Er bestaan twee soorten naties: rijke en opkomende. Dan is er Argentinië…

Er bestaan twee soorten naties: rijke en opkomende. Dan is er Argentinië…
03 February 2020, Berlin: The Argentine President Alberto Ángel Fernández visits the Federal Chancellor. Photo: Britta Pedersen/dpa-Zentralbild/dpa

Argentinië lijkt op weg naar zijn negende default. Vorige week miste het land een deadline om zo’n 500 miljoen dollar terug te betalen aan buitenlandse obligatiehouders. Slaagt het daar niet in tegen 22 mei, dan wordt het Zuid-Amerikaanse land officieel in gebreke gesteld.

De regering van president Alberto Fernandez probeert ondertussen schuldeisers ervan te overtuigen dat zijn voorstel – een kwijtschelding van 62 procent op de interestbetalingen, en betalingsuitstel van drie jaar – de moeite is om aan te nemen. Schuldeisers zijn ‘not amused’.

Argentinië raakt maar niet uit de vicieuze cirkel van recessie en wanbetalingen. Toch heeft het land alles. Het is het op zeven na grootste land ter wereld. Ruim een derde van zijn oppervlakte is uiterst vruchtbare landbouwgrond. Dat leverde het land de titel ‘graanschuur van de wereld’ op. Argentinië heeft grote olie- en gasreserves en de op drie na grootste schalie-oliereserves ter wereld. Het land heeft een globaal gerenommeerde wijnteelt, een jonge bevolking, een cultureel patrimonium om u tegen te zeggen, een bloeiende toeristische sector en het exporteert voetballers van wereldklasse.

De Argentijnse president Alberto Ángel Fernández. Foto: Britta Pedersen /Picture Alliance

Maar volgens het nationale statistiekbureau INDEC leeft ruim 35 procent van de Argentijnen onder de armoedegrens, een cijfer dat bij de jonger dan 15-jarigen oploopt tot 52 procent. In een kwart van de Argentijnse families wordt bij gebrek aan geld maaltijden overgeslagen. Let op: deze cijfers dateren van voor de uitbraak van het coronavirus. Volgens het Argentijnse Schuldenagentschap is het aantal Argentijnen dat onder de armoedegrens leeft ondertussen al opgelopen tot 45 procent.

70 gouden jaren

Honderd jaar geleden was de sfeer totaal anders. Een koortsig optimisme domineerde de gesprekken in het land. Buenos Aires kon niet anders dan snel de hoofdstad van het rijkste land op aarde worden.

Tussen 1875 en 1947 rangschikte Argentinië dan ook zonder uitzondering bij de 15 rijkste landen ter wereld, gemeten naar bbp pro capita. Vandaag noteert het land op plaats 65, ergens tussen Montenegro en Wit-Rusland. In 1895 stond het zelfs op een eerste plaats, vóór de Verenigde Staten en België. Dat was het gevolg van een economische groei die bijna een halve eeuw zou aanhouden.

Economen noemen dat een schoolvoorbeeld van de groei die in een land kan bewerkstelligen, ondanks zijn extractieve instellingen. In hun boek ‘Why Nations Fail’, omschrijven de economen Daron Acemoglu en James Robinson ‘extractieve’ instellingen als ‘diegene waarin een kleine groep individuen hun best doen om de rest van de bevolking te exploiteren’. Inclusieve instellingen zorgen er daarentegen voor dat iedereen profiteert van de welvaart.

Tot het begin van de Eerste Wereldoorlog werd het land geleid door een kleine elite grootgrondbezitters, die massaal landbouwproducten exporteerde. Argentinië profiteerde in dat tijdperk van een boom in de prijs van commodities als vlees, dierenhuiden en graan. Maar het waren naast de aanleg van een gigantisch spoorwegnetwerk vooral de uitvinding van de stoomboot en de diepvriezer die schijnbaar ongerelateerde gevolgen produceerden. Het land kon nu een veelvoud van producten gaan exporteren. De vraag naar Argentijns vlees, wijn en graanproducten was nog nauwelijks bij te houden. Dat leidde tussen 1870 en 1914 tot een gouden periode en de influx van ruim 3,5 miljoen immigranten. Veelal Europeanen, op zoek naar een beter leven. De bevolking van het land breidde zich in die vier decennia uit met 60 procent. Zoveel werkvolk was nodig om aan de gigantische vraag naar arbeid te voldoen. 

De Eerste Wereldoorlog liet ook Argentinië niet onberoerd. Tussen 1914 en 1919 ontstond als gevolg van het instorten van de export en de toenemende ongelijkheid in het land politieke onrust, maar die werd in de jaren 1920 getemperd door het economisch herstel. De Grote Depressie en de opkomst van het nationaal socialisme in Duitsland brachten de economie in de jaren dertig opnieuw in de problemen, wat zou leiden tot een eerste onvermijdelijke militaire coup. Daarna zou het land decennialang onstabiele burgerregeringen afwisselen met al even onstabiele militaire regimes.

Één fenomeen loopt als een rode draad door de ganse Argentijnse na-oorlogse geschiedenis: het peronisme. Dat is de naam van een niet-officiële politieke ideologie ontworpen door ene Juan Domingo Péron, een militair die drie keer tot president van zijn land zou worden verkozen.

Juan Péron tijdens de viering van de vijfde verjaardag van de peronistische beweging, 1950.

Peronisme: een vet, maar onaantastbaar staatsapparaat en corrupte politici

Argentinië betaalde de voorbije 70 jaar een enorme prijs voor het peronisme. Tot op vandaag blijft het dominant in de Argentijnse maatschappij. Maar uitleggen wat peronisme betekent, is een ander paar mouwen.

Dat bewoog Angela Merkel er in februari nog toe aan Fernández te vragen haar het peronisme uit te leggen. ‘Zijn jullie nu links of rechts? Want ik begrijp het niet’, aldus de Duitse bondskanselier. Weinig Argentijnen die haar van antwoord zouden kunnen dienen.

De Argentijnse filosoof Mario Bunge noemt peronisme ‘een uniek fenomeen, dat invloeden allerhande groepeert: van fascisme en socialisme tot communisme, en van staatgesponsord corporatisme tot nationaal-syndicalisme’. Samengevat kan worden gesteld dat Péron er als eerste in slaagde een enorme politieke beweging te doen ontstaan, die – ondanks de tegenkanting van de elites – vakbonden en arbeiders groepeerde. Het peronisme vulde zo een leegte op die door traditionele partijen was opengelaten.

Door de jaren heen zou het ‘Péronismo’ door gelijkaardige ideologieën worden gekaapt: er is het ‘Menemismo’ en meer recent het ‘Kirchnerismo’, naar de gelijknamige presidenten. Maar de grondslag zou altijd onaangetast blijven. Die vertaalt zich in een vet, maar onaantastbaar staatsapparaat, gecombineerd met de zelfverrijking van corrupte politici, een brutaal protectionisme dat regeringsgezinde ondernemers bevoordeelt, krachtige, door de staat gecontroleerde vakbonden, die het land naar willekeur platleggen en een ultragepolitiseerde rechterlijke macht. Dat alles in een land dat altijd boven zijn stand heeft geleefd en de voorbije 100 jaar tot 8 keer toe in ‘default’ ging.

Cry for me Argentina, the truth is I never left you

Argentijnen mogen dan ook van een vorm van masochisme worden verdacht.

Het land is de voorbije 70 jaar onafgebroken afgegleden in de meeste internationale rankings. In de Heritage Foundation Ranking for Economic Freedom rangschikte Argentinië in 2019 op plaats 148 op 180. In 1996 stond het land nog op plaats 9. (Venezuela, Cuba en Noord-Korea bezetten de laatste drie plaatsen). In de PISA-tests, die 15-jarigen op hun kennis van wiskunde, lezen en wetenschap beoordelen, scoorde het land in 2018 overal ver onder het OESO-gemiddelde, met vooral een opvallend zwakke kennis van wiskunde (plaats 72 op 79 landen). Elke 8 minuten verlaat een Argentijnse jongere de middelbare school zonder ze af te maken.

In de lijst van landen die meest investeren als percentage van het bruto binnenlands product, rangschikt Argentinië op plaats 152 op 163. In 1980 stond het land daar nog op plaats 84. Een land kan onmogelijk vooruit als het niet een deel van zijn inkomsten herinvesteert, maar het gros van de ‘pesos’ die de Argentijnse staatskas bereiken gaat op aan de terugbetaling van de onoverkomelijke schuldenberg. Het zijn maar enkele in een lange lijst van voorbeelden, maar ze hebben niet belet dat de peronisten in oktober opnieuw aan de macht kwamen.

‘Wanneer houden we op met keer op keer zelfmoord te plegen?’

Hoe het nu verder moet? Veel oplossingen zijn er niet. ‘Wanneer houden we op met keer op keer zelfmoord te plegen?’, vraagt José Luis Espert, een econoom, die in oktober nog kandidaat voor het presidentschap was, zich af in een interview dat hij aan Newsweek gaf. De titel van zijn meest recente boek is ‘La Argentina Devorada’ of ‘Het vernietigde Argentinië’.

De Argentijnse econoom José Luis Espert.

‘Niet de crises op zich, maar het feit dat we maar niet lijken te begrijpen dat we keer op keer dezelfde fouten herhalen, zijn alarmerend. Deze maatschappij heeft een gans ander project nodig dan wat Cristina en Macri ons hebben voorgeschoteld. Er moet een einde komen aan het kapitalisme van vriendjes en maffia’s. We hebben een kapitalisme nodig dat de gewone man vooruithelpt. Dat hem niet langer alles verkoopt tegen prijzen die veel hoger liggen dan in het buitenland. Er moet een einde komen aan de wilde overbelasting van de gewone werknemer en kmo’s. Een einde ook, aan de vakbonden waarvan de leiders miljonairs zijn en die bedrijven oprichten waarvan de werknemers honger lijden.’

Volgens de Argentijnse filosoof José Ingenieros breekt in elke decadente samenleving een moment aan waarop de incompetentie van de mediocratie haar eigen antistoffen gaat ontwikkelen. Met mediocratie bedoelde hij een samenleving waarin de middelmaat de norm is geworden.

Pas wanneer Argentinië collectief dat punt bereikt kan volgens hem een nieuw tijdperk aanbreken. Maar wie vandaag Argentinië een beetje begrijpt kan niet anders dan concluderen dat die dag wel erg dichtbij is.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.