In het eerste kwartaal van 2021 zijn de prijzen van onroerend goed in de 40 rijkste landen van de OESO met gemiddeld 9,4% gestegen. Dat was de voorbije 30 jaar nooit hoger, blijkt uit een analyse van de Financial Times.
In de OESO-landen is sprake van vastgoedkoorts, maar (nog) niet van een vastgoedbubbel
Waarom is dit belangrijk?
Op korte termijn kan de stijging van de huizenprijzen een goede zaak voor de economie zijn. Omdat mensen die al een huis bezitten zich rijker voelen en door de waardestijging meer gaan uitgeven. Maar als dit aanhoudt, dreigt een onhoudbare hausse die de markt fataal kan worden, vooral wanneer deze gepaard gaat met een sterke kredietexpansie.In navolging van de recordreeks die door de aandelenbeurzen wordt neergezet, explodeert nu ook de prijs van vastgoed. De krant heeft het voorlopig nog over “vastgoedkoorts”, eerder dan over een zeepbel. Maar niets lijkt de historische stijging van de vastgoedprijzen – ingezet bij het begin van de coronacrisis – te kunnen stoppen.
De oorzaak moet niet ver worden gezocht. Bergen gratis geld, negatieve of nulrente en de accumulatie van spaargeld als gevolg van de vele lockdowns. Tenslotte is er meer interesse voor een eigen woning, nu thuis- en telewerken een vaste plek in ons leven heeft afgedwongen.
België
De laatste vijf jaar steeg de gemiddelde prijs van een woonhuis in België met 20,4 procent. Dat bleek vorig kwartaal uit het kwartaalrapport van de Federatie van het Notariaat (Fednot). De appartementen laten over dezelfde periode een vergelijkbare gemiddelde prijsstijging zien: +19,7 procent. Filter je de inflatie eruit, dan ligt de reële prijsstijging van residentieel vastgoed tussen 13 en 14 procent.
Vastgoedkloof is oorzaak van sociale spanningen
Toch is dit alles niet zonder problemen. Zo stijgt de prijs van vastgoed veel sneller dan de inkomsten van de gezinnen. De stijging van de koopkracht van de gezinnen wordt nu dus ongedaan gemaakt door de forse prijsstijgingen. Jongeren en mensen die voor het eerst een woning willen kopen, staan voor een haast onmogelijke taak.
Er ontstaat dus wel degelijk een vastgoedkloof tussen degenen die onroerend goed bezitten en zich met de prijsstijgingen hebben verrijkt en degenen die dat niet konden en zich nu buitengesloten voelen. Dat leidt tot bijkomende sociale spanningen.
“Overwaardering bedraagt 10 procent”
Volgens Oxford Economics- lead economist Adam Slater is er sprake van een overwaardering van vastgoed met ongeveer 10 procent, vergeleken met de normale tendens op lange termijn. Hij weigert het woord zeepbel te gebruiken. Volgens Slater is wel degelijk sprake van een van de belangrijkste stijgingen in de immobiliënsector sinds 1900. Al blijft die wel onvergelijkbaar met de stijging die zich voordeed in 2008 en uiteindelijk zou leiden tot de rommelkredietencrisis.