Hoe het beleid van de Europese Centrale Bank een impact heeft op jouw financiën

Het geldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) lijkt op het eerste gezicht een ver-van-mijn-bedshow, maar elke beslissing die de toezichthouder neemt, kan een impact hebben op je financiële leven.

Waarom is dit belangrijk?

De Europese Centrale Bank streeft naar een inflatie van gemiddeld 2 procent op middellange termijn. Om die doelstelling te bereiken beschikt de toezichthouder over een aantal tools, afhankelijk van de financiële situatie. Op dit moment probeert de ECB de inflatie aan te zwengelen door maandelijks schuldpapier te kopen en zo onder meer de langetermijnrente in bedwang te houden. Die lagere rente moet ons aan het consumeren krijgen om zo de inflatie een duwtje in de rug te geven. De inflatie is al enkele jaren onder de doelstelling van de toezichthouder.

  • Goedkope leningen: dankzij het huidige QE-programma is het veel goedkoper om te lenen. Mensen die bijvoorbeeld willen lenen om een woning te kopen, genieten nog van zeer gunstige voorwaarden. Volgens de rentebarometer van Immotheker bedraagt de gemiddelde rente voor een woonlening met een looptijd van 20 jaar en een quotiteit (verhouding tussen het leenbedrag en de actuele waarde van je woning) tussen 81 en 100 procent momenteel 1,5 procent. Vijf jaar geleden was dat nog ruim 2 procent.
  • Lage spaarrente: door de lage hypotheekrente hebben veel banken de rente op de spaarboekjes naar het minimum herleid: 0,11 procent. Het omzetten van kortlopende spaardeposito’s in langlopende kredieten blijft immers één van de voornaamste inkomstenbronnen van een bank. Het verschil tussen de hypotheekrente en spaarrente is winst voor de bank. Door de lage hypotheekrente is die winstmarge weliswaar sterk gedaald. Dat is ook de reden waarom sommige banken, zoals ING en Triodos Bank, uitpakken met alternatieve spaarformules om de rente alsnog tot 0 te laten zakken. De rente is ook laag omdat de ECB momenteel de herfinancieringsrente op 0 procent heeft vastgeklikt. De banken kunnen dus gratis geld lenen bij de centrale bank. Daarom is het voor hen minder interessant om kapitaal op te halen op de particuliere spaarmarkt, want ze moeten op die deposito’s nog rente betalen. De banken moeten overigens een rente van 0,5 procent als ze geld stallen in Frankfurt.
  • Minder koopkracht: de lage rente knibbelt ook aan onze koopkracht. De zogenaamde reële rente, het verschil tussen de rente en de inflatie, is momenteel negatief. Dat betekent dat we jaarlijks aan koopkracht moeten inboeten. Zelfs de spaarboekjes met de hoogste rente kunnen onze koopkracht niet beschermen. Zeker nu de inflatie in de lift zit, moeten spaarders op zoek gaan naar alternatieven om hun koopkracht te behouden, zoals beleggen.
  • Beleggen: beleggers hebben al volop kunnen profiteren van het lagerentebeleid van zowel de ECB als de Federal Reserve. Door de lage rente zijn beleggingen veel interessanter, in het bijzonder aandelen. Door de lage rente leveren obligaties weinig tot geen coupons op. Dat heeft ervoor gezorgd dat bepaalde indexen, waaronder de S&P500 en Nasdaq, op recordkoers zitten. Meer en meer analisten vrezen wel dat er een correctie in de maak is.
  • Snellere loonsverhoging: de afgelopen jaren is de ECB er niet in geslaagd om de inflatie naar 2 procent te krijgen. Tot voor kort was een inflatie van net geen 2 procent de doelstelling van de ECB. Maar door de economische heropleving na het coronajaar 2020 rondde de inflatie de afgelopen maanden probleemloos die kaap. Dankzij de nieuwe inflatiedoelstelling (gemiddeld 2 procent op middellange termijn) kan de ECB wat langer wachten om in te grijpen. Die hogere inflatie resulteert in ons land in snellere loonsverhogingen. België en Luxemburg zijn namelijk de enige landen ter wereld waar de lonen nog geïndexeerd worden. Door de aanhoudende hoge inflatie wordt de spilindex veel sneller overschreden. Dat is al sneller dan verwacht gebeurd, waardoor de lonen van de ambtenaren, de pensioenen en de uitkeringen de komende maanden zullen stijgen. In de privésector zal dat later gebeuren. Intussen wordt er gevreesd dat de splinindex binnen het jaar opnieuw wordt overschreden. Zoals gezegd, dit is voornamelijk het gevolg van de economische heropleving, maar kan wel aanhouden als de ECB laat betijen. De toezichthouder besloot eerder deze maand wel om het ritme van haar coronastimulusprogramma te verlagen.

Wat brengt de toekomst?

En wat brengt de toekomst? De kans is klein dat we binnenkort hogere spaarrentes zullen krijgen. De ECB heeft misschien al plannen om het QE-programma te vertragen, maar het zal nog even duren vooraleer ze sleutelt aan de belangrijkste rentetarieven. Dat betekent dus dat de kredieten eerst duurder zullen worden alvorens de spaarrentes naar boven worden bijgesteld.

De banken zullen ook eerst hun inkomsten willen verhogen alvorens ze de uitgaven (lees: het uitbetalen van een spaarrente) naar boven zullen bijstellen. Dit volledige proces kan nog enkele jaren in beslagnemen.

Lees ook:

Meer