De geschiedenis van het kantoorleven

‘In onze tijd mocht je nog roken op kantoor!’, dixit de babyboomer. ‘In onze tijd hád je tenminste nog een kantoor’, klinkt het misschien wel uit de (tandeloze) mond van millennials in 2070, als de critici die het kantoorgebouw doodverklaren in postcoronatijden gelijk krijgen. Hoog tijd voor een tussentijdse balans: een nostalgisch lesje kantoorgeschiedenis van de 18de eeuw tot nu.

I wish I’d spend more time in the office, said no one ever on their death bed.’ Het is een inmiddels bekende boutade die alludeert op de haat-liefdeverhouding tussen de brave kantoorwerker en de vier grijze muren van zijn werkplek. Met slechte koffie uit kartonnen bekers, urenlange vergaderingen die ‘We bekijken het nog eens’ als slotconclusie krijgen en een collega die van rammen op het toetsenbord een olympische discipline maakt.

De opkomst van telewerk en het recente verplichte thuiswerk hebben die verhouding even door elkaar geschud, en hier en daar zelfs een vlaag heimwee doen opwaaien. Na wekenlang kromgebogen over de laptop vanop de keukenstoel, zouden sommigen bijna een eindej aarspremie inleveren voor één sappige roddel bij de koffieautomaat, of een veel te lange vergadering die eens níét onderbroken wordt door ‘Hallo? Horen jullie mij nog? Wacht, mijn microfoon doet het niet’.

Het kantoor is al meer dan een eeuw de bijna dagelijkse realiteit voor werknemers met een bureaujob. In het kantoorleven sijpelt dan ook een weerspiegeling van de tijdsgeest door, getuige onder meer tv-series waarin de werkvloer als inspiratiebron diende. In Mad Men, een televisieserie over een reclamebureau in het Amerika van de jaren 60 en 70, wordt nog duchtig gerookt, gedronken en gediscrimineerd op het werk. Er is de Britse en Amerikaanse versie van The Office, die de kleine kantjes van collega’s uitvergroot, of dichter bij huis het Belgische equivalent Het Eiland.

Wat een kantoor door de jaren heen gemeen heeft, is het gevoel van wederzijdse herkenning tussen medewerkers, waarbij alleen de insiders helemaal begrijpen wat er exact tussen die vier muren gebeurt. We hebben er het raden naar hoe een dag van negen tot vijf eruitziet op de werkplek van pakweg een bevriende account manager, IT-consultant of ingenieur. In de sitcom Friends slagen de vrienden van Chandler er zelfs na jaren niet in te omschrijven wat zijn job precies inhoudt. Dat samenhorigheidsgevoel is er altijd geweest, alleen is de werkplek zelf door de decennia heen geëvolueerd.

‘Open kantoor’ avant la lettre

Een ‘open kantoor’ modern noemen, is de waarheid geweld aandoen: ook midden 18de eeuw bevonden werknemers zich al in één ruimte om papierwerk te verrichten. Met de opkomst van grote organisaties zoals de Oost-Indische Compagnie werden klerken in één open ‘kantoor’ ondergebracht om administratieve taken uit te voeren. Zo zaten in de tweede helft van de 18de eeuw medewerkers samen in de kelder van het Somerset House in Londen, om stempels aan te brengen op officiële documenten in de ‘Stamp Office’. Toch bleef bureauwerk toen nog eerder zeldzaam.

Zelfs de voorloper van het moderne thuiswerk gaat in de brede zin van het woord verder terug. Gegoede families hadden klerken in dienst voor de administratie van bijvoorbeeld een handelszaak. Die woonden vaak ook in het huis van de familie, boven de handelszaak die zich op het gelijkvloers bevond. Daar kregen ze een bureautje om de administratie af te werken.

Taylorisme troef

Aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw kwam de kantoorcultuur zoals we die vandaag kennen steeds dichterbij. Mede door de uitvinding van de fax, de telegraaf en de verdere uitbreiding van het treinspoor, konden werknemers met administratieve taken voortaan ook werken op een andere plek dan waar de productie gebeurde. Gezellig was zo’n werkplek echter allerminst.

Volgens het principe van taylorisme, genoemd naar werkbouwkundig ingenieur Frank Taylor, was het vooral belangrijk om in de kantoorruimte efficiënt te kunnen werken, en daarbij elke vierkante meter optimaal te benutten. Werknemers zaten in eindeloze rijen dicht naast elkaar, met de focus op productiviteit en weinig aandacht voor het sociale en menselijke aspect.

Zelfs airco

De grote vernieuwer op het vlak van kantoren was de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, die in 1903 het gebouw ontwierp van de Larkin Soap Company in Buffalo, New York. Met innovatieve snufjes als airconditioning, kurken plafonds voor geluidswering en kasten om paperassen in op te bergen, luidde hij een nieuw kantoortijdperk in. In 1939 ontwierp Wright zijn iconische ‘open kantoor’ voor de SC Johnson Wax Company in Wisconsin. In dit met oog voor detail ontworpen gebouw zaten werknemers aan comfortabele, ruime bureaus, met een streep natuurlijk licht op hun bureaublad. Sierlijke, smalle pilaren ondersteunden het uit pyrex geconstrueerde dak, waardoor het volgens sommigen aan een kathedraal deed denken.

‘Bürolandschaft’

Het vandaag intussen opnieuw omstreden landschapskantoor kent zijn oorsprong in het Duitsland van de jaren 50, waar de broers Eberhard en Wolfgang Schnelle het onder de noemer Bürolandschaft introduceerden in 1958. Uniforme rijen bureaus ruimden plaats voor een open, organisch samengestelde werkvloer, waar bureaus alleen van elkaar afgescheiden worden door bijvoorbeeld grote planten. De idee erachter was dat werken in team en in overleg met collega’s makkelijker werd. Werknemers uit verschillende niveaus van de bedrijfshiërarchie werden daarbij bij elkaar gezet om interactie te bevorderen.

Volgens het Londense binnenhuisarchitectenbureau K2 Space zorgde het landschapsbureau wél voor een extra obstakel voor gerokte dames die vanaf de jaren 60 ook de werkvloer betraden. In een blogpost maakt K2 Space melding van een zogenaamd ‘modesty board’ dat vrouwen voor hun bureau plaatsten, zodat nieuwsgierige blikken in het open kantoor niet naar hun ontblote benen zouden staren. Een artikel uit The Observer van 1968 met als titel ‘Would You Let Your Daughter Work in an Open Plan [Office]?’ leert trouwens ook dat het conflict over temperatuur op de werkvloer tussen mannen en vrouwen toen al bestond. ‘De airconditioning vind ik iets te koud’, vertrouwt een vrouwelijke werkneemster de toenmalige journalist toe.

‘The Action Office’ en cubicles

Als antwoord op het open landschapsbureau kwam het design van ontwerper Robert Propst, die een reeks bureaumeubilair ontwierp onder de naam The Action Office. In zijn creatie, door Herman Miller op de markt gebracht, werd de open ruimte opnieuw opgedeeld in kleinere onderdelen door ze van elkaar af te scheiden met panelen. Dat gaf meer privacy aan de werknemer, maar op zo’n manier dat er nog steeds ruimte was voor interactie met collega’s. Propst maakte er een modern ontwerp van, met designmeubels in felle kleuren.

Het nochtans dynamisch bedoelde kantoor van Propst kreeg vooral in Amerika bijval via een budgetvriendelijk alternatief dat dit doel echter voorbijschoot. De in de Verenigde Staten beruchte ‘cubicles’, weinig inspirerende identieke vierkante bureautjes die van elkaar gescheiden worden door flinterdunne wanden, waren net iets minder bevorderlijk voor de beoogde flexibiliteit.

En daar is de flexplek

Met de opkomst van nieuwe technologieën, het internet en daarmee het inzicht dat op gelijk welke plek ter wereld een laptop en wifi volstaan om te werken, werd weer afgeweken van het concept ‘ieder zijn eigen bureautje’. De zogenaamde flexplek deed zijn intrede in kantoren. Een werknemer kan daarbij in principe elke dag op een andere werkplek plaatsnemen. Een open landschapskantoor werd opnieuw de norm, met de idee om communicatie, creativiteit en samenwerking tussen werknemers te bevorderen.

Vanaf het begin van de 21ste eeuw beperkte de werkplek zich niet langer tot de vier muren van het kantoor. Telewerk doet mondjesmaat zijn intrede en koffiebars ontpoppen zich tot het professionele decor van de hippe freelancer die werk- en thuisplek liever gescheiden houdt. Coworkingspaces schieten als paddenstoelen uit de grond. Geïnspireerd door Silicon Valley – met de kantoorgebouwen van giganten als Google en Facebook – neigen bureaus het laatste decennium steeds meer naar gezellige huiskamers. Er staan sofa’s met kleurrijke kussens en grote planten, er is veel natuurlijke lichtinval en een pingpongtafel of basketbalveld dienen om tussendoor stoom af te blazen. Naast landschapsbureaus met veel flexplekken is er in het moderne kantoor ook veel ruimte voor aparte vergaderzalen, stille ruimtes om je te concentreren, geluiddichte telefoonhokjes en gezellige zitplekjes om je af te zonderen.

Wat in 2021?

Het thuisbureau werd door de coronacrisis enkele weken onvermijdelijk de norm – een verandering die volgens hr-experts mogelijk blijvend zal zijn. Google en Facebook houden hun medewerkers nog minstens tot het einde van het jaar thuis en Twitter liet al weten telewerk ‘voor altijd’ mogelijk te maken voor iedereen die dat wil. Uit een enquête van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van Hogeschool Odisee blijkt dat meer dan 8 op de 10 mensen thuis willen blijven werken na corona. Hr-professionals en arbeidsmarktexperts voorspellen dat het kantoor van de toekomst waarschijnlijk tot een ‘ontmoetingsplaats’ zal vervellen, waar voornamelijk afgesproken wordt om te vergaderen, ideeën uit te wisselen en samen te werken op cruciale momenten. Op bepaalde dagen komen we daarvoor naar kantoor, op andere dagen verkiezen we die keukenstoel.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.