Hoe het atoomtijdperk in België begon (en bij de start bijna misliep)

Door Marc Helsen

Als hoofdingenieur bouwde Antwerpenaar Louis Laurent (95) in Mol mee aan de eerste kerncentrale die elektriciteit leverde aan het Belgische net. Hij vermeed ook een potentiële kernramp in de Kempen door het gebrekkige veiligheidssysteem van de door de Amerikanen geleverde reactor bijtijds uit te breiden. Nu de regering de kernuitstap in 2025 overweegt, blikt de man die de bouw van de centrales van Doel overzag voor Newsweek terug op de start van het atoomtijdperk in België.

In het midden van de Kempense bossen, op een site naast het Kempens Kanaal in Mol, kijkt een man medio 1959 met argusogen naar het controlepaneel van de dan nog in opbouw zijnde Belgian Reactor 3 (BR3). Hij moet een cruciale test doen op de reactor.

De BR3 is op dat moment de laatste van de drie reactoren die de Amerikanen uit dankbaarheid gaven aan de Belgische overheid, omdat de Union Minière tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Congo afkomstig uranium leverde voor de aanmaak van de atoombommen die Hiroshima en Nagasaki van de aardbodem vaagden.

Het  is taak van hoofdingenieur Louis Laurent om de BR3-reactor voor de definitieve opstart aan een reeks tests te onderwerpen, waaronder een cruciale test die de reactor plots stillegt. Het is quasi dezelfde test die in 1986, in het Oekraïense Tsjernobyl, volledig fout zou lopen. Dat had in de Kempen ook gekund. Want wat Louis Laurent in 1959 tijdens het testen van de BR3-reactor in Mol ziet, bevalt hem niet. Helemaal niet, zelfs.

Kernenergie op de Heizel

De reactoren, die door de Amerikanen in onderdelen naar ons land worden verscheept, moeten in Mol worden gebouwd, zo beslist de Belgische overheid. In 1956 heeft België een bestelling geplaatst bij het Amerikaanse bedrijf Westinghouse. Daar hebben ze ondertussen de knowhow voor de bouw van reactoren zoals de BR3 ontwikkeld, op basis van de technologie die hun atoomduikboten aandrijft.

Louis Laurent bleef tot aan zijn pensioen, in 1989, in Doel werken. Onder zijn technische leiding werden de twee oudste ‘echte’ kerncentrales in ons land, Doel 1 en 2, in 1975 operationeel. Doel 3 en Doel 4 werden respectievelijk in 1983 en 1985 operationeel.

Het plan is om de eerste Europese nucleaire reactor die elektriciteit produceert in Schaarbeek te bouwen, om op die manier het licht te laten branden voor Expo 58, op de Heizel in Brussel. Want dat zou België op de kaart zetten als gebruiker van dé energiebron van de toekomst. Uiteindelijk wordt dat plan om veiligheidsredenen opgegeven en wordt beslist dat het prototype van de nucleaire reactor zal worden gebouwd bij het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol. Omdat er daar nog veel plaats is, er weinig volk woont en het kanaal het koelwater kan leveren voor de koeling van twee van de drie geplande reactoren.

Instabiele reactor

We schrijven 1958. Laurent was toen net terug in België komen wonen, na een verblijf van zes jaar in Congo. ‘Ik had de keuze om professor te worden in Chili of in Kaapstad (Zuid-Afrika), maar op vraag van mijn vrouw (de latere Belgisch kampioene schoonspringen Marie Van Rompaey, red.) bleven we in België. Net op dat moment zag ik een annonce in de krant dat ze in Mol iemand zochten voor het afwerken en beheren van drie kleine experimentele kernreactoren die daar zouden oprijzen. Ik solliciteerde en kreeg de job. Op dat moment waren ze al volop bezig met de bouw van de Belgian Reactor 1.’

De BR1 zou dienen voor het maken van medische radio-isotopen, voor kankerbestrijding, en de BR2 was een onderzoeksreactor die zou worden ingezet om materialen te bestralen. De BR3 was een reactor die elektriciteit voor het net moest produceren.

‘De BR1 en de BR2 kon ik zonder problemen afwerken en beheren’, blikt de Antwerpenaar terug. ‘Maar elektriciteitsmaker BR3 moest ik testen op wat er zou gebeuren wanneer ik de reactor op volle vermogen plots volledig stillegde. Ik stelde bij de eerste experimenten vast dat de reactor dan instabiel werd. Dat duurde slechts een fractie van een seconde, maar dat is genoeg om hem te doen ontploffen.’ 

‘On the second arm’

Laurent belde vanuit Mol naar de Amerikaanse bouwer van de reactoren. ‘Maar in de VS waren ze er niet op uit om veel bijkomende uitleg te geven. Na veel over en weer getelefoneer legden ze uiteindelijk uit dat ik maximaal zoveel druk, zoveel temperatuur en zoveel debiet mocht hebben in de stoom die naar de turbine ging. En ze zeiden erbij dat ik daarvoor speciale werktuigen moest kopen om dat allemaal te meten. Ik vroeg hen toen waar die werktuigen gemonteerd moesten worden. ‘On the second arm‘, lieten de Amerikanen weten. ‘Ja maar”, zei ik, ‘we hebben hier in Mol maar één arm!’ “Dan moet u er een tweede arm bijmaken’, zeiden ze.’

Zo’n arm was een veiligheidssysteem en Laurent diende dus een tweede veiligheidscircuit aan de reactorconstructie toe te voegen, zodat de specifieke meetinstrumenten daarop geplaatst konden worden. 

‘Gelukkig beschikten de Fransen over die meetinstrumenten’, zegt Laurent, ‘want in Frankrijk gingen ze in die tijd aan de slag om tien kernreactoren te bouwen voor elektriciteitsproductie.’

Daarmee was de kous nog niet af. De bouw van de tweede arm zou geld kosten. Louis Laurent liet een bestek opmaken – geschatte kostprijs: 25 miljoen Belgische frank (625.000 euro, red.) – en ging daarmee naar de directie van elektriciteitsmaatschappij EBES.

‘Daar vroegen ze me wat ik zou doen als ik het geld niet kreeg’, vertelt hij. ‘Ik antwoordde: dan geef ik mijn ontslag. Want ik blijf niet in de buurt van een reactor waarvan ik niet weet of hij stabiel is.’

Hij kreeg zijn geld.

Op 19 augustus 1962 werd BR3 voor het eerst ‘kritisch’ – de toestand van een werkende reactor waarin een zichzelf onderhoudende nucleaire kettingreactie plaatsvindt. Twee maanden later, op 25 oktober, werd de BR3 aangesloten op het elektriciteitsnet. België had daarmee de eerste drukwaterreactor in West-Europa. 

Nucleair alarm in Frankrijk

De BR3-reactor werd in 1987 stilgelegd en werd een pilootproject voor de ontmanteling van kerncentrales. Het  was de eerste drukwaterreactor in Europa, en slechts de tweede in de wereld, die werd ontmanteld. 

Tijdens zijn verblijf in Mol zou Laurent nog een keer als nucleair brandweerman optreden, ditmaal voor de Fransen. Die kwamen in hun eerste kerncentrale in Givet, net over de Belgische grens in de Franse Ardennen, voor grote problemen te staan.

‘De Fransen constateerden dat bij hun kerncentrale in Givet de twee helften van hun reactorkuip waren losgekomen en kregen die niet meer dicht’, legt hij uit. ‘Dat kwam zo: in tegenstelling tot de Amerikaanse reactoren, waarvan het stalen omhulsel uit één stuk was gemaakt, bestond die van Givet uit twee stukken, aan elkaar gezet met 130 bouten. Daarbovenop was een lasnaad aangebracht, als extra versterking. Maar dat bleek een grote fout. Die lasnaad maakte dat de bouten door de spanning braken. De Fransen kregen de zo ontstane opening niet meer dicht en dat leidde ertoe dat de reactorkuip scheef trok. De boorstaven, die dienden om de werking van de reactor aan te sturen en ook stil te leggen, kon men zo niet meer goed in de reactorkern laten zakken. Big problem! Ik werd toen uitgestuurd om het op te lossen en vertelde de Fransen dat het deksel van de reactor moest, iets waar men in Frankrijk wegens de radioactieve straling voor huiverde. Maar ik maakte een veiligheidsplan en liet daarna boorzuur injecteren om de reactor stil te leggen, zodat de reactorkuip kon worden gerepareerd. Dat duurde twee maanden, maar we hebben Frankrijk zo voor grote narigheid behoed.’

Tsjernobyl

Nadat hij zes jaar lang de bouw en de uitbating van de reactoren in Mol technisch in goede banen had geleid, verhuisde Louis Laurent in 1966 naar Doel. Daar werd hij omwille van zijn ervaring de man die over bouw van the real stuff zou waken: de vier kernreactoren van Doel. Waren de reactoren in Mol een soort babyreactoren – de BR3 werkte met veel kleinere uranium-brandstofelementen en had een vermogen van 11,5 megawatt – dan leverden Doel 1 en Doel 2 zowat 500 megawatt. Doel 3 leverde 900 megawatt en Doel 4 zelfs 1.000 megawatt.

De second arm die Louis Laurent bij de BR3 had toegevoegd was standard procedure bij de kerncentrales van Doel.

De nieuwe Belgische regering zal moeten beslissen of ze tegen 2025, wanneer Doel 1 en Doel 2 al 50 jaar in dienst zijn, de geplande kernuitstap doorvoert en alle zeven reactoren (vier in Doel en drie in Tihange) sluit. Of dat hun levensduur nog eens wordt verlengd.

Toen in 1986 de kerncentrale van Tsjernobyl ontplofte en Laurent uiteindelijk vernam wat er daar precies was gebeurd, schudde hij het hoofd. Dat doet hij vandaag nog altijd: ‘Hoe amateuristisch ze daar werkten!’ Hij blijft ervan overtuigd: ‘Hadden ze daar mijn rapport over de oorspronkelijke instabiliteit van de BR3-reactor en de daaropvolgende bouw van die second arm in Mol gelezen, dan was die ramp daar waarschijnlijk niet gebeurd.’

Onderbeen kwijt

Op de vraag of hij tijdens die pioniersfase nooit zelf nucleaire ongevallen met het personeel van de kerncentrales meemaakte, is hij formeel: ‘Slechts één keer. Het ging om een man die een welbepaalde handeling moest stellen in een open reactor. Bijvoorbeeld uraniumstaaf 4 drie centimeter oplichten. Die werknemer was natuurlijk beschermd door speciale kledij en er waren veel veiligheidsvoorschriften. Zo moest hij voor het betreden van de reactor op een bord opschrijven wat hij moest doen en nadat hij het had uitgevoerd, opschrijven wat hij had gedaan. Dat werd allemaal van buitenaf gevolgd. Maar om de lange procedure in te korten, lieten ze hem op een zeker moment twee handelingen uitvoeren in plaats van één. Daar iets naar rechts draaien en ginder iets optillen. Dat deed hij, maar in omgekeerde volgorde, waardoor hij werd blootgesteld aan een felle dosis straling. Hij is per helikopter naar Parijs gevoerd, waar ze hem konden redden, maar een van zijn onderbenen hebben ze wel moeten amputeren.’

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.