Key takeaways

• Hoger opgeleiden hebben een aanzienlijk hogere arbeidsparticipatie dan lager opgeleiden.
• Gemeenten zoals Stabroek in de provincie Antwerpen en Peer in de provincie Limburg vertonen opmerkelijk hoge werkgelegenheidscijfers voor personen met een laag opleidingsniveau.
• De kloof tussen de werkgelegenheidscijfers van mannen en vrouwen is meer uitgesproken bij lager opgeleiden, vooral in gemeenten rond de haven van Antwerpen.

Werkgelegenheidscijfers voor verschillende opleidingsniveaus

De werkgelegenheidscijfers verschillen aanzienlijk tussen de verschillende opleidingsniveaus en geslachten in België. Personen met een hoger opleidingsniveau hebben een aanzienlijk hogere arbeidsparticipatie dan personen met een lager opleidingsniveau. Op 1 januari 2021 bijvoorbeeld, was de werkgelegenheidsgraad voor personen tussen 25 en 64 jaar met een laag opleidingsniveau (maximaal diploma secundair onderwijs) 55,8 procent, terwijl deze steeg tot 76,9 procent voor personen met een middelbaar opleidingsniveau (diploma hoger secundair onderwijs) en 87,4 procent voor hoogopgeleiden (diploma hoger onderwijs). Dit meldt Statbel.

De kloof tussen lage en hoge onderwijsniveaus

Hoewel de werkgelegenheidscijfers over het algemeen lager zijn voor mensen met een laag opleidingsniveau, vertonen sommige gemeenten opmerkelijk hoge werkgelegenheidscijfers voor deze groep. Stabroek in de provincie Antwerpen en Peer in de provincie Limburg springen eruit met werkgelegenheidscijfers van respectievelijk 65 procent en 60,2 procent voor personen met een laag opleidingsniveau.

Verschillen in werkgelegenheidscijfers tussen mannen en vrouwen

De kloof tussen de werkgelegenheidscijfers van mannen en vrouwen is groter bij mensen met een lager opleidingsniveau. Gemeenten rond de haven van Antwerpen zijn een voorbeeld van deze trend. Het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen zonder diploma hoger secundair onderwijs bedraagt 25,2 procentpunten in Sint-Gillis-Waas, 18,8 procentpunten in Beveren en 18,3 procentpunten in Stabroek. In elk geval bedraagt de werkgelegenheidsgraad voor mannen met een laag opleidingsniveau meer dan 70 procent, terwijl deze voor vrouwen met hetzelfde opleidingsniveau tussen 50 procent en 55 procent schommelt.

Hoog opleidingsniveau en hoge werkgelegenheidscijfers

Een soortgelijke ongelijkheid bestaat in Limburg, waar Beringen met 22 procentpunten het grootste verschil heeft. Het werkgelegenheidscijfer voor mannen is 63,9 procent, vergeleken met 42 procent voor vrouwen. In Wallonië vertoont Daverdisse in de provincie Luxemburg het grootste verschil tussen mannen en vrouwen met 25,4 procentpunten. Mannen zonder diploma hoger secundair onderwijs hebben een werkgelegenheidscijfer van 73 procent, terwijl dit voor vrouwen 47,6 procent is.

De genderkloof verkleinen

Deze genderkloof lijkt kleiner te worden bij hoogopgeleiden. In Stabroek, Peer en Daverdisse bijvoorbeeld, zijn de werkgelegenheidscijfers voor mannen met een hogeronderwijsdiploma respectievelijk 92,2 procent, 93,5 procent en 92,9 procent, terwijl die voor vrouwen respectievelijk 90,2 procent, 91 procent en 82,8 procent zijn.

Hoogopgeleiden in West- en Oost-Vlaanderen

Hoge werkgelegenheidscijfers voor hoogopgeleiden zijn voornamelijk te vinden in gemeenten in West- en Oost-Vlaanderen. 105 van de 129 gemeenten in deze twee provincies hebben een werkgelegenheidsgraad van meer dan 90 procent voor hoger opgeleiden. Houthulst heeft met 94,7 procent het hoogste percentage. In alle Vlaamse gemeenten hebben 217 gemeenten een werkgelegenheidsgraad van meer dan 90 procent voor personen met een diploma hoger onderwijs.

In Wallonië hebben 36 gemeenten een werkgelegenheidsgraad van meer dan 90 procent voor hoogopgeleiden, met Vaux-sur-Sûre aan de leiding met 92,9 procent.

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!