De activiteit in de wereldwijde autosector komt steeds meer tot stilstand. Door de uitbraak van het coronavirus was eerder in Europa de productie al opgeschort. Verscheidene constructeurs breiden die maatregelen nu echter ook uit naar het Amerikaanse continent.
In China, waar autostad Wuhan als basis van de pandemie wordt bestempeld, is de productie daarentegen weer op gang gekomen. Experts vrezen inmiddels voor zware gevolgen op de autoverkoop de volgende jaren.
Verenigde Staten
Eerder hadden de grote Duitse autofabrikanten als beslist een groot deel van hun productie in Europa op te schorten om de verspreiding van het virus te helpen bestrijden. Nu hebben ze gelijkaardige maatregelen voor de Verenigde Staten aangekondigd.
Daimler, fabrikant van Mercedes, zei zijn fabriek in Tuscaloosa in de Amerikaanse staat Alabama voor minstens twee weken te sluiten. Volkswagen meldde zijn vestiging in Chattanooga (Tennessee) voor sanitaire controles tot eind maart stil te leggen. Het bedrijf zei ook de productie en verdere marktontwikkeling te zullen bekijken. Ook BMW zal zijn fabriek in Spartanburg (South-Carolina) alvast de eerste twee weken van april op inactiviteit zetten.
Verder hebben de autofabrikanten Nissan en General Motors (GM) aangekondigd hun fabrieken in Mexico wegens de virusbesmetting stil te leggen. De twee groepen sluiten zich daarmee aan bij concurrenten Volkswagen, Ford en Honda, die door het virus eerder al hun productie in Mexico.
Bij Nissan gaat het over twee fabrieken en een onderzoekscentrum. General Motors heeft vestigingen in vier Mexicaanse staten. Mexico is, mede dankzij de nabijheid van de Verenigde Staten en de lage loonkosten, een van de grootste autoproducenten van de wereld. In het land waren tot eind vorige week 164 gevallen besmettingen bekend. Eén patiënt is tot nu toe overleden.
Verloren decennium?
Volgens experts kan de coronacrisis voor de autosector grote gevolgen hebben. Volgens de Duitse expert Ferdinand Dudenhöffer dreigen vooral de Europese autoconstructeurs onder grote druk te komen.
‘Zelfs met het meest optimistische scenario – zonder bankfaillissementen en met een herstel van de Europese economie na en drietal maanden – dreigt voor de Europese autosector een verloren decennium,’ zegt hij tegenover het Amerikaanse magazine Fortune.
‘Mogelijk zal de West-Europese automarkt pas eind dit decennium weer op het niveau van vorig jaar kunnen terugkeren. Wanneer de mensen geen geld hebben, zullen ze ook geen auto’s kopen.’
‘De Europese autobouw moet met drie problemen afrekenen,’ werpt Dudenhöffer op. ‘Naast de coronacrisis zijn er immers nog altijd het handelsconflict met de Verenigde Staten en de overstap naar de elektrische mobiliteit, die zware financiële inspanningen vereist.’
Vooral constructeurs die zich grotendeels op de eigen West-Europese markt toespitsen – zoals Renault, Fiat en PSA-Opel – kunnen daardoor in problemen komen. Dat biedt kansen aan Aziatische constructeurs zoals Geely, Great Wall of Hyundai-Kia de opportuniteit om hun marktpositie verder uit te breiden.’