Geen enkele voetbalcompetitie in de wereld heeft op de internationale transfermarkt de voorbije vier jaar een grotere handelstekort moeten melden dan de Engelse Premier League. Portugal kon over diezelfde periode daarentegen de meest positieve handelsbalans voorleggen.

Dat blijkt uit een rapport van het Cies Football Observatory, gebaseerd op een analyse van de veertig landen die zich in het internationale voetbal op het gebied van transfers het meest actief tonen.

Bijpassen

De Engelse voetbalclubs hebben de voorbije vier seizoenen op de internationale transfermarkt voor meer dan 6,92 miljard euro spelers aangekocht. Tegelijkertijd transfereerden de clubs uit de Premier League voor ruim 2,57 miljard euro spelers naar andere competities.

Dat laat de Engelse clubs achter met een totaal handelstekort van 4,35 miljard euro. Dit betekent dat de Premier League bij zijn transfers elk jaar in totaal meer dan 1 miljard euro moet bijpassen.

Er was ook geen enkele transfermarkt in de wereld waar meer aan transfers werd betaald dan in Engeland. Spanje volgt op de tweede plaats met bijna 3,38 miljard euro. De Spaanse competitie liet bij die transfers echter slechts een handelstekort van 295 miljoen euro optekenen.

“In totaal moesten veertien van de veertig onderzochte markten een handelstekort melden”, merken de onderzoekers op. “Alleen in Engeland echter loopt dat deficit op tot meer dan 1 miljard euro.”

De vijf grootste voetbalmarkten van Europa – Engeland, Spanje, Italië, Duitsland en Frankrijk – investeerden de voorbije vier jaar elk meer dan 2 miljard euro aan de aankoop van spelers.

Frankrijk kwam daarbij aan een besteding van 2,4 miljard euro, maar kon tegelijkertijd een positieve balans van 690 miljoen euro voorleggen. Alle andere grote Europese voetballanden werden met een negatieve balans geconfronteerd.

België

Na de vijf grootste Europese voetballanden werden in Rusland de grootste uitgaven aan buitenlandse spelers (723 miljoen euro) gemeld, gevolgd door China (574 miljoen euro).

Deze markten zijn nu echter gesloten, te wijten aan de sancties tegenover Rusland wegens de invasie in Oekraïne en de maatregelen die de Chinese autoriteiten hebben genomen om buitensporige bestedingen in de voetbalsport tegen te gaan.

Na Engeland vertoont Italië het grootste tekort op zijn transferbalans (910 miljoen euro), gevolgd door China (433 miljoen euro), Rusland (389 miljoen euro) en Saoedi-Arabië (373 miljoen euro).

Portugal liet daarentegen met een overschot van bijna 1,15 miljard euro de meest positieve balans optekenen, gevolgd door Brazilië (1,02 miljard euro), Nederland (742 miljard euro), Frankrijk (690 miljoen euro), Argentinië (598 miljoen euro).

België eindigde met een overschot van 434 miljoen euro op een zesde plaats. De Belgische clubs kochten over een periode van vier jaar voor 518 miljoen euro spelers in het buitenland aan. Tegelijkertijd werden echter voor 952 miljoen euro voetballers aan buitenlandse clubs verkocht.