-voorzet.

Voorzitter Egbert Lachaert (Open Vld) en Kamerlid Christian Leysen (Open Vld), die zelf puissant rijk is, stuurden daarvoor een brief naar de voorzitter van de Kamer, om daarop aan te dringen. De vraag is of ze daar dan een meerderheid voor vinden. In de regering moet dat simpeler zijn, zo acht Lachaert: die kunnen snel zelf beslissen om te bevriezen. Een minister verdient zo’n 12.500 euro netto, een Parlementslid 6.000 euro. 

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.