Hoe rekende nazi-Duitsland begin jaren dertig af met de massale werkloosheid?

Tussen 1932 en 1936 daalde de werkloosheid in nazi-Duitsland van 43,8% of meer dan 6 miljoen werklozen tot 12% of nog amper 800.000 werklozen. De massale tewerkstellingsplannen kaderden in het ‘economisch mirakel’ waarbij het bruto binnenlands product in dezelfde tijdsspanne met 50% steeg. Hoe dat mogelijk was? Eens Hitler de controle over het Duitse parlement veroverde, deed hij gewoon waar hij zin in had. Toen de NSDAP in 1933 de verkiezingen won, bestond er geen economisch programma. Sleutel was dan ook de aanstelling van Hjalmar Schacht, een voormalig voorzitter van de Reichsbank, tot minister van Economie. Die trof onmiddellijk de volgende maatregelen: 1. Stopzetting van de terugbetalingen voor de schade door de Duitsers toegebracht tijdens Wereldoorlog Eén. 2. De inwerkingstelling van het Reinhardtprogramma, een soort New Deal, dat voorzag in enorme infrastructuurinvesteringen zoals autosnelwegen, kanalen, waterwerken en energiebevoorradingsinfrastuctuur. Daarnaast waren grote stimuli voorzien voor ondernemers die werkgelegenheid creëerden en werd opnieuw de wapenindustrie opgestart, een activiteit die door het Verdrag van Versailles verboden was. Bovenstaande acties zouden onder normale omstandigheden het begrotingstekort hebben doen exploderen maar dat gebeurde niet en wel omdat Schacht drie bijkomende maatregelen nam: 1. De introductie van de – door de Reichsbank gegearandeerde – Mefo-wissels (via het speciaal daarvoor opgerichte bedrijf Metallurgische Forschungsgesellschaft), waarbij onafhankelijke bedrijven konden genieten van kredieten om zo deel te nemen aan de industriële herbewapeningsactiviteiten van het Derde Rijk.  Mefo was eigendom van  de industriële concerns Krupp, Siemens, Rheinstahl en Guttehoffnungshütte en verstrekte leningen waarmee de bedrijven betaald werden die het materiaal leverden voor de wederopbouw van de Duitse bewapening. Deze tijdelijke wissels bereikten in 1939 een circulatie tot een totale waarde van niet minder dan veertig miljard mark, terwijl het kapitaal van het semi-officiële Mefo net 1 miljoen mark was. Wat Schacht toen deed, is vergelijkbaar met wat Keynes later ‘deficit spending’ (overbesteding door de overheid) zou noemen. 2. Diefstal en afpersing van de joden en hun eigendommen. Zes miljoen mensen werden eerst bestolen, en vervolgens gedwongen om voor niets te werken. 3. De confiscatie van buitenlandse valuta in Duitse banken. (Bron: El Blog Salmon)

Meer