Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) suggereert dat de btw op energie, momenteel 21 procent, tijdelijk naar omlaag kan om de uit de pan rijzende prijzen te milderen. Zo’n belastingverlaging is echter een bevoegdheid van de federale regering, die de denkpiste al afgewezen heeft.
Het is een puur wiskundig gegeven: doordat de fiscus 21 procent belasting heft op de basisprijs en allerhande heffingen op aardgas en elektriciteit, versterkt de overheid de recente snelle stijgingen van de energieprijzen. Daardoor liggen de prijzen voor de consument intussen al 19 procent hoger dan een jaar geleden.
Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) suggereerde woensdag in het parlementair debat over de Septemberverklaring van de Vlaamse regering – waar het thema energie niet aan bod kwam – dat de federale regering het btw-tarief tijdelijk zou kunnen verlagen. Zowel PVDA als Vlaams Belang verklaarden zich eerder al voorstander van een verlaging van 21 naar 6 procent.
Demirs suggestie is om twee redenen opmerkelijk:
- De federale regering heeft, bij monde van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) en minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen), recent nog expliciet verklaard dat een btw-verlaging geen optie is, onder meer omwille van de negatieve impact op de overheidsinkomsten.
- Bovendien zat N-VA in de federale regering-Michel die in het najaar van 2015 het btw-tarief op elektriciteit optrok van 6 procent, het tarief dat de regering-Di Rupo invoerde, naar 21 procent. Johan Van Overtveldt, een partijgenoot van Demir, was toen minister van Financiën.
Wat voorafging: De vraag van 1 miljard: moet de btw op elektriciteit weer naar 6 procent?
(bzg)
