De linkse denktank Minerva is vanmorgen erg kritisch over de resultaten van het zogenaamde ‘middelenonderzoek’ voor sociale huurders. Dat onderzoek is ingevoerd om fraude tegen te gaan, bij het gebruik van sociale woningen. Daarbij zou men zoeken naar personen die tegelijk een sociale woning krijgen, maar ook een woning zouden bezitten in het buitenland.
- Deze week pakte de Vlaamse regering uit met resultaten, die verkregen werden onder Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA). “Sociale verhuurders konden een onderzoek starten naar sociale huurders waarvan ze vermoeden dat ze een eigendom in het buitenland bezitten, en dus geen recht hebben op een sociale woning”, zo stelde Diependaele.
- “Tot op vandaag hebben al 30 huisvestingsmaatschappijen beroep gedaan op onze onderzoeken, in 18 verschillende landen. Van de 421 onderzoeken die werden uitgevoerd, leverden er 189 bewijs van buitenlands onroerend bezit op.” Dat betekent dus dat zo’n 45 procent van de onderzoeken wel degelijk iets opleverden.
- “Dat hoge percentage versterkt onze beleidskeuze om deze onderzoeken te doen. Zo komen de woningen terecht bij huurders die er wél recht op hebben.” De meeste onderzoeken werden uitgevoerd in Italië, Turkije en Marokko.
- Maar Matthias Somers van Minerva wijst erop dat de kostprijs van heel dat onderzoek wel oploopt tot 5 miljoen euro in totaal. “In totaal was het dus 189 keer prijs. Elk ‘positief’ resultaat kost dus 26.500 euro. Vorm zelf een zin met ‘sop’, ‘kool’, en ‘verrijking van privéspelers’”, zo stelt hij.