Key takeaways
- De intensivering van de Russische agressie en de onzekerheid over de manier waarop de Verenigde Staten inlichtingen uitwisselen, zetten de Europese inlichtingendiensten ertoe aan nauwer samen te werken.
- De stopzetting van Amerikaanse inlichtingen voor Oekraïne heeft Europese spionagediensten voorzichtiger gemaakt in het delen van informatie met de VS.
- De belangrijkste Europese spionagediensten vormen kleine vertrouwensnetwerken voor het uitwisselen van inlichtingen.
Europese inlichtingendiensten werken steeds meer samen vanwege de toegenomen agressiviteit van Rusland en de onzekerheden rond de Amerikaanse regering.
Vorig jaar drong de voormalige Finse president Sauli Niinistö er bij de EU op aan om een gecentraliseerde dienst voor samenwerking op het gebied van inlichtingen op te richten. Deze oproep werd gedaan naar aanleiding van een verzoek van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, om een rapport over de stand van zaken.
Politico meldt dat Brussel zijn inlichtingengemeenschap voortdurend versterkt. Nationale hoofdsteden nemen inlichtingenofficieren op in hun Brusselse kantoren en de interne inlichtingendienst van de EU informeert nu hoge ambtenaren.
Politieke spanningen groeien
Dit verlangen om de samenwerking te verdiepen komt deels voort uit het verlies van vertrouwen in de regering van Donald Trump, volgens Politico’s bronnen in inlichtingen- en veiligheidskringen. De Amerikaanse stop op het delen van inlichtingen op het slagveld met Oekraïne afgelopen maart heeft de samenwerking tussen Europese spionagediensten aanzienlijk versneld.
Als gevolg daarvan zijn Europese inlichtingendiensten voorzichtiger geworden met het delen van informatie met hun Amerikaanse tegenhangers. Sommigen vrezen dat trans-Atlantische fora zoals de NAVO minder betrouwbaar worden voor het uitwisselen van inlichtingen. Anderen vrezen dat de nadruk op Europese autonomie de betrekkingen met de Verenigde Staten verder onder druk zal zetten.
Incidenten in het verleden
In het verleden hebben de EU-landen om een aantal redenen moeite gehad om sterke partnerschappen voor de uitwisseling van inlichtingen op te bouwen. Hoewel de samenwerking momenteel op het hoogste niveau in de recente geschiedenis staat, geven agentschappen volgens één bron voorrang aan de belangen van hun respectieve nationale regeringen. De belangrijkste spelers op het gebied van inlichtingen in West-Europa zijn ook terughoudend geweest om gevoelige informatie met alle EU-landen te delen, uit angst voor mogelijke lekken.
Een recent incident met Hongaarse inlichtingenagenten die vermomd als diplomaten probeerden te infiltreren in EU-instellingen heeft deze bezorgdheid nog verder aangewakkerd. De affaire legt de nadruk op vertrouwensproblemen en doet vragen rijzen over de betrouwbaarheid van sommige EU-partners.
Ontwikkelende netwerken
Als gevolg hiervan richten de belangrijkste spionagediensten zich op het samenwerken met kleinere, betrouwbaardere groepen. Nederland streeft bijvoorbeeld naar nauwere banden met de inlichtingendiensten van Polen, de Scandinavische landen, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland. Na de Amerikaanse pauze in de uitwisseling van inlichtingen met Oekraïne, heeft een coalitie onder leiding van Frankrijk en het VK de toegang van Kiev tot inlichtingen uit Europa vergroot.
Ondanks deze vooruitgang gelooft Niinistö dat een volwaardige Europese inlichtingendienst een toekomstperspectief blijft. Hij stelt dat vertrouwen essentieel is voor effectieve samenwerking: “Zonder vertrouwen kunnen we niet veel samenwerken.” (uv)
Volg Business AM ook op Google Nieuws
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

