“Gerecht zaait verwarring over wat fiscus mag doen bij controle”

Op 9 oktober 2019 oordeelde het Hof van Beroep in Brussel in een arrest ‘dat de fiscus tijdens een fiscale visitatie kopie mag maken van alle gegevens op een computer.’ Een fiscale visitatie is een moeilijk woord voor een fysieke fiscale controle en heeft tot doel het vaststellen van de regelmatigheid van de aangifte in de inkomstenbelastingen of de btw. Zo’n visitatie mag niet worden verward met een strafrechtelijke huiszoeking.

De fiscus mag volgens het Hof bij zo’n controle alle gegevens die op een computer staan kopiëren. De specifieke toestemming van de belastingplichtige zou niet langer nodig zijn. Maar is dat wel zo?

Wat betekent ‘bijstand verlenen’?

Wetsgeleerden zijn alvast verdeeld over de kwestie. Volgens sommigen geeft het Hof met zijn oordeel een zeer ruime invulling aan het visitatierecht en geeft het zo te kennen dat aan de fiscus ‘een actief’ zoekrecht toekomt. Veel draait hier rond het begrip ‘bijstand’.

De wettekst stelt dat de belastingplichtige zijn ‘bijstand’ moet verlenen wanneer de fiscus computerbestanden wenst te raadplegen. Maar het hof interpreteert ‘bijstand’ als niets meer dan ‘hulp van de belastingplichtige, waarom de controlerende ambtenaar kan verzoeken wanneer hij dit noodzakelijk acht’.

‘Bijstand’ niet verwarren met ’toestemming’

Volgens sommige wetsgeleerden mag ‘bijstand’ hier niet worden verward met ‘toestemming’. De wet bepaalt tevens dat wat betreft het ‘kopiëren’ van computerbestanden de fiscus de bevoegdheid heeft ‘om de belastingplichtige te verzoeken kopieën van computerbestanden te maken’. Dat wil zeggen dat de fiscus wel degelijk de verplichte medewerking van de belastingplichtige nodig heeft.

‘Belastingplichtige heeft niets meer te vertellen’

Andere rechtsgeleerden laten een gans andere klok luiden. Die stellen dat de belastingplichtige vanaf nu nog weinig in de pap te brokken heeft bij een fiscale visitatie. Wolters-Kluwer stelt in zijn Taxworld nieuwsbrief dat ‘de visitatie mag gebruikt worden om de ambtenaren in staat te stellen om alle boeken en bescheiden die zich in de bedrijfslokalen bevinden, te onderzoeken’. Dat zou concreet inhouden dat ‘de fiscus niet afhankelijk is van de keuze van de belastingplichtige om te bepalen in welke documenten hij inzage verleent en welke niet’. Onderzoek van de boeken en stukken die zijn aangetroffen tijdens de visitatie, zou dus mogelijk zijn zonder dat vooraf om de voorlegging van die boeken en stukken wordt verzocht.

Met zijn oordeel heeft het Hof dus vooral voor verwarring gezorgd. De discussie blijft dus bestaan over de vraag of er al dan niet sprake is van een recht tot integrale (elektronische) kopiename.

Advocaten in fiscaal recht varen er wellicht best bij. Zij adviseren belastingplichtigen zich bij een fiscale visitatie tijdig te laten bijstaan door een fiscaal advocaat.

Meer