Immense wolken van sprinkhanen dalen momenteel neer van Kenia tot Somalië. De jaarlijkse pest is nu zo groot dat het een gevaar betekent voor de voedselbevoorrading van een groep mensen die al moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen.
Sprinkhanenplagen zijn bekend in Kenia. Maar de ware vloedgolf aan insecten die nu over het oostelijk gedeelte van Afrika zoeft, is ongekend. Enkele factoren hebben ervoor gezorgd dat de pest een stuk groter is dan andere jaren. Het is de zwaarste uitbraak in 70 jaar.
Experts zeggen aan persagentschap Bloomberg dat de epidemie te maken heeft met de opwarming van de aarde. Die zorgt op haar beurt voor meer cyclonen en die veroorzaken de perfecte omstandigheden voor een sprinkhanenplaag.
Nog vijftig keer zo groot
Het ziet er ook niet naar uit dat Oost-Afrika snel aan het einde van de plaag komt. Volgens de Wereldvoedselorganisatie, die de epidemie opvolgt, zou die nog vijfhonderd keer groter kunnen worden. In de regio is er namelijk momenteel veel regen en dat duurt nog tot mei.
Sprinkhanen zullen ook frequenter worden door de klimaatverandering, zegt Rick Overson, een onderzoekscoördinator aan het Global Locust Initiative van de Universiteit van Arizona. Volgens hem zijn ‘sprinkhanen behoorlijk sterk in zich aanpassen aan omstandigheden. Ze kapitaliseren dan ook als er extreem veel regen valt.’
De woestijnsprinkhaan betekent een echt probleem voor de bewoners van Oost Afrika. Een sprinkhaan verorbert per dag zijn eigen lichaamsgewicht, wat neerkomt op zowat 2 gram. Dat lijkt weinig, maar een enkele zwerm kan tot 80 miljoen sprinkhanen bevatten.
Voedseltekort
De huidige epidemie startte rond de Rode Zee, waar woestijnsprinkhanen overwinteren. Die verspreidde zich door de Hoorn van Afrika en dan in Oost-Afrika. Er zijn gewassen opgegeten in Ethiopië, Kenia en Somalië en er wordt nog stevig gebroed in Djibouti, Eritrea en Noord en Zuid Soedan. Al die gebieden zijn ook nog slachtoffer van de droogte en zijn gevoelig voor voedseltekorten.
Op dit moment zorgt de sprinkhanenplaag al voor een voedseltekort bij 13 miljoen mensen. 20 miljoen mensen lopen momenteel het gevaar om geen eten meer te kunnen kweken op hun eigen grond.