Franse bedrijven gaan gebukt onder zware productiebelastingen

In Frankrijk worden de bedrijven met een van de zwaarste fiscale kaders van de hele Europese Unie geconfronteerd. Buiten de vennootschapsbelasting ervaren de Franse ondernemingen van andere heffingen een druk die overeenkomt met 3,8 procent van het nationale bruto binnenlandse product, tegenover een gemiddelde 2,5 procent in de rest van de Europese Unie. Dat zegt een rapport van het Franse Institut Montaigne en consultant Mazars, gebaseerd op data van twee jaar geleden.

Waarom is dit belangrijk?

Nagenoeg in geen enkel Europees land wegen de belastingen op de productieprocessen en de toegevoegde waarde van bedrijven - de zogenaamde productiebelastingen - zwaarder dan in Frankrijk. Alleen in Zweden wordt nog een hoger niveau opgetekend, maar in dat land is het fiscale kader compleet anders georganiseerd.

Financiering lokale overheidsdiensten: Productiebelastingen zijn een complexe categorie fiscale hefbomen die van toepassing zijn op de hele productieketen van een bedrijf, met als doel lokale overheidsdiensten te financieren.

  • De vennootschapsbelasting wordt uitsluitend aan de winst van een bedrijf gelinkt. De productiebelastingen zijn echter in alle omstandigheden, ongeacht de positieve of negatieve resultaten van de onderneming, van toepassing.
  • “Frankrijk ligt op fiscaal vlak ver achter op de andere lidstaten van de Europese Unie”, beklemtoont onderzoeksleider Lisa Thomas-Darbois, beleidsmedewerker bij het Institut Montaigne, een economische denktank.
    • “Frankrijk belast de productie van zijn ondernemingen meer dan bijna alle andere lidstaten van de Europese Unie”, werpen de onderzoekers op. “Uiteindelijk ondermijnen dergelijke belastingen het concurrentievermogen en de groei van bedrijven.”
  • Nagenoeg alle economen zijn het erover eens dat bedrijven door allerhande productiebelastingen hun verkoopprijzen moeten opvoeren om hun winstmarges te beschermen, waardoor hun goederen of diensten minder aantrekkelijk worden.
    • “Deze aanpak leidt tot verstoringen in de hele productieketen”, stond vier jaar geleden al te lezen in een nota van de Franse Conseil d’Analyse Économique (CAE).
    • Daarbij werd verwezen naar onder meer een belasting die in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw in Frankrijk werd ingevoerd om de verzorgingsstaat te helpen financieren.
    • “Die heffing was zo slecht dat de maatregel in werkelijkheid als een belasting op de export en een subsidie op de import werkte”, stipte de economische raad aan.
    • Bruno Le Maire, Frans minister van Economie, benadrukte daarbij eerder al dat deze maatregelen inefficiënt zijn. De implementering van dergelijke fiscale heffingen is volgens Le Maire dan ook onverstandig.
  • “In heel Europa kent alleen Zweden zwaardere productiebelastingen dan Frankrijk”, geven de onderzoekers nog aan.
    • “Deze heffingen vertegenwoordigen 9,9 procent van het totale Zweedse bruto binnenlands product.”
    • “Daarbij moet echter worden opgemerkt dat het fiscale kader in het Scandinavische land radicaal anders is georganiseerd dan in andere lidstaten van de Europese Unie. In Zweden zijn dit type heffingen een van de enige geldbronnen voor de nationale verzorgingsstaat.”

Correctie: Het Franse herstelplan van twee jaar geleden weerspiegelde wel de intentie van de regering om dergelijke belastingen uiteindelijk af te schaffen, zodat het concurrentievermogen opnieuw zou kunnen worden versterkt.

  • “De meest verstorende belastingen zijn de voorbije twee jaar geleden al gehalveerd”, zegt een rapport van het Franse ministerie van Economie.
  • “Een aantal heffingen zullen volgend jaar helemaal verdwijnen. Dat moet de Franse bedrijven een concurrentievoordeel van 9,3 miljard euro opleveren. Daarvan zouden 530.000 Franse ondernemingen moeten kunnen profiteren.”
    • Drie jaar geleden vertegenwoordigde de impact van de productiebelastingen in Frankrijk nog 4,5 procent van het bruto binnenlandse product van het land. Een jaar later was er nog sprake van 3,8 procent.
    • Daarbij kon de druk van 113 miljard euro naar 95 miljard euro worden teruggebracht. Nagenoeg in alle andere lidstaten van de Europese Unie kunnen gelijkaardige trends worden opgemerkt.
  • Er wordt nog opgemerkt dat de Franse regering werkt aan nieuwe maatregelen om het verlies aan inkomsten onder invloed van de afbouw van de productiebelastingen, te kunnen compenseren.
    • Daarbij wordt ook verwezen naar de introductie van een wereldwijde minimumbelasting op multinationals, die twee jaar geleden binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) werd aangenomen en vorig jaar ook in een richtlijn van de Europese Unie werd gegoten.

(fjc)

Meer