Er zou moeten overwogen worden om een gedeelte van de watervoorraden van de kerncentrale Dai-ichi in Fukushima geleidelijk aan weer in de natuur te lozen. Dat heeft het Japanse ministerie van Industrie en Economie gezegd.
Het water is weliswaar behandeld, maar blijft nog altijd radioactief. Het is de eerste keer dat de Japanse regering een mogelijk alternatief bekijkt voor de injectie van het gecontamineerde water in de Stille Oceaan.
Tokyo Electric Power Corporation (Tepco), de uitbater van de kerncentrale, moet een oplossing vinden voor het afvalwater. De opslagcapaciteit op de site van de kerncentrale dreigt op termijn immers uitgeput te raken.
Koeling
De kerncentrale van Dai-ichi in Fukushima, bijna negen jaar geleden door een aardbeving en tsunami getroffen, moet water blijven opslaan. Er is tenslotte nog altijd nieuw water nodig om de beschadigde reactoren te blijven koelen. Dat gecontamineerde koelwater moet in de opslagtanks van de kerncentrale blijven bewaard.
De opslagcapaciteit is beperkt, zodat een alternatieve oplossing moet worden gevonden. De lokale vissers en de plaatselijke bevolking zijn echter bevreesd dat de lozing van het radioactieve water de gezondheid zou kunnen bedreigen en ook het imago van de regio zou kunnen aantasten.
Experts moeten zich nu buigen over enkele potentiële oplossingen die de Japanse overheid voor het koelwater hoopt te kunnen uitwerken. In eerste instantie denkt ze aan een gecontroleerd storten in de Stille Oceaan. Ook een geleidelijke verdamping zou een mogelijke oplossing kunnen bieden.
Een combinatie van beide tactieken behoort eveneens tot de mogelijkheden. Bij de kernramp met de centrale van Three Mile Island in de Verenigde Staten op het einde van de jaren 70 van de voorbije eeuw werd anderzijds gekozen voor een verdamping. Dat proces nam ruim twee jaar in beslag.
Risico’s
Inmiddels is in de kerncentrale van Fukushima meer dan een miljoen ton radioactief water verzameld. Tepco zegt echter nog maar voor tweeënhalf jaar opslagmogelijkheden te hebben. Bovendien zouden de opslagtanks andere ontmantelingsactiviteiten op de site bemoeilijken. De ruimte zou moeten vrijgemaakt worden voor de opslag van ander puin en radioactief materiaal.
En dan blijft het risico dat de tanks beschadigd zouden kunnen worden door een grote aardbeving, een tsunami of een overstroming. Experts van onder meer International Atomic Energy Agency zeggen dat alleen een gecontroleerde storting in de oceaan een realistisch optie is, ook al zou dat proces tientallen jaren duren.
In het rapport staan vijf mogelijke oplossingen. Onder meer werd ook nog gewezen naar een ondergrondse opslag, een injectie in diepe offshore geologische lagen of het gebruik van grote industriële tanks op een andere locatie.
Die laatste optie is door de Japanse overheid al uitgesloten. Er is te veel risico op een lekkage door corrosie, tsunami’s of andere ongevallen. Bovendien zou ook het transport van het radioactieve water technisch een gigantische uitdaging zijn.