Tegenwoordig wordt meer dan 90 procent van de wereldwijde handelsvolumes over zee vervoerd. Voor dit transport is een vloot van ongeveer honderdduizend koopvaardijschepen, met 1,2 miljoen zeelieden, verantwoordelijk. Die populatie telt ook 378.000 bemanningsleden uit de Filipijnen. Dat zegt Nelson Ramirez, president van de United Filipino Seafarers (UFS), in een gesprek met het tijdschrift The Economist.
De Filipijnen zijn op de internationale arbeidsmarkt voor zeelui veruit de belangrijkste leverancier. Op elke dag zijn misschien 250.000 Filipijnse zeelieden op zee. Indien zij thuis zouden blijven, zou de wereldeconomie instorten. De druk op de Filipijnse zeeman neemt echter toe.
Oliecrisis
“Lang voordat de Spaanse galjoenen tussen Manila en Acapulco opereerden, zond de Filipijnse archipel zeevaarders uit,” zegt The Economist. “De moderne Filipijnse zeelieden traden echter op de voorgrond door de oliecrisissen van de jaren zeventig van de vorige eeuw. De rederijen konden zich immers de lonen van hun westerse bemanningen niet meer veroorloven.”
Twee regio’s leveren bijna alle zeelieden. Eerst is er Visayas, in het centrale deel van de archipel. De tweede is Mindanao in het zuiden.
Nelson Ramirez benadrukt dat er veel redenen zijn voor de populariteit van Filipijnse zeelieden. “Filipijnse bemanningsleden spreken Engels,” zegt hij. “Maar ze garanderen ook een hardwerkend en goed opgeleid bemanning. De Filipijnen hebben immers tientallen zeevaartscholen. Bovendien kunnen ze zich bijzonder gemakkelijk aanpassen. Filipino’s kunnen dan ook voor elke opdracht worden ingeschakeld.”
“Zeevaart in de Filipijnen vaak een familieberoep,” benadrukt The Economist. “De dromen van veel Filipijnse jongeren worden gevoed door de verhalen van zeevarende familieleden of buren. Gezinnen sparen voor een opleiding als cadet. Bekenden of familieleden bij de wervingsbureaus en de vakbonden zijn vaak cruciaal.
De maritieme droom omvat ook het onderhoud van gezin en familie. Het geld van de zeemannen dient om huizen te bouwen, te investeren in boerderijen, het opzetten van kleine bedrijven en het onderwijs van de kinderen.
Er werken tien miljoen Filipino’s – een tiende van de totale bevolking van het land – in het buitenland. Zeelui staan aan de top van die stapel. Ze sturen meer dan 6 miljard dollar per jaar. Dat is een vijfde van de totale sommen die Filippijnse werknemers vanuit het buitenland naar huis sturen.
Concurrentie
Deze groep vertegenwoordigt een sterke macht. Elke zeeman heeft familie aan wal. Het zou dan ook geen verrassing moeten zijn dat de politieke partij Angkla (anker) vooral de belangen van de zeelieden wil vertegenwoordigen. In mei zijn in de Filipijnen algemene verkiezingen gepland. Ook Anglka is dan ook met zijn campagne begonnen.
“De Filippijnse zeevarende is de economische kracht van de landelijke gebieden van deze natie,” zegt de partij. Een van de doelstellingen van Angkla is om de Maritime Industry Authority ertoe te brengen regionale vestigingen op te zetten. Daardoor zouden zeevarenden in de toekomst niet telkens helemaal naar de hoofdstad Manilla hoeven te reizen om hun licentie te vernieuwen.
Nelson Ramirez wil ook initiatieven tegen het fenomeen van de verzekeringsfraude. Er moet volgens hem worden vastgesteld dat duistere advocaten zeelui verleiden om valse klachten over werkongevallen tegen de rederijen neer te leggen. Deze malafide raadslieden eisen vervolgens het grootste deel van de schadeclaims voor zich.
Ramirez waarschuwt dat deze praktijken het imago van alle Filipijnse zeelieden bekladden. Bovendien is het volgens hem wellicht een van de redenen waarom de rederijen de jongste tijd minder op Filipijnen beroep doen. Drie jaar geleden telde het land nog 43.000 zeelieden.
Er zijn echter meer bedreigingen voor de Filipijnse zeevaarder. Vaak moet de bemanning immers vaststellen dat hun werkgever spoorloos verdwijnt en lonen nooit meer worden uitbetaald. Bovendien wordt de Filipijnse zeevaarder met een toenemende concurrentie geconfronteerd. Bemanningen bestaan steeds meer uit Oost-Europeanen, Bengalen of Chinezen
Dat getuigt van het Seafarers Centre in het Luneta-park in Manila, waar recruiters van de wervingbureaus voor internationale reders bemanning komen zoeken. Een aantal Filipijnse zeelui die zich elke dag op het centrum aanmelden, hebben immers sinds augustus vorig jaar geen opdracht meer gehad.