De meeste grote energiebedrijven hanteren een beleid dat nog altijd niet voldoende op de vereisten van de Klimaatakkoorden van Parijs is afgesteld. Dat blijkt uit een rapport van de World Benchmarking Alliance (WBA), gebaseerd op een analyse van de vijftig meest invloedrijke energieconcerns van de wereld.

De onderzoekers stelden vast dat amper vier bedrijven op het gebied van duurzame energie concrete doelstellingen hebben geformuleerd die binnen de grenzen van de Klimaatakkoorden van Parijs passen.

Radicaal

Het Deense concern Orsted staat daarbij op de eerste plaats, gevolgd door het Italiaanse Enel, het Franse Électricité de France (EDF) en het Amerikaanse AES Corporation.

Orsted is een producent van offshore windturbines. ‘De Deense onderneming heeft een bijzonder snelle transformatie doorgemaakt,’ benadrukken de analisten. ‘Orsted heeft zijn elektriciteitsproductie radicaal een duurzaam karakter bezorgd. Het bedrijf heeft al zijn steenkoolcentrales afgeschreven en vervangen door duurzame energiebronnen.’

‘Uit het onderzoek blijkt dat de grote energiebedrijven nog altijd een sterke afhankelijkheid van fossiele brandstoffen tonen,’ voeren de analisten aan. ‘Slechts 12 procent van de geïnstalleerde capaciteit werkt op zonnekracht of windenergie. Daarentegen maakt 60 procent gebruik van steenkool, olie of gas.’

‘Bovendien zullen 70 procent van de onderzochte bedrijven nog dertien jaar lang een vervuilend karakter behouden, tenzij ze afzien van hun plannen om nog nieuwe krachtcentrales op fossiele brandstoffen te bouwen of beslissen een aantal installaties vroegtijdig uit dienst te nemen.’

Amper tien bedrijven zorgen voor het merendeel van de uitstoot die wordt gegenereerd. ‘Deze grote vervuilers zijn vooral in China, India en Egypte gevestigd,’ zeggen de analisten. ‘Voorbeelden zijn onder meer CHN Energy en China Huaneng in China en NTPC Limited uit India.’

Bonussen

Verder blijkt dat 90 procent van de bedrijven beloningen voor hun managers koppelen aan fossiele brandstoffen. ‘Die traditie betekent een sterke rem op het traject naar een duurzame energiesector,’ aldus nog de analisten.

‘De sector wordt vaak bestempeld als een hefboom die de introductie van duurzame energie kan stimuleren, onder meer door zijn leveringen aan het transport, vastgoed en industrie. In realiteit heeft de sector zich te lang tevreden gesteld met de doorvoering van kleine reducties in de koolstof-intensiteit van de elektriciteitsproductie.’