Key Takeaways
- De EU is van plan het uitzettingsproces te stroomlijnen door terugkeercentra op te richten in derde landen.
- Men stimuleert lidstaten om vrijwillige terugkeer te gebruiken naast gedwongen uitzetting met gestandaardiseerde procedures en financiële garanties.
- Men verlengt de detentieperiode voor mensen die uitgezet moeten worden van 18 naar 24 maanden.
De Europese Commissie introduceerde in Straatsburg een plan om het uitzettingsproces te stroomlijnen voor personen die niet in aanmerking komen voor internationale bescherming binnen de EU. Dit initiatief omvat de oprichting van terugkeercentra in derde landen, een voorstel dat tot veel controverse heeft geleid. Dat schrijft Belga.
Lidstaten hebben traditioneel te kampen met problemen bij het effectief uitzetten van uitgeprocedeerde asielzoekers en mensen die niet in aanmerking komen voor bescherming. Het huidige percentage succesvolle uitzettingen bedraagt slechts 20 procent. Henna Virkkunen, de vicevoorzitter van de Europese Commissie die verantwoordelijk is voor Technische Soevereiniteit, Veiligheid en Democratie, erkende dit falen en schreef het deels toe aan inconsistenties tussen de lidstaten die kwetsbaar zijn voor uitbuiting.
Uniform EU-systeem
Om deze problemen aan te pakken, stelt de Commissie een uniform EU-systeem voor met gestandaardiseerde procedures voor het uitvaardigen van terugkeerbesluiten en de invoering van een Europees terugkeerbevel. Alle lidstaten zouden dit bevel wederzijds erkennen, zodat elk lid een door een ander uitgevaardigd bevel ten uitvoer kan leggen.
Het voorstel bevat stimulansen voor vrijwillige terugkeer, naast regels voor gedwongen verwijdering. Daarnaast introduceert men maatregelen, zoals financiële garanties, om te voorkomen dat personen verdwijnen voordat men ze uitzet. Bovendien verlengt men de detentieperiode voor mensen die uitgezet moeten worden, van 18 naar 24 maanden.
Concept terugkeercentra zeer omstreden
Een ander belangrijk element van het plan is het opzetten van terugkeercentra in derde landen door middel van bilaterale overeenkomsten. De Europese Commissie stelt dat men deze overeenkomsten alleen sluit met landen die de internationale mensenrechtennormen naleven en sluit expliciet uit dat men gezinnen met minderjarigen en niet-begeleide minderjarigen naar dergelijke centra stuurt.
Ondanks deze garanties blijft het concept van terugkeercentra zeer omstreden. Critici beweren dat deze centra financieel belastend en juridisch dubieus zijn en het risico inhouden dat ze mensenrechtenschendingen in de hand werken. Eve Geddie, directeur van het Bureau Europese Instellingen van Amnesty International, karakteriseerde de voorstellen als “niet alleen eindeloos wreed, maar ook catastrofaal in werkelijkheid.” Bovendien noemde ze ze een “nieuw dieptepunt voor Europa.”
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!