De energieleverancier Lampiris gaat zich voortaan TotalEnergies noemen, zoals zijn Franse moedergroep. Daarmee wordt de lokale groene challenger van weleer definitief opgeslokt door de multinationale energiereus.
Volgens Lampiris gaat het om een logische stap, aangezien het bedrijf intussen al vijf jaar geleden overgenomen werd door TotalEnergies, dat toen nog Total heette. De naamswijziging gaat eind deze maand in. “Behalve het logo verandert er niets”, verzekert Lampiris aan zijn klanten. “Onze hernieuwbare energie blijft afkomstig van het offshore windmolenpark Rentel en van 1.500 lokale producenten van groene energie.”
Groene pionier
Toch zal de nieuwe naam voor sommige klanten wellicht vreemd aandoen. Bij de oprichting van Lampiris in 2003 had Total nog het diametraal tegenovergestelde imago. Lampiris was lokaal, Belgisch en duurzaam, olie- en gasreus Total was multinational, niet-Belgisch en niet duurzaam.
Lampiris werd in 2003 in Luik opgericht door “de twee Bruno’s”: Bruno Vanderschueren en Bruno Venanzi, die laatste is vandaag vooral bekend als voorzitter van voetbalclub Standard Luik. Ze maakten van de energieleverancier de nummer drie op de residentiële markt in België, met circa 1 miljoen klanten. Vooral in Wallonië en Brussel staat het bedrijf sterk.
Een klein jaar geleden veranderde Total zijn naam in TotalEnergies om een streep te trekken onder het vuile verleden en de transitie naar groene energie, die al enige tijd aan de gang was in de groep, te accentueren. De overname van het Belgische Lampiris in 2016 was een van de eerste wapenfeiten van die nieuwe strategie.
Volgens critici, waaronder Greenpeace, gaat het om “greenwashing”. De moedergroep blijft nog steeds actief in de olie-industrie, zoals de 530 Belgische tankstations bevestigen.
(lp)