De toekomst van bewegende voertuigen draait om minder onderdelen en lager gewicht. Deze filosofie wordt al in praktijk gebracht door de hofleverancier van Ferrari en Amazon.
Wat hebben Ferrari, Lamborghini, McLaren, Williams, Lotus, Tesla, BMW, Amazon en Maserati met elkaar gemeen? Al deze bedrijven laten (een deel van) hun voertuigen maken bij een en dezelfde leverancier.
De betreffende leverancier is geheel onbekend bij het grote publiek mede dankzij de anonieme naam van het bedrijf. CPC heet de onderneming. Dat doet eerder denken aan click per cost, een term uit de online reclamewereld, dan aan de voorletters van de voormalige oprichters. CPC uit Modena (Midden-Italië) wordt tegenwoordig geleid door Franco Iorio, een HTS’er zouden we vroeger zeggen. De onderneming ontwikkelt alles wat te maken heeft met “voertuigen in beweging”, zoals Iorio (uit te spreken als ‘jorio’) zegt tijdens een gesprek met Innovation Origins op CPCs hoofdkantoor.
“We zijn systeemleveranciers (system supplier) en kunnen alle productiestappen voor een klant voor onze rekening nemen, van de ontwikkeling van afzonderlijke componenten tot de productie en assemblage van het gehele voertuig”, zegt Iorio. Dat kan klinken als een verkooppraatje, maar na een bedrijfsbezoek bij CPC is het duidelijk dat dit bedrijf het kloppende hart is van de Italiaanse Motor Valley.
De Motor Valley is de bijnaam van het gebied rond Modena waar de meeste van ’s werelds supercars (o.a. Ferrari, Lamborghini, Maserati) worden ontworpen en geproduceerd. Alle makers van supercars komen bij Iorio over de vloer en in toenemende mate ook aanbieders van een nieuwe vorm van duurzame mobiliteit. Zo worden de motoren van de Lamborghini Aventador en de carrosserie van de elektrische Maserati Mc20 er gebouwd. Maar ook de vleugelelementen van de Tesla S komen uit Modena.
Composietmateriaal
CPC is van oudsher gespecialiseerd in motoren en mechanische onderdelen. Zo heeft het bedrijf met Ferrari motoren ontwikkeld en doet dat nog steeds. Op Iorio’s bureau staat een model Ferrari-motor, waaruit de band met de beroemde automaker blijkt. Maar de spectaculaire groei van de laatste jaren heeft CPC te danken aan het fingerspitzengefūhl van Iorio. Vijftien jaar geleden investeerde de directeur-eigenaar in de productie van composietonderdelen, vezelsterke kunststoffen. Deze toen vrij nieuwe vorm van materiaalgebruik was in opkomst in de wereld van het racen.
Het voordeel van composietmateriaal met (onder andere) koolstofvezel is dat dat het chassis veel lichter maakt. De gewichtsvermindering kan in vergelijking met staal of aluminium wel vijftig procent bedragen. Desondanks is het materiaal zeer sterk. Ook is de torsiestijfheid (verschil in druk op de wielen) flink lager en zorgt het lagere zwaartepunt voor een betere wegligging. Ferrari, Williams en de andere producenten van Formule 1 hebben al vroeg ingezien dat lichtere maar toch robuuste auto’s tijdwinst op de weg opleveren en daarmee succes op circuits.
De Italiaanse Motor Valley is er vroeg bij geweest. Zo is het eerste model dat Horacio Pagani zo’n 20 jaar geleden op de markt bracht van composiet gebouwd, waarna deze Pagani Zonda werd omgedoopt tot eerste hypercar in de geschiedenis: het was een lichtere wagen met nog meer motorpower.
Ook Giampaolo Dallara is een pionier. Dallara bouwt nu het (composiet) chassis voor alle deelnemers aan de Formula E, de elektrische Formule 1. Niet voor niets zijn er in Italië tal van toeleveranciers, zoals Magnabosco, die gespecialiseerd zijn in de fabrikage van autoclaven. Een autoclaaf is een mix van oven en drukvat, waar onderdelen van composiet uitharden onder hoge druk en temperatuur.
Het gebruik van composietmaterialen is niet meer beperkt tot de racerij. Delen van motorfietsen en vliegtuigen worden er ook mee gemaakt. Composiet heeft vooral een toekomst in elektrische mobiliteit. Het is zeer gewild in het tijdperk van de elektrische auto. Hoe lager het gewicht, hoe energiezuiniger een auto is, hoe minder batterijcapaciteit nodig is. Ook bij andere vormen van toekomstige mobiliteit komt vezelcomposiet als geroepen.
Niet voor niets is CPC uitgekozen door zowel Google als Amazon om te werken aan hun voertuigen van de toekomst. Met Amazon werken de Italianen aan de ontwikkeling van de Zoox, een autonome robottaxi, waarmee onder andere eind vorig jaar een test op de openbare weg werd gedaan, zoals hier is te zien:
Ook al is CPC sterk gericht op innovatie ten behoeve van ‘nieuwe’ mobiliteit, de CEO is sceptisch over de elektrificering van voertuigen. “De elektrificering van auto’s breng een ware industriële revolutie op gang, wat betreft het ontwerp van de auto als de verschillende typen van de elektrische motor. Maar vooralsnog is het eigenlijk alleen te gebruiken in een hybride voertuig. De samenleving is nog niet klaar om compleet op elektrisch over te gaan. Er is domweg geen voldoende schone energie”.
Hoe dan ook wil Iorio zijn steentje bijdragen aan de duurzame samenleving. Composiet biedt een bijdrage (ook al is het recyslen van het materiaal een probleem).
Composiet stelt bovendien in staat op om grote onderdelen, ook lastige vormen, uit een stuk te maken, zelfs een bijna complete chassis. Hoe minder onderdelen, hoe minder gecompliceerd de wagen is, hetgeen weer bijdraagt tot vermindering van kosten. “De toekomst van composiet is het aan elkaar hechten van componenten van grote afmetingen in koolstofvezel, en lichtgewicht”, zegt Thomas Vecchi.
Hij is de tweede man van CPC. “De toekomst van het voertuig ligt in de uitdaging om de hoeveelheid onderdelen waaruit hij is opgebouwd te verminderen. We streven ernaar de weinige componenten niet aan elkaar te schroeven, maar te lijmen, waarbij de structuur versterkt wordt. Dat dit werkt hebben we geleerd uit de Formule 1”.
Producent van koolstofvezels
De Italiaanse onderneming heeft een grote troef in handen. Iorio heeft in 2017 44 procent van de bedrijfsaandelen overgedaan aan Mitsubishi Chemical. Dit bedrijf is een van de grootste producenten van lange koolstofvezels. Met Mitsubishi als partner heeft CPC waarschijnlijk nooit tekort aan de grondstof van composiet. Bovendien heeft CPC al vroeg geïnvesteerd in de industriële fabricage van koolstofcomposiet (normaal komt er veel handwerk bij kijken). CPC heeft de primeur gehad de eerste Europese pers-compressiemachine in gebruik te hebben genomen met een capciteit van 5 bij 3 meter, voldoende voor het maken van bijvoorbeeld een compleet chassis. De automatisering heeft geleid tot een veel lagere productietijd, hogere output en lagere kosten.
Lees ook: