Italië is door het magazine The Economist tot land van het jaar gekroond. Aangevoerd wordt dat Italië onder de leiding van zijn premier Mario Draghi een grote vooruitgang heeft gemaakt. Het tijdschrift noemt Draghi daarbij een competent premier die op internationaal niveau wordt gerespecteerd. Draghi is er daarbij volgens The Economist in gelukt om met een regering van nationale eenheid het land op één jaar tijd een beter pad op te sturen.
De trofee van The Economist gaat niet naar het grootste, rijkste of gelukkigste land, maar wel naar de natie die op één jaar tijd voor de grootste positieve ommekeer heeft kunnen zorgen. Winnaars in het verleden waren onder meer Oezbekistan voor het afschaffen van de slavernij, Colombia voor het sluiten van vrede en Tunesië voor het omarmen van democratie.
Herstel
The Economist wierp op dat er dit jaar in Italië een meerderheid is opgestaan die erin gelukt is de onderlinge meningsverschillen te begraven om alle krachten te wijden aan een programma met ingrijpende hervormingen die in het nationale herstelplan, gefinancierd door de Europese Unie, naar voor werden gebracht.
“In Italië herstelt de economie zich van de coronacrisis bovendien beter en sneller dan in Frankrijk en Duitsland”, meldt het magazine. Italië wil investeren in zijn economisch herstel en banencreatie, wetenschappelijk onderzoek, het openbaar vervoer, de bouwsector en hernieuwbare energie.
Nochtans vertegenwoordigde de staatsschuld in Italië vorig jaar nog meer dan 155 procent van het bruto binnenlandse product. De Europese Commissie heeft daarbij bovendien de waarschuwing geuit dat het land nog altijd van plan is om volgend jaar teveel uit te geven.
Anderzijds liet het Italiaanse bruto binnenlandse product tijdens het derde kwartaal van dit jaar een groei met 2,6 procent optekenen. Bovendien heeft ook het ratingbureau Standard & Poor de kredietwaardigheid van het land opgeschroefd.
“Ook de vaccinaties tegen het coronavirus vormen een pijler van de lofbetuigingen die aan Italië mogen worden gericht”, meent The Economist. “Bij de Italiaanse bevolking boven de leeftijdsgrens van twaalf jaar is een vaccinatiegraad van 85,2 procent opgetekend.”
“Dat is één van de hoogste niveaus van heel Europa. Bovendien zijn er volgens de meest recente data al meer dan 13,6 miljoen booster-injecties toegediend.”
President
The Economist erkent in het verleden vaak kritiek op Italiaanse politieke leiders, in het bijzonder Silvio Berlusconi, te hebben geleverd. “Door een zwak bestuur was de Italiaanse bevolking twee jaar geleden armer dan aan het begin van deze eeuw”, benadrukt het magazine.
“Maar dit jaar is Italië duidelijk veranderd. Mario Draghi heeft de nationale politiek uit zijn historische immobiliteit gehaald en heeft het land daarmee een nieuwe impuls bezorgd.”
Tegelijkertijd waarschuwt het magazine echter ook voor een dreigende ommekeer indien Draghi tot president van Italië, in opvolging van Sergio Mattarella, zou worden verkozen. “Er moet daarbij rekening mee worden gehouden dat Draghi daarbij door een minder competente premier zou kunnen worden opgevolgd”, luidt het.
Recente opiniepeilingen wijzen uit dat ongeveer driekwart van de Italiaanse bevolking wil dat Draghi tot het einde van de huidige legislatuur over twee jaar als premier aanblijft.
Begin volgend jaar moet echter een opvolger worden aangeduid voor de uittredende president Mattarella. Draghi heeft evenwel nog geen signaal gegeven in dat mandaat geïnteresseerd te zijn.
The Economist merkt nog op dat vele naties vorig jaar een moeilijke periode hebben doorgemaakt. “In veel landen zijn burgerlijke vrijheden en democratische normen uitgehold”, voert het rapport aan.
“Voorbeelden daarvan zijn Rusland, waar de belangrijkste oppositieleider in de gevangenis werd opgesloten. Maar dat geldt ook voor de Verenigde Staten, waar de aanhangers van vertrekkend president Donald Trump het Capitool bestormden. Verder moet ook gewezen worden naar de burgeroorlogen in Ethiopië en Myanmar.”
(kg)