Hongarije en Polen schakelen hun vetorecht in om de Europese meerjarenbegroting en het coronaherstelfonds. Ze vinden het niet kunnen dat de middelen gekoppeld worden aan het respect voor de rechtsstaat. ‘Een ernstige crisis dreigt’, waarschuwen diplomaten.
Het verzet draait om het princiepsakkoord dat het Duitse EU-voorzitterschap vorige week met het Europees Parlement bereikte over de meerjarenbegroting. Die voorziet vanaf 2021 tot en met 2027 zo’n 1.100 miljard euro aan uitgaven. Het coronaherstelfonds van 750 miljoen euro keert – vanaf het tweede kwartaal van volgend jaar – dan weer subsidies uit aan de lidstaten om de coronaklap te boven te komen.
Alles samen gaat het dus om meer dan 1.800 miljard euro die de EU de komende jaren wil investeren om de economie erbovenop te helpen. Polen en Hongarije blokkeren de goedkeuring van het budgettaire pakket uit onvrede over een mechanisme dat de fondsen koppelt aan het respect voor de rechtsstaat. Nochtans krijgt Hongarije 6,25 miljard euro uit het herstelfonds, Polen vangst zelfs 23 miljard euro.
Unanieme goedkeuring
De veto’s zullen tot ongenoegen leiden bij Zuid-Europese landen, zoals Spanje en Italië, die hard getroffen zijn door corona en het geld goed kunnen gebruiken. ‘Ik dring er bij de lidstaten op aan om politieke verantwoordelijkheid te nemen. Dit gaat niet over ideologieën, maar over hulp voor burgers in de ernstigste crisis sinds WOII’, zo tweette een ‘ontgoocheld’ eurocommissaris voor Begroting Johannes Hahn.
Het is niet meteen duidelijk hoe het nu verder moet. De begroting heeft een unanieme goedkeuring nodig van elke lidstaat, net als de opstart van het fonds. Volgens diplomaten zullen de Duitse bondskanselier Angela Merkel, Europees Raadsvoorzitter Charles Michel en Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zich moeten beraden over de volgende stappen.