Een openlijke aanval op de kern van het EU-project of hoe de EU van plan is een slechte situatie nog veel erger te maken

Een ware subsidie-oorlog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten komt steeds dichterbij. Dat is het gevolg van de overheidssteun die de administratie van Amerikaans president Joe Biden wil uitdelen aan allerlei zogenaamd milieuvriendelijke industrieën. In het bijzonder de sector van de elektrische auto’s. De Amerikaanse wetgeving die dit mogelijk maakt draagt de naam “Inflation Reduction Act”. Dat doet nogal Orwelliaans aan. Met fiscale steun rondstrooien zet immers nog meer druk op prijzen.

Ondanks alle druk weigert Biden vooralsnog om de wetgeving aan te passen. Helaas reageert de Europese Unie door haar eigen plannen te ontvouwen voor protectionisme. EU-commissaris voor de interne markt, Thierry Breton, wil bijvoorbeeld een “soevereiniteitsfonds” van de EU, waarbij de EU zelf met staatssteun op de proppen zou komen voor de Europese industrie. Dat verhoogt het risico van een complete subsidieoorlog met de Verenigde Staten. Wat op zijn beurt ernstige schade zou toebrengen aan het reeds wankele WTO-systeem.

Breton staat op de Franse, eerder protectionistische lijn, dus dit is wat men kan verwachten. Hij trok zich ook op het laatste moment terug uit de Raad voor Handel en Technologie (TTC). Die richt zich voornamelijk op het openmaken van de transatlantische handel. 

Von der Leyen maakt het allemaal nog erger

Een groter gevaar voor vrij ondernemerschap binnen de EU-Commissie is misschien wel voorzitter van Ursula von der Leyen zelf. Zij heeft de nogal fanatieke EU “klimaat”-commissaris Frans Timmermans met zijn plannen voor een dure “Europese Green Deal” stevig gesteund. Zelfs nu de EU worstelt met een enorm tekort aan fossiele brandstoffen. Afgelopen weekend werden die plannen door vertegenwoordigers van de lidstaten en het Europees Parlement goedgekeurd, waardoor burgers nu ook voor uitstoot auto en woning moeten betalen via het zogenaamde emissieverhandelsysteem van de EU. Vlaams vice-Minister-President Zuhal Demir waarschuwde terecht dat als dit er komt – het plenaire Europees Parlement moet zich nog uitspreken – het voor de verarming van gezinnen zal zorgen. 

Deze nieuwe maatregel komt immers bovenop de nieuwe Europees klimaat-importheffing CBAM, terwijl zeker de West-Europese bevolking nog eens zal mogen opdraaien voor het nieuwe Europese “sociale klimaatfonds”. Dat moet de kost van de nieuwe dure maatregelen drukken, maar de middelen zullen vooral naar Oost-Europa gaan. 

Als reactie op het Amerikaanse protectionisme wil von der Leyen nu bovendien dat de EU haar staatssteunregels wijzigt, om nog meer “groene transitie”-uitgaven mogelijk te maken. Dit is een openlijke aanval op de kern van het EU-project: het waarborgen van eerlijke concurrentie binnen de interne markt.

We hoeven niet veel tegenstand te verwachten van de EU-commissaris voor mededingingsbeleid, Margrethe Vestager. Die nam tot nu toe nauwelijks de moeite om flagrante schendingen van de staatssteunregels aan te pakken. Wel probeert ze om belastingregelingen die kleinere Europese landen – zoals België – met multinationals zijn overeengekomen te herkwalificeren als “illegale staatssteun”.

Hoe de EU poogt regels op te leggen aan producenten buiten de eigen jurisdictie 

Terwijl het Amerikaanse massasubsidieprogramma vooral nadelig is voor mensen die in de Verenigde Staten willen investeren, zijn de onlangs voorgestelde EU-regels niet alleen bedoeld voor investeerders in de EU, maar ook voor producenten buiten de EU-jurisdictie. Een voorbeeld hiervan is de voorgestelde EU-richtlijn over “Corporate Sustainability Due Diligence”, die grotere bedrijven verplicht tot rapporteringsverplichtingen allerhande over hun waardeketen, waarbij zij ook verantwoordelijk worden gesteld voor allerlei zaken die misgaan, met name op het gebied van duurzaamheid en mensenrechten. 

Achter dit rookgordijn gaat de wens van de EU schuil om haar eigen normen op te leggen aan handelspartners. Een soortgelijke verordening, waarover al overeenstemming is bereikt, is de EU-verordening om verplichte zorgvuldigheidseisen in te voeren om ontbossing in toeleveringsketens een halt toe te roepen. Daarbij moeten bedrijven controleren of in de EU verkochte goederen niet zijn geproduceerd op ontboste of aangetaste grond waar ook ter wereld. In werkelijkheid wordt de palmoliesector in Maleisië en Indonesië daarbij onevenredig zwaar wordt getroffen. Dat ondanks het feit dat producenten daar al grote vooruitgang hebben geboekt op dat vlak.

Palmolie als boeman

Volgens de denktank Chain Reaction Research (CRR) is de ontbossing van palmolie in Indonesië, Maleisië en Papoea-Nieuw-Guinea immers gedaald tot het laagste niveau sinds 2017. Maleisische bedrijven zoals Sime Darby, ’s werelds grootste producent van gecertificeerde duurzame palmolie, kondigden trouwens onlangs aan dat zij zich ertoe verbinden om tegen 2050 klimaatneutraal te worden, als deel van hun duurzaamheidsagenda. Het bedrijf is daarbij ook van plan om een gebied van 400 hectare in Sabah en Sarawak te herbebossen. Tot op heden beheert het programma’s voor bebossing van meer dan 40.000 hectare, waarbij er al dan meer dan 1,9 miljoen nieuwe bomen werden geplant.

Palmolie helemaal uit de toeleveringsketen halen zou in de eerste plaats ook de ontbossing verergeren. Aangezien alternatieven als zonnebloem- of koolzaadolie meer land, water en meststoffen vergen. Het feit dat veel van die alternatieven wel in de EU worden geproduceerd, is een zoveelste aanwijzing dat er een protectionistisch reukje aan dit alles zit. Dan hebben we het trouwens nog niet gehad over de gevolgen voor de consumenten in de EU.

Een andere aanpak is nochtans denkbaar. In tegenstelling tot de EU eist het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld gewoon dat producten in overeenstemming zijn met de plaatselijke voorschriften, waardoor het beginsel van wederzijdse erkenning wordt toegepast. Dit is veel praktischer en ook meer in overeenstemming met de geest van de vrijhandel, waarbij er vertrouwen moet zijn in de normen van de handelspartners. Het is natuurlijk terecht om lage arbeids- of milieunormen elders in de wereld te betreuren. Die zijn doorgaans sterk verbeterd als gevolg van handel, niet als gevolg van dreigementen om de handelsbanden te beëindigen als de buitenlandse normen niet worden overgenomen.

Wat te verwachten?

Duitsland en Frankrijk zijn het naar verluidt eens geworden over de noodzaak van een uitbreiding van de zogenaamde “belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang”. Dat zijn EU-programma’s die een ruimer gebruik van staatssteun mogelijk maken, culminerend in een soort “Buy European Act”, verwijzend naar zijn protectionistische Amerikaanse tegenhanger. Momenteel wordt dit initiatief geblokkeerd door de Duitse liberale coalitiepartner FDP, maar het is maar de vraag of dat zo blijft. Na een ontmoeting met Joe Biden verklaarde de Franse president Emmanuel Macron, die als een soort EU-gezant optreedt om de kwestie te bespreken, dat hij en Biden zijn overeengekomen het geschil “op te lossen”. We kunnen alleen maar hopen dat dat het geval is, want de EU is vast van plan een slechte situatie nog veel erger te maken.


Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer