Een vertrouwensbreuk dreigt tussen de militaire top en minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS).
- La grande muette, “de grote zwijger”: dat is, historisch gezien de bijnaam voor het leger: daar praat men niet over politieke zaken en komt men niet met interne vuile was naar buiten. Niets is minder waar vandaag: een hele brede laag van topmilitairen, generaals, kolonels en daaronder, uit zijn ongenoegen over de gang van zaken en meer bepaald het ontslag van generaal-majoor Boucké.
- Het ontslag van generaal-majoor Philippe Boucké, de baas van de militaire veiligheidsdienst ADIV, kwam eind vorige week als donderslag bij een toch relatief heldere hemel: de man had een hoorzitting in de Kamer goed overleefd; niemand vroeg zijn ontslag en vrijdag op zijn briefing aan de top had de stafchef van het leger, admiraal Michel Hofman, dat ontslag ook niet aangekondigd.
- Enkele ogenblikken later lekte het aan de pers, waarna een mail van minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) en Hofman volgde. Boucké zou “in onderling overleg” zijn vertrokken.
- Maar daarmee was de zaak allerminst af. Luitenant-generaal Marc Thys, de nummer twee van het leger en een man met iets meer militairen achter zich als grote baas van de Landcomponent, had het over “a shitty day at the office“, als boutade. Vervolgens kwam op Twitter een stroom reacties op gang, waarbij de ene generaal na de andere zijn ongenoegen uitte. Ongezien voor het leger.
- Het lot van Boucké, die geslachtofferd lijkt om politiek gezien de bijzonder pijnlijke zaak rond Jurgen C. af te dekken, grijpt veel militairen aan. Jurgen C. was een beroepsmilitair die op lijsten van het OCAD én de ADIV opdook als een geradicaliseerde man met banden met extreemrechts. Hij ging op de dool en stal wapens uit een depot van het leger waartoe hij toegang had, voor hij zelfmoord pleegde. Een ongeziene klopjacht hield het land in de ban.
- Maar Boucké, die als baas van de ADIV moest vaststellen dat cruciale informatie niet doorstroomde en dat hij zelf niet op de hoogte was gebracht van het dossier, was amper twaalf dagen voor Dedonder zelf minister werd, aangetreden als nieuwe chef van die veiligheidsdienst. Hem mismanagement verwijten, gaat moeilijk op.
- Zeker omdat Dedonder het zelf bijzonder onhandig speelde door systematisch van bij de start van de crisis rond Jürgen C. haar politieke verantwoordelijkheid af te schuiven. “Ik blijf zitten waar ik zit”, stelde ze over haar positie, waarbij ze telkens herhaalde “chaos geërfd te hebben”. Maar dat argument gaat dus zeker ook op voor een Boucké.
- De rol van Jamil Araoud, de kabinetschef van Dedonder en voormalig directeur van geweststructuur Brussel Preventie en Veiligheid, is daarbij niet onbesproken. Die zou bijzonder hard inhakken op de legertop, wat al tot hoogoplopende spanningen met topgeneraals leidde.
En nu? Politieke druk, opnieuw, op Dedonder.
- De minister heeft toch één en ander uit te leggen. De cascade aan boze oprispingen vanuit het leger is zo groot, dat zelfs vanuit de meerderheid vragen komen. Defensiespecialist Jasper Pillen van Open Vld, die nauwe contacten onderhoudt met mensen binnen Defensie, had het over de situatie als “du jamais vu”.
- Bij N-VA, die al langer op oorlogspad is met Dedonder, eiste men meteen om de commissie Defensie in de Kamer samen te roepen. Dat gebeurt donderdag.
- Maar de kernvraag is toch hoe het vertrouwen binnen Defensie zelf hersteld kan worden. Dat het kabinet de boodschap lanceert “dat Boucké zelf zou hebben aangegeven dat hij niet verder wilde”, zet verder kwaad bloed: het wordt in de hoogste kringen van de generaals ontkend. Ook bij de VRT noteerde journalist Jens Fransen dergelijke info: “Er is tussen de drie – zijnde de minister, de stafchef Hofman en Boucké – nooit een gesprek geweest”, verklaarde die vanmorgen op Radio 1.
- Dat een jonge, duidelijk erg geliefde generaal, die net als hervormer aan zijn taak bij de ADIV begonnen was, nu de laan wordt uitgestuurd, is meer dan een teken aan de wand. Het ondergraaft bovendien manifest de rol van stafchef Hofman, die al meermaals meeging met de minister, onder meer door in de zaak van Jürgen C. wél uitgebreid zijn excuses aan te bieden, terwijl de minister zelf elke verantwoordelijkheid afschoof. Met de openlijke kritiek van de legertop, staat ook Hofman bijzonder kwetsbaar.