Economen: spook van de stagflatie doemt op in China

Volgens economen zijn er tekenen van stagflatie in China, omdat de prijzen blijven stijgen terwijl uit de laatste productiegegevens blijkt dat de productie vertraagt. Dat schrijft de Amerikaanse zakensite CNBC.

Waarom is dit belangrijk?

Een economische crisis in één land is in een geglobaliseerde economie niet langer een geïsoleerd evenement. En al helemaal niet als dat land China is, de op één na grootste economische mogendheid ter wereld. Economisch besmettingsgevaar is reëel. Het is dus belangrijk om de ogen en oren open te houden voor waarschuwingen van economen.

De Chinese fabrieksactiviteit nam in oktober meer dan verwacht af; zij kromp voor de tweede maand, zo bleek uit een officiële enquête die zondag werd vrijgegeven. De officiële inkoopmanagersindex (Purchasing Managers’ Index of PMI) voor de verwerkende industrie kwam in oktober uit op 49,2.

  • Dit is een economische indicator die maandelijkse rapporten en enquêtes omvat van productiebedrijven uit de private sector.
  • 50 is de scheidslijn tussen groei en krimp; onder de 50 gaat het om inkrimping.

Productie-index lager dan tijdens financiële crisis

Zhang Zhiwei, hoofdeconoom bij Pinpoint Asset Management, meent dat de productie-index is gedaald tot het laagste niveau sinds de publicatie ervan in 2005, exclusief de wereldwijde financiële crisis van 2008 en de uitbraak van Covid-19 in februari vorig jaar.

Daarentegen is de outputprijsindex gestegen tot het hoogste niveau sinds deze in 2016 werd gepubliceerd, aldus nog Zhang.

“Deze signalen bevestigen dat de Chinese economie waarschijnlijk al door stagflatie gaat,” concludeert hij in een notitie.

Hogere prijzen, dalende bbp-groei

Stagflatie is wat voorvalt als de economie tegelijkertijd te maken heeft met een stagnerende activiteit en een versnellende inflatie. Het verschijnsel werd voor het eerst onderkend in de jaren 1980, toen een olieschok leidde tot een lange periode van hogere prijzen maar een sterk dalende bbp-groei. Sommige economen nemen het fenomeen waar in het westen, anderen menen dat het zo’n vaart niet zal lopen en dat deflatie nakend is.

“Een zorgwekkend teken is de doorwerking van de inflatie van de inputprijzen in de outputprijzen. De inflatie van de inputprijzen is nu al vele maanden hoog, aangewakkerd door de stijgende grondstoffenprijzen,” schreef Zhang. “Maar de sprong van (de) afzetprijsindex in oktober is alarmerend.”

Hij zegt dat dit erop wijst dat de inflatiedruk wordt doorgegeven van upstream– naar downstreambedrijven.

  • Upstream verwijst naar inputmaterialen die nodig zijn om goederen te produceren.
  • Downstreamactiviteiten zijn de activiteiten die dichter bij de klanten staan, waar producten worden gemaakt en gedistribueerd.

“Duidelijke industriële stagflatie”

“We konden duidelijk de industriële stagflatie in China zien omdat de productie-index sterker werd en tegelijkertijd de prijsindex sterk steeg. De industriële sector bevindt zich dus duidelijk in een zeer moeilijke situatie”, betoogt ook Raymond Yeung, hoofdeconoom voor China bij ANZ (Australia and New Zealand Bank), op CNBC.

Stroomtoevoer

De productie van fabrieken werd afgeremd door een verminderde stroomtoevoer, materiaaltekorten en hoge inputkosten, aldus de respondenten van de enquête voor de inkoopmanagersindex. Dat bericht Capital Economics, een economisch onderzoeksbureau, maandag in een notitie. China kampt momenteel met een ernstige stroomcrisis, omdat het land kampt met een tekort aan steenkool.

“Dit heeft ertoe geleid dat bedrijven hun voorraden verder hebben moeten aanspreken en dat de levertijden langer zijn geworden. Meer in het bijzonder leiden deze tekorten en de stijgende grondstofprijzen tot hogere productieprijzen,” stelt Sheana Yue, assistent-econoom bij Capital Economics.

(kg)

Meer