De coronacrisis heeft freelancefotografen de voorbije maanden zware klappen toegebracht. Velen zagen tijdens de lockdown hun opdrachten wegvallen. Reden te meer om volgens de Antwerpse fotograaf Ans Brys de koe bij de horens te vatten.
Brys is een Antwerpse documentaire fotograaf, wiens werk onder meer verscheen in The New York Times en NRC Handelsblad. Sinds de lockdown krijgen freelancers als zij nog maar weinig opdrachten, maar stilzitten is geen optie.
Zo stampte ze The Female Gaze uit de grond, een project dat 58 vrouwelijke fotografen uit België en Nederland samenbrengt, met grote namen als Magnum-fotografe Bieke Depoorter en Lieve Blancquaert. De opzet: foto’s verkopen om geld in te zamelen voor vrouwen die tijdens de pandemie worden meegetrokken in de golf van huiselijk geweld en uitbuiting. Hier vertelt Brys over haar projecten, haar voorliefde voor de avondschemering en haar vastberadenheid om nooit op te geven – hoe zwaar de tegenslag ook is.

Fotografen zagen de opdrachten de voorbije maanden snel wegvallen vanwege de coronacrisis. Hoe heb jij de lockdown ervaren?
‘Net net als iedereen was ik gedwongen om thuis te blijven. Ik ben dan mijn eigen leefsituatie beginnen te fotograferen. Heel vreemd. Mijn zoontje, mijn huis, mijn buurt. Dat was wel bevrijdend. Ik woon hier nu tien jaar, in Antwerpen-Noord, dat is niet de mooiste buurt en toch was ik ontzettend dankbaar omdat eens te doen.’

‘Daarnaast zit ik bij het collectief Women Photograph, dat is een groep vrouwelijke fotografen van overal ter wereld. Die stuurde een oproep uit om beelden te verzamelen en te delen. Daar hebben 400 fotografen op gereageerd, waarna we in groepjes van acht werden opgedeeld: iemand uit Duitsland, de Verenigde Staten, Spanje en Senegal. En zo zijn we beginnen fotograferen. Het was superfijn om te zien hoe op die manier toch iedereen bezig bleef. Normaal richt je je camera op alles behalve jezelf en je eigen leefwereld en nu had ik de kans om dat net wél te doen. Dat gaf ook een enorme boost om bezig te blijven.’
Op buitenlandse reportage ziet je week er ongetwijfeld anders uit. Heb je bepaalde rituelen die je op reis meeneemt?
‘Rituelen? Nee, die heb ik totaal niet. Ik drink ook geen koffie, dus ik heb ook geen dagelijkse tas nodig om wakker te kunnen worden (lacht). Het is misschien geen ritueel maar ik merk wel dat ik – ook op reportage – in mijn element ben in die schemerzone, tussen de vooravond en nacht. Om een of andere reden trekt dit me altijd aan, ook in mijn privé leven en als ik aan eigen projecten werk. Ik werk graag en efficiënt in die zeer korte tijdspanne. Dan ben ik op mijn best, dat is echt mijn speeltuin. Omdat het (kunst)licht dan andere accenten legt op de wereld.’

Er schuilt geen ochtendmens in jou?
‘Nee, ik ben echt geen ochtendmens (lacht). Als ik voor een project naar het buitenland ga en ik vroeg moet opstaan, om 4 of 5 uur, dan – ook al heb ik zo veel zin in dat project en wordt dat mijn beste week van het jaar – mogen ze mij eigenlijk niet wakker maken. Ik heb heel veel bewondering voor mensen die heel gedisciplineerd zijn en hun wekker zetten en vaste rituelen en structuur hebben, maar al goed is iedereen anders hè?’
Jij hebt alvast niet stilgezeten tijdens de lockdown. Met het project The Female Gaze zamelde je samen met 58 vrouwelijke fotografen uit de Benelux geld in voor de slachtoffers van huiselijk geweld. Vanwaar dat idee?
‘Dat idee is redelijk snel gekomen. Het werd heel snel duidelijk dat de situatie qua huiselijk en seksueel geweld steeg tijdens de lockdownperiode wanneer mensen gedwongen zijn om thuis te blijven. Voor mij is mijn huis mijn veilig nest, ik kom ook heel graag terug thuis, dat is mijn veilige haven. Maar voor veel mensen blijkt dat helemaal niet het geval te zijn en die gedachte vind ik echt verschrikkelijk. Niet enkel voor vrouwen, maar ook voor mannen en kinderen.’

‘Dus wilde ik graag iets doen, maar dat moest vanuit ons huis. We konden niet op reportage gaan of acties ondernemen, en dan bleek het verkopen van ons werk de meerst efficiënte manier om te kunnen helpen. Qua selectie moet je toch ergens een criterium hebben dus dan dacht ik ‘Ah, als we dan toch iets voor vrouwen gaan doen dan moeten we simpelweg vrouwen vragen om deel te nemen’.’
Welk project is jou het meeste bijgebleven?
‘Het project waar ik nu al 5 jaar aan werk: ‘Alle Menschen (werden Brüder)’, over de perceptie die leeft rond migratie. Daar heb ik echt van wakker gelegen. Als je in Duinkerken in een gammel tentje slaapt bij een familie die je bij aankomst in een bootje hebt leren kennen en de volgende dag terug in je warm bed ligt … dan kan je niet slapen. Dat is heel hard, er ontstaat een groot onrechtvaardigheidsgevoel. Dan denk ik: Waarom heb ik het nu zoveel beter dan zij?’

‘Ik geef ook lezingen over het project, soms in scholen, en het helpt wel om een andere blik te kunnen geven aan jonge mensen. Ik hoop hiermee proberen de vele vooroordelen, en vaak ook de onwetendheid, te doorprikken en te weerleggen. Wat doet het met je als je een foto bekijkt waarop je denkt te weten wat er te zien is, omwille van een mainstream media getrainde manier van kijken? Wat doet het met je als je beseft dat niets is wat het lijkt. Het doet nadenken, over ‘de andere’, maar ook over jezelf. En als ik daarin ook maar één iemand zijn ingebakken denkwijze omver kan werpen, dan ben ik in mijn opzet geslaagd.’
Wat is het belangrijkste advies dat je ooit hebt gekregen en dat je meedraagt?
‘Ik was onlangs in München, op bezoek bij mensen die ik in Lesbos had leren kennen en die hun tweede kindje kregen. Dat eerste kindje heeft mijn naam gekregen uit dankbaarheid en ik had haar nog niet in het echt gezien. Maar het lukte totaal niet om daar te werken, ik mocht niet binnen in het centrum waar ze waren en het was hartje winter dus buiten werken met een peuter en hoogzwangere vrouw was ook geen optie. Dat leek echt een verloren reis en dat gebeurt wel vaker. Toch denk ik dat dat ook z’n doel heeft want je komt toch altijd andere mensen en situaties tegen die je weer leiden naar iets anders. Uiteindelijk leven we in één groot spinnenweb, waar alles met elkaar verbonden lijkt, als je maar goed kijkt en luistert.’

‘Ik denk dat je moet blijven geloven in je project en waar je voor staat. Die eeuwige twijfel … daar kom je wel weer weer uit. Tegen een vriendin fotograaf uit Rusland zei ik ooit over een ander project dat het voelde alsof ik erdoor moest, dat ik het moest afwerken. Daarop zei ze altijd: ‘Keep eating the elephant’. Op elk kaartje dat ze stuurde schreef ze ‘blijf maar verder eten aan je olifant, uiteindelijk geraakt die wel op’. Daar moet ik heel veel aan denken, dat ik gewoon moet blijven gaan.’