Context: In ons land betaal je doorgaans een belasting van 30 procent op de kapitaalopbrengsten, zoals interesten en dividenden. Maar België zou België niet zijn, moesten er geen verschillende uitzonderingsregimes bestaan. Ook bij de spaarproducten wijkt de fiscus meer dan eens af van het standaardtarief, waardoor het niet altijd gemakkelijk is om die te vergelijken.

Spaarboekjes

0 tot 30 procent: Er bestaan twee type spaarboekjes: gereglementeerd en niet gereglementeerd. In dat eerste geval bestaat de formule uit een basisrente en getrouwheidspremie.

• Wanneer je je geld parkeert op een gereglementeerde rekening betaal je op de eerste 980 euro aan intresten geen roerende voorheffing. Op alles boven dat plafondbedrag int de fiscus een belasting van 15 procent, wat dus een gunsttarief is. Bijna alle spaarrekeningen zijn gereglementeerd.
  • Opgelet: als je die drempel overschrijdt bij dezelfde bank, zal die de belasting automatisch inhouden. Als je spaart via verschillende banken, moet je zelf nagaan of al je spaaropbrengsten de kaap van 980 euro ronden. Je moet dan de belastbare intresten aangeven via de personenbelasting.
• Een niet-gereglementeerde spaarrekening bestaat uitsluitend uit een basisrente. In dat geval betaal je op alle spaaropbrengsten een roerende voorheffing van 30 procent. Staar je dus niet blind op het brutorendement als je zo’n rekening vergelijkt met de gereglementeerde formules. Ga na wat de nettorente is.
  • Doorgaans wordt die belasting automatisch ingehouden, maar dat controleer je best even.

Termijnrekeningen

30 procent: Bij de termijnrekening betaal je een roerende voorheffing van 30 procent op de kapitaalopbrengsten.

• Die belasting wordt automatisch ingehouden door de financiële instelling.

Opgelet: Hou er rekening mee dat je je kapitaal voor een bepaalde periode vastklikt. Bij veel banken is je geld gedurende die periode onbeschikbaar, of moet je extra kosten betalen als je het vervroegd opvraagt.

Tak21-verzekeringen

0 of 30 procent: Een tak21-verzekering is het verzekeringsalternatief voor het bancaire spaarboekje. Die formule bestaat uit een gewaarborgde rentevoet en een jaarlijkse eventuele winstdeelname (die afhankelijk is van de prestaties van de verzekeraar).

• Bij dit verzekeringsproduct moet je een roerende voorheffing van 30 procent betalen op de opbrengsten. Die wordt automatisch ingehouden.
• Indien je je geld langer laat staan, ontsnap je aan die belastingen. Op die manier krijgt je rendement een plotse boost na acht jaar, want bruto wordt netto.

Maar: Je bent de fiscus ook een premietaks van 2 procent verschuldigd per storting. Hou daar rekening mee, want dat is een deel van je kapitaal dat niet wordt belegd. Je moet die belasting niet betalen als een tak21-verzekering onderschrijft om te sparen via de derde pensioenpijler (enkel pensioensparen).

Ook dit nog: De tak21-verzekering heeft nog één nadeel ten opzichte van de spaarboekjes: de banken rekenen doorgaans instap- en beheerskosten aan. Sommigen zijn bereid om te onderhandelen over die kosten.

Kas- en staatsbons

30 procent: Via een kasbon leen je je geld uit aan de bank. Als je je geld belegt in een staatsbon, leen je het uit aan de overheid. Normaliter betaal je een roerende voorheffing van 30 procent, maar onlangs is gebleken dat de regering soms bereid is een uitzondering te maken.

• In september heeft de regering-De Croo een eenjarige staatsbon uitgegeven. Die wou zo de banken onder druk zetten om de spaarrentes te verhogen. Om dat doel te bereiken werd de roerende voorheffing verlaagd tot 15 procent. Zo kwam het nettorendement uit op 2,81 procent, wat toen meer was dan wat eender welk spaarboekje opbracht.
• Kans bestaat dat de overheid in december opnieuw zo’n staatsbon op de markt brengt. In dat geval zou het gunsttarief ook van toepassing zijn.

In de marge: Veel banken bieden op dit moment geen kasbons aan of brengen die actief aan de man. Volgens Spaargids.be kan je momenteel enkel bij Crelan en CPH Banque intekenen op kasbons.

(nd)