Er komt niet meteen een einde aan de spectaculaire prijsstijgingen op de krappe Nederlandse immobiliënmarkt. Dat voorspelt de bank ABN Amro.

De prijzen op de Nederlandse markt voor koopwoningen namen vorig jaar een ongeziene vlucht, met prijzen die in november gemiddeld 20 procent hoger lagen dan een jaar eerder. Omdat er veel meer kandidaten zijn dan aangeboden panden, is er een race onder de mogelijke kopers ontstaan die tot de snel oplopende prijzen leidt.

Volgens de economen van ABN Amro zal de prijsstijging over 2021 afklokken op 15 procent, tegenover 10 procent in België, en gaan de prijzen de komende twee jaar verder de hoogte in.

“De huizenprijzen blijven records vestigen, vooral door de lage hypotheekrente. Hoewel aan de hypotheekrentedaling een eind is gekomen door de gestegen inflatie, denken wij dat de hypotheekrente per saldo laag blijft. Dit betekent dat de huizenprijzen verder kunnen stijgen”, verwacht de jongste Woningmarktmonitor van de bank.

“Na een toename van 15 procent in 2021 denken wij dat de huizenprijzen dit jaar met 12,5 procent en volgend jaar met 5 procent toenemen.” De bank heeft de voorbije maanden al meermaals haar prognoses opwaarts moeten bijstelllen.

Steeds krapper aanbod

De studie van ABN Amro, die kritisch is voor de eerste vastgoedmaatregelen die de nieuwe regering Rutte aankondigde, voorspelt dat de hogere prijzen in 2022 wel gepaard zullen gaan met 10 procent minder transacties.

“Momenteel staan er nauwelijks woningen te koop en blijft de nieuwbouw achter, zodat er steeds minder transacties plaatsvinden. Huizenbezitters stellen het moment van verkoop uit, omdat zij eerst zelf een geschikte woning willen vinden. Bij de huidige prijsstijging kan het bovendien lonen om met de verkoop te wachten.”

“Een geschikte, betaalbare woning vinden wordt steeds lastiger”, besluiten de economen. “Feitelijk hebben kopers dus geen keus. Wie iets geschikts vindt, moet snel beslissen.”

(mah)